Urinesteenlijden Onderlinge afstemming van het beleid van huisartsen en urologen/radiologen
Programma Inleiding 5 min Korte presentatie15 min Forumdiscussie (opiniërend) 40 min Pauze20 min Vervolg forumdiscussie (besluitvormend) 30 min Afsluiting 5 min
Stelling 1 Het hanteren van een acute en een postacute fase geeft mij voldoende handvatten voor de praktijk.
Stelling 2 Een aangetoonde urineweginfectie zonder koorts (bij een patiënt met een urinesteen) behandel ik zelf.
Stelling 3 Alleen bij complicaties zoals koorts, onbeheersbare pijn en ernstige dilatatie, verwijs ik met spoed naar de uroloog.
Stelling 4 Door het consequent volgen van de uitslag van het beeldvormend onderzoek (wel of geen dilatatie), kan ik de meeste patiënten met urinestenen zelf begeleiden.
Stelling 5 Als bij controle een week na de acute urinesteenaanval blijkt dat: – de klachten verdwenen zijn én – er geen hematurie meer is, zie ik geen reden voor aanvullend onderzoek of controle.
Stelling 6 Als vier weken na een koliekaanval met hematurie, maar zonder aangetoonde steen (X-buikoverzicht en echo na zeven dagen: negatief), de hematurie en de klachten zijn verdwenen, verricht ik geen aanvullend onderzoek meer.
Pauze