Stimuleren van zelf management bij gezinnen met NAH Caroline van Heugten Universiteit Maastricht Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde, Utrecht
Wat is zelf-management? Waarom zelf-management bij NAH?
Chronische aandoeningen Adaptieve taken nodig Goede zelfzorg om de ziekte onder controle te houden Vermijden van lichamelijke ontregelingen Op weg naar een bevredigend dagelijks leven Door zelf-management
Zelf-management Zelf de juiste handelingen Op de juiste tijd Plannen En ook uitvoeren Methode: pro-actieve coping
Stappen zelf management Welk doel wil ik bereiken Wat is er nodig om dat te kunnen bereiken? Wat staat het bereiken in de weg? Wat moet ik veranderen om het doel te kunnen bereiken Onderneem actie! Wat is het resultaat?
Ingrediënten voor zelf-management Probleem oplossende vaardigheden Doelen stellen Effectieve communicatie met anderen Proactief opstellen Gezonde leefstijl Leuke activiteiten ondernemen
Zelf management bij diabetes (Thoolen, 2007) Gericht op verlagen van cardiovasculaire risico’s !2 weken, 2 x 1uur individueel, 4x2 uur groep 6-8 deelnemers per groep Verpleegkundige is groepsleider Resultaten: * lager gewicht en * lagere bloeddruk 9 maanden later
Doelen zelf-management diabetes Zelfzorg zelfstandig uitvoeren Beter signalen leren herkennen Minder snel ontregeld raken en minder snel klachten ervaren Minder vaak niet-functionele medische hulp vragen Vaker reeele en conrete doelen stellen Minder beperkingen ondervinden Betere therapietrouw Hogere kwaliteit van leven
Zelf-management bij diabetes Kennismakingsgesprek Fit blijven Gezonde voeding Medicatie en zelfcontrole Diabetes zelfzorg Terugblik met het oog op de tokomst
Opbouw bijeenkomsten Nabespreken van het huiswerk Introductie nieuw thema Interactieve verwerking van het thema Uitwerking van het 5 stappenplan Voorbespreken huiswerk
Vergelijkbare problemen bij chronische aandoeningen Pijn en fysieke beperkingen Verminderde conditie Beperkingen bij dagelijkse activiteiten Vermoeidheid Angst en depressie Beperkingen in sociale activiteiten en dagbesteding Verlaagde kwaliteit van leven
Invloed van niet-medische factoren Depressie door rolverlies Vermijdingsgedrag door aanhoudende klachten Slechte psychologische aanpassing door angst, depressie en verminderd zelfbeeld Verminderd zelfvertrouwen Slechte coping vaardigheden Stress en vermoeidheid Stemmingswisselingen Hulpeloosheid
Zelf management bij chronische aandoeningen Gericht op vergroten zelf-effectivteit Aanleren probleemoplossende vaardigheden Beslissingen leren nemen Zelfvertrouwen vergroten 6 weken, 1 x week, 2.5 uur Workshopleiders niet noodzakelijk professionals, wel één met een chronische aandoening
Problemen in de chronische fase na NAH? Beperkingen in het dagelijks leven Cognitief functioneren Emotioneel functioneren Psychosociaal functioneren Sociale interacties Dagbesteding Kwaliteit van leven Mantelzorgers/naastbetrokkenen overbelast
Depressie na CVA CES-D (revalidatiepopulatie) (vd Port, 2006)
Depressie bij partners GDS (revalidatiepopulatie) (Visser-Meily, 2004)
Angst na CVA (Wilkinson, 1997; Jones, 2000; Murray, 2003) > 60% in de eerste paar weken 20% na 5 jaar 50% van de partners na een half jaar 33% van de partners na 5 jaar
Overbelasting bij partners (Visser-Meily, van Heugten, 2004) Kenmerken patient: - ernstige motorische gevolgen - ernstige cognitieve gevolgen Kenmerken partner zelf: - sombere stemming - passieve coping stijl - gezondheidsproblemen - jonge leeftijd - ontevreden over sociale steun - aantal taken - geen vertrouwen in eigen kracht
Vermoeidheid na CVA FSS (revalidatiepopulatie) (Schepers, 2006)
Coping stijlen na hersenletsel (Wolters, 2008)
Coping strategieën en emoties na hersenletsel (Curran, 2000) 88 patiënten met hersenletsel 1-5 jaar na revalidatie 44 orthopedie patiënten Veel angst en depressie in beide groepen Angst en depressie > bezorgdheid, wishful thinking, schuldgevoelens Angst en depressie < probleem oplossende strategieën, positieve houding
Emoties en coping stijlen direct na het letsel (Gustafsson, 2006) 1-2 weken na traumatisch hersenletsel, 32% angst en depressie Emotionele problemen: * hopen op verbetering * bezorgdheid * nerveus en angstig * spanning verminderen door fysieke inspanning * problemen wegdrukken Geen emotionele problemen: * de situatie accepteren zoals die is * ervan uitgaan dat er niets is om ongerust over te zijn
Emoties en coping stijlen langer na het letsel (Anson, 2006) 33 patiënten, 2 maanden tot 7 jaar na letsel 50% rapporteert angst en depressie Meer angst en depressie: * lagere zelfwaardering * meer psychosociale problemen * bezorgdheid * wishful thinking * schuldgevoelens * alcohol en drugs gebruik Hogere zelfwaardering: * humor * actief aan problemen werken *leuke activiteiten ondernemen
Coping skills groep na hersenletsel (Anson, 2006) Groepsinterventie, 2 x week 90 min, 5 weken Gericht op adaptieve coping stijlen en omgaan met emotionele en aanpassingsproblemen Aanpak: cognitieve gedragstherapie Meer adaptieve copingstijlen en beter begrip van emotionele aanpassing Geen verandering qua angst, depressie, zelfwaardering of psychosociaal functioneren Inzicht in eigen functioneren geeft betere resultaten
Coping skills groep Uitleg relatie tussen cognities, stemming en gedrag Herkennen en veranderen van negatieve gedachten en stemming Technieken om actief problemen op te lossen: informatie verzamelen over oplossingen, met anderen praten over problemen Plannen van leuke activiteiten en ontspanning Veel andacht voor angst, depressie en zelfwaardering
Groepseducatie NAH Hulpvraag leren stellen Doelen leren stellen Oplossingen leren vinden Aan oplossingen werken Maak gebruik van de groep Geef huiswerk
Hulpvraag leren stellen We hebben het nu over… Hoe is dat voor jou, heb je hiermee te maken Is dit voor jou belangrijk Hoe was dit voor het letsel Is dit veranderd Zie je zelf problemen, ben je ontevreden Wat zou je willen veranderen
Doelen leren stellen Je wilt dus …veranderen Wat is voor jou een wenselijke situatie Hoe kun je dat bereiken Wat zijn je eigen mogelijkheden Is de verandering haalbaar
Oplossingen leren vinden Verzin zoveel mogelijk oplossingen om je doel te bereiken Heb je al een oplossing in gedachten Heb je al een oplossing geprobeerd Welke oplossing kies je Welke stappen ga je nu nemen Bijvoorbeeld informatie verzamelen, hulp vragen aan xx
Aan oplossingen leren werken Wat ga je nu doen Wat is je plan Wat ga je concreet aanpakken Waar en met wie Wanneer Wanneer wil je erop terugkomen in de groep
Zelf-management bij gezinnen met NAH NAH heeft chronisch karakter Familieleden worden ook getroffen Doelen samen stellen Inzicht van de patiënt mogelijk verminderd Stimuleren van actieve copingstijlen Aanleren van probleem oplossende vaardigheden