Hardy-Weinberg animatie http://zoology.okstate.edu/zoo_lrc/biol1114/tutorials/Flash/life4e_15-6-OSU.swf
Allopatrische soortvorming Hoe kan een soort, waarvan de leden onderling kunnen kruisen, twee soorten worden, waarvan de leden zich onderling niet kunnen voortplanten? Het scenario dat werd voorgesteld om de meeste gevallen van soortvorming uit te leggen heet het Allopatrische soortvorming model. De nadruk in dit model ligt op de fysieke barrières die de ontwikkeling en de soorten opsplitst in geografisch gescheiden populaties.
Allopatrische soortvorming Twee populaties hebben onderling uitwisseling van genen (= gene flow) Deze uitwisseling wordt geremd door een (geografische) barrière. In de populaties ontstaan verschillen Door genetische drift en verschillen in de selectiedruk gaat de gensamenstelling veranderen. Door alle veranderingen is er reproductieve isolatie ontstaan, er zijn nu dus twee verschillende maar verwante soorten ontstaan.
adaptieve radiatie Met adaptieve radiatie wordt de diversificatie van soorten bedoeld die van een gemeenschappelijke voorouder afstammen om verschillende ecologische niches te bezetten.
adaptieve radiatie Gevallen van adaptieve radiatie treden op als er lege niches beschikbaar zijn voor nieuwe soorten om te bezetten. Dit gebeurt op de eilanden, omdat veel van de soorten die normaal de niches zouden bewonen deze niet hebben gekoloniseerd. Het komt ook voor na massa-extincties wanneer veel niches zijn ontruimd. Een andere situatie is na de ontwikkeling van een nieuwe functie die nieuwe niches opent, zoals de evolutie van vliegen bij vogels.
Sympatrische soortvorming Er is veel discussie over de vraag of soortvorming kan plaatsvinden zonder een populatie fysiek te splitsen door een barrière. Kunnen de verschillen tussen individuen binnen een populatie voldoende zijn om twee soorten te produceren uit één? Dit type soortvorming heet sympatrische soortvorming. Sympatrische soortvorming is waarschijnlijk verantwoordelijk geweest voor de productie van de grote verscheidenheid aan cichliden in bepaalde Afrikaanse meren. De vissoorten zijn ecologisch gezien zeer divers dus soortvorming kan het gevolg zijn van disruptieve selectie voor verschillende ecologische niches.