WIS21.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Tweedegraads Verbanden
Advertisements

Gelijkmatige toename en afname
havo B Samenvatting Hoofdstuk 6
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
vergelijkingen oplossen
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 3
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
Hogere Wiskunde Complexe getallen college week 6
(11,25;10) (10,15) (10,16) Totaal 7 lijnen getekend.
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 9
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 13
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 11
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 9
Herleiden (= Haakjes uitwerken)
Overzicht van de leerstof
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 2
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 1
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo A Samenvatting Hoofdstuk10
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 7
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 12
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 14
De grafiek van een machtsfunctie
Rekenregels van machten
Machten en logaritmen Een stukje geschiedenis
Lineaire functies Lineaire functie
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Lineaire vergelijkingen
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 6
ribwis1 Toegepaste wiskunde Lesweek 3
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Exponentiele functies Lesweek 5
Havo D deel 3 Samenvatting Hoofdstuk 11. x 2 y is (recht) evenredig met x De formule heeft de vorm y = ax De tabel is een verhoudingstabel. Bij een k.
havo A Samenvatting Hoofdstuk 3
vwo D Samenvatting Hoofdstuk 12
Vwo C Samenvatting Hoofdstuk 15. Formules en de GR Met de GR kun je bijzonderheden van formules te weten komen. Eerst plot je de grafiek. Gebruik eventueel.
AFGELEIDEN.
Exponentiële functies en logaritmische functies
havo B 5.1 Stelsels vergelijkingen
Vergelijkingen oplossen.
Lineaire formules Voorbeelden “non”-voorbeelden.
H4 Differentiëren.
H2 Lineaire Verbanden.
Presentatie vergelijkingen oplossen.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Vergelijkingen oplossen
Verbanden JTC’07.
Functies, vergelijkingen, ongelijkheden
Rechte lijnen: lineair verband. Een lijn is een verzameling van punten.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 7
1 VMBO-KGT deel Grafieken tekenen 1 1.
Grafiek van lineaire formule
2.4 Uitgebreide balansmethode Vergelijkingen oplossen VMBO-GT
Grafiek van lineaire formule
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Machten en vierkantswortels van gehele getallen
Voorkennis Wiskunde Les 7 Hoofdstuk 2/3: §2.5, 3.1 en 3.2.
Vergelijkingen van de vorm x + a = b oplossen
Vergelijkingen van de vorm ax + b = c oplossen
Vergelijkingen van de vorm x + a = b oplossen
Vergelijkingen van de vorm ax = b oplossen
Exponentiële en logaritmische functies
Vergelijkingen van de vorm ax = b oplossen
Transcript van de presentatie:

WIS21

Logaritmen Definitie Uit de definitie volgt: alog1=0 want a0=1 en a heet het grondtal; a>0 en a1 b>0 Uit de definitie volgt: alog1=0 want a0=1 en alogan=n want an=an

Meest gebruikt: grondtal 10: logb de 10 wordt niet vermeld. grondtal e (=2,7182818….): lnb (=elogb) ln: natuurlijke logaritme

Eigenschappen van logaritmen

maken opgaven 1, 2 en 3

logaritmische vergelijkingen les 2 logaritmische vergelijkingen

Logaritmische vergelijkingen Vergelijkingen waarin de logaritme van een onbekende voorkomt. voorbeeld: Oplossingsmethode: werk vergelijking om tot de vorm alogA=alogB, dan is: A=B. 

Omvormen grondtal met behulp van: Oplossing alleen mogelijk als logaritmen in vergelijking hetzelfde grondtal hebben. Omvormen grondtal met behulp van: stel alogb=x  b=ax voorbeeld: 3log6=log6/log3=0,77815/0,4771212=1,6309 3log6=ln6/ln3=1,79176/1,0986=1,6309

uitwerking voorbeeld: Kies één grondtal. Bijvoorbeeld 2: de vergelijking wordt: werk de 2 in de noemer weg:

Schrijf 4 als logaritme van 2: 4=2log24 De vergelijking wordt nu: De oplossingen zijn x1=-1, x2=16,83 en x3=-0,83.

Controleer de oplossingen door invullen in oorspronkelijke vergelijking: x1=-1 Voldoet niet, want log(0) bestaat niet x2=16,83 Voldoet niet, want log(negatief getal) kan niet. x3=-0,83 Dit antwoord voldoet wel, want logaritmes uit positieve getallen.

Maken opgave 4

definities en grafieken les 3 Functies definities en grafieken

Notatie: f:y=f(x) of f:x  f(x)   Definitie: De functie f:y=f(x) is de verzameling punten (x,y) waarvoor geldt y=f(x) en waarvoor bij elke x-waarde hoogstens één y-waarde hoort.

Principe Stel functie is: f:y=3x-4 bereken voor een aantal waarden van x de bijbehorende y: x -4 -2 2 4 6 8 y -16 -10 14 20

Teken de punten in het x,y-vlak en verbindt de losse punten door een vloeiende lijn.

Makkelijk in Excel.

Rechte lijn Lineaire functie: y=mx+b grafiek is rechte lijn. m heet de helling of richtingscoefficient lijnen met dezelfde m lopen evenwijdig m>0: rechte stijgt m<0: rechte daalt m=0: rechte loopt horizontaal (y=b) b=snijpunt met y-as b heet het intercept b=0: rechte gaat door (0,0) snijpunt met de x-as (y=0): x=-b/m

Maken opgaven 5,6 en 7

functies omvormen tot lineaire functies les 4 functies omvormen tot lineaire functies

Stel: y=e2t De grafiek hiervan is niet lineair: Bij metingen is het nodig de grafiek lineair te maken om de constante 2 te achterhalen.

Lineariseren Neem links en rechts de natuurlijke logaritme van y=e2t: lny=2t. Zet uit Y=lny tegen t: De helling hiervan is 2.

Lineariseren is een kwestie van proberen. Stel je hebt deze meetpunten: De grafiek ziet er zo uit t 1 2 3 4 5 6 7 y 20 45 80 125 180 245

Lijkt wel op een logaritmische functie. Neem van de y waarden de logaritme: (meteen al problemen met de 0: ln(0)= ERROR) Resultaat is niet-lineair.

Nu is het resultaat wel lineair: Probeer de wortel: Nu is het resultaat wel lineair: helling=15,7/7=2,24

De oorspronkelijke functie was dus y=5x2. Functie was y=ax2. wortel nemen: kennelijk is a=2,24 of a=5. De oorspronkelijke functie was dus y=5x2.

maken opgave 8

Goniometrische verhoudingen hoekmaten les 5 Goniometrische verhoudingen hoekmaten

Goniometrische verhoudingen In een driehoek met rechte hoek geldt: Driehoek ABC is gelijkvormig met driehoek AB'C'. de volgende verhoudingen zijn steeds gelijk:  A B C B' C' en

Definities voor de verhoudingen:  A B C B' C' Definities voor de verhoudingen:

relaties of Er zijn meer relaties.

Formules van Simpson Zie verder de sites: home.scarlet.be/~greetvrh/Word%20documenten/FormulariumGoniometrie.doc http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_goniometrische_identiteiten

Voorbeeld opgave Gegeven: AB=6, =25º, =90º Gevraagd: AC en BC. Oplossing: Bekend zijn  en AB. Verhoudingen daarmee zijn: cos()=AB/AC  AC=AB/cos() tan()=BC/AB  BC=AB*tan() AC=6/0,9063077=6,6202 BC=6*0,4663076=2,7978  A B C  

Hoekmaten zestigdelige graden (º): DEG honderddelige graden: GRAD van een rechte hoek van (boogminuut) van (boogseconde) honderddelige graden: GRAD 1 grad = 0,01 van een rechte hoek

radialen: RAD Twee difinities: Goniometrische cirkel radiaal: Een goniometrische cirkel is een cirkel waarvan de straal gelijk is aan de lengte-eenheid. radiaal: Een hoek van 1 radiaal is een hoek waarvan de bijbehorende booglengte op de goniometrische cirkel gelijk is aan de lengte-eenheid.

Omrekenen Lengte van cirkelomtrek: 2r. dus als r=1: lengte is 2 360º=2 radialen 2 radialen=360º 1º=2/360 radialen 1 radialen=(360/2)º xº=x/180 radialen x radialen=(180x/)º

Voorbeeld opgave Gegeven: =15º23'45'' Gevraagd:  in radialen Oplossing: eerst alles omzetten naar graden: 45''=45/60'=0,75' (optellen bij 23') 23,75'=23,75/60º=0,3958333º (optellen bij 15º) omzetten naar radialen:

Maken opgaven 9 en 10

Goniometrische verhoudingen in de goniometrische cirkel les 6 Goniometrische verhoudingen in de goniometrische cirkel

sin In de goniometrische cirkel (r=1) + _ y>0 in bovenste helft en y<0 in onderste helft: Teken van de sinus: in cirkel  + _

cos In de goniometrische cirkel (r=1) + _ x>0 in rechter helft en x<0 in linker helft: Teken van de cosinus: in cirkel  + _

tan In de goniometrische cirkel (r=1) _ + y>0 in bovenste helft en y<0 in onderste helft: en x>0 in rechter helft en x<0 in linker helft: Teken van de tangens: in cirkel  + _

Teken van de hoek Tegen de wijzers van de klok in: positief. /2 +  2 3/2 Tegen de wijzers van de klok in: positief.

Teken van de hoek Met de wijzers van de klok in: negatief. -3/2  -2 - -2 -/2 Met de wijzers van de klok in: negatief.

relatie 0 = 2 = -2 /2 = /2-2 = -3/2 -/2 = -/2+2 = 3/2  +  - -2 -  2 3/2 -/2 0 = 2 = -2 /2 = /2-2 = -3/2 -/2 = -/2+2 = 3/2 algemeen: = +n.2 = -n.2

Op gele blad: tabel voor veel voorkomende hoeken  0 sin  0 cos  1  0 sin  0 cos  1 tan  0

Maken opgave 11

Goniometrische vergelijkingen les 7 Goniometrische vergelijkingen

Vergelijkingen van de vorm sinx=a Gegeven a Gevraagd x als sinx=a bepaal met rekenmachine of tabel de x wiskundig: x=arcsin(a) op rekenmachine: sin-1 in excel: =boogsin(a) de volledige oplossing is x=arcsin(a)+k.2 en x=-arcsin(a)+k.2 k kan positief, nul en negatief zijn

Vergelijkingen van de vorm cosx=a Gegeven a Gevraagd x als cosx=a bepaal met rekenmachine of tabel de x wiskundig: x=arccos(a) op rekenmachine: cos-1 in excel: =boogcos(a) de volledige oplossing is x=arccos(a)+k.2 en x=-arccos(a)+k.2 k kan positief, nul en negatief zijn

Vergelijkingen van de vorm tanx=a Gegeven a Gevraagd x als tanx=a bepaal met rekenmachine of tabel de x wiskundig: x=arctan(a) op rekenmachine: tan-1 in excel: =boogtan(a) de volledige oplossing is x=arctan(a)+k. k kan positief, nul en negatief zijn

Voorbeeld gegeven: sinx=0,52 gegeven is cosx=-0,6 volgens de tabel is x=/4 De volledige oplossing is : x=/4+k*2 en x=-/4+k*2=3/4+k*2 gegeven is cosx=-0,6 met rekenmachine: x=216,87 De volledige oplossing: x=+216,87+k*2 en x=-216,87+k*2

Grafiek van goniometrische functies Tekenen tussen x=-2 en x=+2 Maak gebruik van excel. maak de x-asverdeling voldoende fijn, zonder te overdrijven Excel geeft alleen uitkomsten tussen x=-/2 en x=+/2 voor boogfuncties!

Voorbeeld sin(x) met verschil tussen de hoeken van 30º.

Met sin(x) en cos(x) in één tekening:

Van 13 inleveren alle even opgaven of alle oneven opgaven Maken opgaven 12, 13 en 14 Van 13 inleveren alle even opgaven of alle oneven opgaven