Hydraulisch werktuig 1 + v.b. opg. Een hydraulisch werktuig bestaat uit 2 cilinders die met elkaar verbonden zijn door een buis of slang gevuld met vloeistof. Hierop liggen zuigers. Hydraulisch werktuig 1 + v.b. opg. ? N 7 N Oppervlakte = 32 cm2 Oppervlakte = 4 cm2 Hydraulische vloeistof Bereken de kracht op de blauwe zuiger P kleine zuiger P grote zuiger = De druk onder de zuigers is hetzelfde (dezelfde hoogte in vloeistof) F A F A = 7 4 F 32 Er is dus een krachtvergroting Van 8 X !!!!! = F = 7 x 32 4 F = 56 N
Hydraulisch werktuig 2 + v.b. opg. 13,5 cm vb 1,5 cm A = 2 cm2 De oppervlakte van de grote cilinder is 9 x zo groot A = 18 cm2 De kracht op de grote cilinder is dan ook 9 x zo groot De hoeveelheid vloeistof die verplaats wordt = constant Kleine cilinder : klein oppervlak, grote lengte Grote cilinder : groot oppervlak, kleine lengte Als je de kleine zuiger 13,5 cm verplaatst dan zal de grote cilinder zich 1/9 van deze afstand verplaatsen. In bovenstaand voorbeeld is dit dan 13,5 :9 = 1,5 cm
Simulatie hydraulische pomp Tijdens opgaande beweging van de pomphendel wordt er olie in de cilinderpomp getrokken. Door de aanzuigende werking komt de kleine kogel los en wordt de grote kogel vastgezogen.
Tijdens neergaande beweging van de pomphendel wordt de olie in de hoofdcilinder gepompt. Hierdoor gaat de zuigerstang omhoog. De kleine kogel sluit de weg af door de neerwaarts gedrukte olie, de grote kogel komt hierdoor los.
De roze gekleurde olie staat onder druk.
Blijven pompen … Kleine en grote sluitkogel
en op …
en neer …
en op …
en neer …
en op …
… en neer. Zo is wel hoog genoeg, laten we de zuigerstang nu maar zakken.
Ontsluiter openen
Door het eigengewicht van de zuigerstang zakt de zuigerstang, eventueel geholpen door de aanwezige last.
En we zijn weer bij de Beginstand aanbeland. herhaling