13.3 t/m 13.5 Voedselketens / Voedselpiramides / Biomassa / BPP /NPP / Eutrofiëring.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Werking van ecosystemen
Advertisements

Eutrofiëring = voedselrijker worden van bodem en oppervlaktewater. Bijv. door overbemesting (vooral stikstofzouten en fosfaat) met mest / kunstmest.
Oppervlaktewater (rivieren, kanalen, meren , zee)
competitie of concurrentie
Ecologie VWO 5.
Ecosystemen Hoofdstuk 3.
B3 Glucose als grondstof
In een loofbos is er een grote biodiversiteit
Voedselrelaties ecologie.
Kringloop producent-consument-reducent………
Water BEGRIPPEN Oppervlaktewater = rivieren, kanalen, meren, de zee etc. (i.t.t. het water in de bodem) Zelfreinigend vermogen van water= mineralisatie.
Thema 3: Ecologie.
We beginnen met een standaard voedselketen….
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Voedselketen De Hoofdrolspelers:
Assimilatie / dissimilatie
LEVENSKENMERKEN.
T1. Afval en milieu B1. Soorten afval B2. Stoffen in de natuur
Organische stoffen Anorganische stoffen.
De kringloop van voedingsstoffen in de natuur
Basisstof 1: Invloeden uit het milieu Basisstof 2: Voedselrelaties
Voedselrelaties.
Basisstof 9: Autotroof en Heterotroof
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
413 – ECOLOGIE.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
13 Eten of gegeten worden!.
Energie in ecosystemen
VWO 5 Boek: Biologie voor jou Deel: VWO B2 deel 2
HAVO 5 Boek biologie voor jou Havo B deel 1
Hoofdstuk 11: Ecostromen
4 basis en kader, hele hoofdstuk
ECOLOGIE.
STOFWISSELING Opbouw en afbraak.
Hoofdstuk 2 Paragraaf 3.
De lucht De lucht (een mengeling van vooral stikstof, kooldioxide en zuurstof) raakt vervuild door uitstoot van gassen.
Ecologie Thema1.
H7 Celstofwisseling.
Ecologie Voedselketens en kringlopen. Relaties organismen 1.Competitie o Voedsel, ruimte of partners 2.Predatie o Opeten ander organisme Voedselketen!
Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Samen eten Nectar 2.4 Blz 47 tb.
Wie eet en wie wordt gegeten?
Eutrofiëring.
Ecologie' 17 .
We beginnen met een standaard voedselketen….
Ecologie Hoofdstuk 6.
Thema 3 ecologie.
Koolstofkringloop Lucht Planten fotosynthese Plantaardige
Ecologie Hoofdstuk 6.
Ecologie Hoofdstuk 6.
413 – ECOLOGIE.
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Organische stoffen Anorganische stoffen.
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Thema 4 Mens en Milieu.
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Havo 5 Stofwisseling: Koolstofkringloop
Transcript van de presentatie:

13.3 t/m 13.5 Voedselketens / Voedselpiramides / Biomassa / BPP /NPP / Eutrofiëring

Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde Producent Autotroof Heterotroof Heterotroof Heterotroof Autotroof = kunnen zelf hun organische stoffen maken (fotosynthese) Heterotroof = andere organismen nodig om aan organische stoffen te komen

Voedselnet Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde Producent

KRINGLOOP VAN STOFFEN CONSUMENTEN 2E ORDE CONSUMENTEN 3E ORDE AFVALETERS PRODUCENTEN REDUCENTEN ANORGANISCHE STOFFEN

Energieverlies door: Dissimilatie Uitwerpselen Afgestorven weefsel

niet alle geproduceerde biomassa wordt vastgelegd in organisme Hoeveelheid geproduceerde organische stoffen wordt uitgedrukt in biomassa bruto primaire productie (BPP) = totale door planten gevormde biomassa in een bepaalde tijdseenheid niet alle geproduceerde biomassa wordt vastgelegd in organisme deel gebruikt voor de dissimilatie netto primaire productie (NPP) = BPP minus de biomassa die planten nodig hebben voor de dissimilatie NPP komt beschikbaar voor de volgende schakel in de voedselketen

Geschikt om 7x zoveel personen te voeden…. Dat kost per kilo aan water: Appels: 90 liter Aardappelen: 45 liter Tomaten: 43 liter Rundvlees: 4.700 liter

Eutrofiëring = voedselrijker worden van bodem en oppervlaktewater. Bijv. door overbemesting (vooral stikstofzouten en fosfaat) met mest / kunstmest. Lozen wasmiddelen.

vermesting

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei)

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) troebel water

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) troebel water minder licht in water

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) troebel water minder licht in water snoek vindt prooi niet

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) troebel water minder licht in water snoek vindt prooi niet veel brasem

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) troebel water minder licht in water snoek vindt prooi niet veel brasem minder watervlooien

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) troebel water minder licht in water snoek vindt prooi niet meer algen veel brasem minder watervlooien

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) troebel water minder licht in water algen sterven snel snoek vindt prooi niet meer algen veel brasem minder watervlooien

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) troebel water meer reducenten minder licht in water algen sterven snel snoek vindt prooi niet meer algen veel brasem minder watervlooien

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) minder zuurstof troebel water meer reducenten minder licht in water algen sterven snel snoek vindt prooi niet meer algen veel brasem minder watervlooien

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen groene kleur (waterbloei) dieren sterven minder zuurstof troebel water meer reducenten minder licht in water algen sterven snel snoek vindt prooi niet meer algen veel brasem minder watervlooien

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen meer reducenten groene kleur (waterbloei) dieren sterven minder zuurstof troebel water meer reducenten minder licht in water algen sterven snel snoek vindt prooi niet meer algen veel brasem minder watervlooien

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen meer reducenten groene kleur (waterbloei) dieren sterven minder zuurstof minder zuurstof troebel water meer reducenten minder licht in water algen sterven snel snoek vindt prooi niet meer algen veel brasem minder watervlooien

Eutrofiëring vermesting veel kroos en algen meer reducenten groene kleur (waterbloei) dieren sterven minder zuurstof minder zuurstof troebel water meer reducenten minder licht in water algen sterven snel snoek vindt prooi niet Water kan gaan stinken door H2S wat ontstaat door anaerobe rottingsbacterien meer algen veel brasem minder watervlooien