H1 Samenhang en verscheidenheid

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 1 Globalisering Paragraaf 1 t/m 4
Advertisements

Paragraaf 4.2: Verschuivende werelden.
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
1.3 globalisering verovert de wereld
1.2 De wereld wordt kleiner
Globalisering HAVO Achtergrondinformatie bij deze powerpoint presentatie: Globetrotter, een serie geografische verkenningen, Teleac NOT, Utrecht 1996 Evert.
Hst 4: De wereld indelen.
In de vaart der volkeren
Het noorden tegenover het zuiden
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
1.4 een geglobaliseerde wereld
Groot-Brittannië en India en Kenia
Hoofdstuk 5. par 5 Help! De wereld krimpt!
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Latijns Amerika, wereld van verschillen
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: wereldbeeld Paragraaf 1 t/m 5
Terugblik §1.2 -> de deelvraag
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Paragraaf 2.2 Europa: oude kernregio met rimpels
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Hst 4: De wereld indelen.
Hst 4: De wereld indelen.
Hst 4: De wereld indelen.
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
Samenvatting: hoofdstuk 1
Samenvatting hoofdstuk 2
Hfst 1: de wereld; Het wereldbeeld
Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 7 t/m 12
Hoofdstuk 3 Actuele vraagstukken in Zuidoost-Azië Paragraaf 8 t/m 14
Hoofdstuk 2 Globalisering Paragraaf 1 t/m 4
Hoofdstuk 1 Par. 10 en 11.
2.1 - Kloof wordt breder Regionale ongelijkheid op wereldschaal:
Aardrijkskunde 5 havo ( ) H1, les 7 L.A. Hoogteijling.
2.2 Samenwerking van landen
1.5 Drie Amerikaanse steden global cities
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv Make poverty history In 2000 zijn millenniumdoelen vastgesteld, bijvoorbeeld: in 2015 moeten armoede.
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
HOOFDSTUK 11 GLOBALISERING.
Samenhang en verscheidenheid
Schematische samenvatting
Hoofdstuk 3 Actuele vraagstukken in Zuidoost-Azië Paragraaf 8 t/m 14
Hoofdstuk 2 Globalisering Paragraaf 6 t/m 8
Van slow world tot fast world
Hoofdstuk 2 Verbanden tussen patronen Paragraaf 6 t/m 9
Globalisering.
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
Centrum-periferie-model
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Paragraaf 4,3 Centrum van de wereld!
Een wereld van verschil
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
Hoofdstuk 2 De wereld, een regionaal mozaïek
Aardrijkskunde Blok 4.
1. globalisering. 1 Weg uit Nederland a Daar zijn de lonen lager. Daar is de productie dus goedkoper. Tot 1989 bestond het IJzeren Gordijn nog. De uitwisseling.
1. globalisering. 1.1 Het economisch wereldbeeld.
1.2 De wereld wordt steeds kleiner. Even herhaling van voor de vakantie internationalisering ) mondialisering ) globalisering ) enkele gevolgen- minder.
NEDERLAND HANDELSLAND
Paragraaf 13.6 Globalisering.
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: wereldbeeld Paragraaf 1 t/m 5
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
A H1 Samenhang & verscheidenheid P3 Wereldbeeld 2000 (overzichtelijkheid weg) AK HAVO 4 & VWO 4 - PD
Na WO2 is er een politieke en economische tegenstelling in de wereld.
A H1 Samenhang & verscheidenheid P1 De wereld wordt één geheel ( )
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
1.1 Globalisering: one world?
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

H1 Samenhang en verscheidenheid

1 Oriëntatie - Wat zijn de belangrijkste kenmerken van globalisering in de wereld?

Hoe heeft de wereldsamenleving zich in de loop der tijd ontwikkeld?

Waarom doet niet ieder land in dezelfde mate mee met globalisering? De top tien van landen met de hoogste en de laagste omvang van buitenlandse investeringen (miljoen dollar, 2009) Top tien hoogste investeringen Top tien laagste investeringen 1 Verenigde Staten 2.397.000 1 Paraguay 2 2 Frankrijk 1.191.000 2 Koeweit 1.078 3 Groot-Brittannië 1.032.000 3 Kenia 2.063 4 Duitsland 1.008.000 4 Macedonië 3.528 5 Hongkong 858.200 5 Bangladesh 5.617 6 België 742.400 6 El Salvador 6.992 7 Nederland 671.600 7 Iran 7.854 8 Spanje 652.100 8 Malta 8.240 9 Canada 494.600 9 Azerbeidzjan 8.316 10 China 456.300 10 Letland 11.610

2 Wat is globalisering? 2.1 De definitie van globalisering Drie kenmerken: Bedrijven, landen en mensen werken meer samen Steeds meer grensoverschrijdende stromen van goederen, mensen en informatie Bedrijven, landen en mensen oefenen steeds meer invloed op elkaar uit Internationalisering ≠ mondialisering

2.2 Internationale taakverdeling De interactietheorie van Ullman Ruimtelijke verplaatsingen treden op in geval van: Complementariteit Geen tussenliggende mogelijkheden Transporteerbaarheid

2.3 Globalisering leidt tot netwerksamenlevingen Meer netwerken door toename geografische mobiliteit Productienetwerken Sociale netwerken Toeristennetwerken

2.4 Tijd-ruimtecompressie Relatieve afstanden worden korter: afstandsverval Komt door twee technologische ontwikkelingen: Ontwikkeling van transporttechnologie 2. Ontwikkeling van communicatietechnologie

2.5 Standaardisering Standaardisering: uniformiteit in culturele ideeën economie regels Standaardisering van de productie: fordisme toyotisme

3 Kolonialisme veranderde de wereld (1500-1950) 3.1 Kolonialisme vanuit Europa Europese landen begonnen met uitbreiden van hun macht: imperialisme -> kolonialisme (europeanisering)

3.2 Handelskolonialisme (1500-1850) Vanaf 1500: handelskolonialisme wegens toename Europese bevolking

3.3 Exploitatiekolonialisme Industriële Revolutie: grondstoffen nodig Gevolg: exploitatiekolonialisme in Afrika en Azië

3.4 De tegenstelling centrum-periferie Centrum-periferiemodel zorgt voor: Regionale ongelijkheid Sociale ongelijkheid Verschillen in ontwikkeling stad en platteland Backwash-effects Spread-effects

3.5 Ruilvoetverslechtering en schulden Economische problemen door slechte handelsbalans: ruilvoetverslechtering. Dit leidde tot schulden. Ontwikkeling staatsschuld in Afrika (1970-2008) in miljarden US-dollar.

4 Drie werelden in één (na 1950) 4.1 Het ontstaan van een Oost-Westtegenstelling Koude Oorlog: strijd tussen hegemoniale staten. Kapitalisme (vrijemarkteconomie) versus communisme (planeconomie) Of: Eerste Wereld versus Tweede Wereld Vanaf 1989: politieke transitie

4.2 Het ontstaan van een Noord-Zuidtegenstelling Na de Tweede Wereldoorlog: Dekolonisatie: veel koloniën onafhankelijk Neokoloniale situatie Zwakke economische ontwikkeling Afhankelijk van export van primaire producten Eerste, Tweede en Derde Wereld Noord-Zuidtegenstelling

Drie kenmerken ontwikkelingslanden: Armoede Zwakke economische structuur Fragmentarische modernisering

4.3 Politieke globalisering Politieke globalisering -> intergouvernementele organisaties (IOG’s) Verenigde Naties (VN) Wereldhandelsorganisatie (WTO) Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) G20 (Groep van 20) Millenniumdoelen: in 2015…

5 Economische globalisering 5.1 Global Shift Rond 1950: economische centrum in West-Europa en de VS Vanaf 1970: uitschuiving van footloose industries naar Oost- en Zuidoost-Azië (Pacific Rim) en Latijns-Amerika Nieuwe industrielanden (NIC’s): In Azië: Tijgerlanden Omvangrijke beroepsbevolking Lage lonen Aantrekkelijk voor arbeidsintensieve bedrijven Nieuwe internationale arbeidsverdeling

5.2 Het triadisch netwerk Economische driehoek waarin de meeste wereldhandel en productie plaatsvindt.

5.3 Importvervangende industrialisatie Nieuwe industrielanden importeren meer dan ze exporteren Deze import wordt vervangen door in eigen land vervaardigde producten (importsubstitutie) Dit vermindert afhankelijkheid van het buitenland

5.4 Toyotisme bevordert de exportindustrie Produceren is vooral goed organiseren Clustering: bespaart kosten

6 Bedrijven en globalisering 6.1 Multinationale ondernemingen Kenmerken MNO’s: Veel kennis en kapitaal 2. Strategisch handelen

6.2 De productlevenscyclus Snelle ontwikkelingen zorgen voor een korte productlevenscyclus.

6.3 De staat en de vestiging van bedrijven Overheden kunnen bedrijven lokken door: Belastingvoordelen, investeringssubsidies Vrijhandelszones - Exportindustriezones Goede infrastructuur Niet te hoge lonen Beperking vakbondsactiviteiten 5. Weinig milieueisen stellen

7 Globalisering en cultuur 7.1 Cultuur en identiteit Cultuur omvat twee onderdelen: Geestelijke aspecten Materiële aspecten Cultuurpatroon: identiteit Cultuurgebied

7.2 Lokalisering tegenover globalisering Tegenhanger van globalisering: lokalisering Bijvoorbeeld weerstand tegen modernisering of verwestersing Lokalisering in de politiek: regionalisme McDonalds in de wereld

7.3 Cultuur en de demografische transitie Groene druk: veel jongeren Grijze druk: veel ouderen

8 Globalisering en migratie 8.1 Migratie, een wereldwijd verschijnsel Internationale migratie Economisch motief: arbeidsmigratie Leidt tot multiculturele samenleving Binnenlandse migratie Van platteland naar stad: urbanisatie Percentage van de bevolking in een stedelijk gebied: urbanisatiegraad

8.2 Migratie verklaren of voorspellen Drie schaalniveaus om migratie te verklaren: Macroniveau (wereldschaal) Mesoniveau (eigen land of gebied) Microniveau (eigen huishouding)

8.3 Transnationale identiteit Migranten brengen nieuwe culturele kenmerken naar een gebied Ze nemen zelf kenmerken over Een mengcultuur ontstaat: transnationale identiteit

9 Samenhang en verscheidenheid 9.1 De geleding van de wereld Zes soorten landen: Minst Ontwikkelde Landen (MOL) Ontwikkelingslanden Rijke oliestaten Transitielanden Nieuwe Industrielanden (NIC’s) Hoogst Ontwikkelde Landen (HOL)

9.2 Indicatoren om ontwikkeling te meten Human Development Index (HDI) bestaat uit: Educatie-index (analfabetisme) Levensverwachting bij geboorte Levensstandaard (inkomen, koopkracht) Andere indicatoren: Percentage onder de armoedegrens Binnenlandse regionale ongelijkheid

9.3 Eenwording of verbrokkeling? Meer landen lid van WTO Verbrokkeling: Strijd tegen islamitisch fundamentalisme Polarisatie Tweedeling: Fast World Slow World

9.4 Waarom doen niet alle landen mee? Drie oorzaken: Landen zijn te arm Dictatuur of gesloten politiek systeem Culturele bezwaren

9.5 De anders-globalisten willen het anders Anders-globalisten willen een andere manier van globalisering: Het moet leiden tot een betere en duurzame wereld Arme boeren, arme landen, mensenrechten, milieu en klimaat mogen niet in de knel komen Ze vinden de WTO en de Wereldbank niet democratisch Vrezen dat vooral MNO’s er beter van worden Ze voeren actie bij vergaderingen van IGO’s om dit te bereiken