19de eeuw (5.1) Vanaf 1870 beheersen 3 kwesties de Nederlandse politiek -kiesrechtstrijd -sociale kwestie -schoolstrijd Rond die 3 kwesties vindt in Nederland.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Ontstaan van politieke partijen
Advertisements

Gelijkheid voor iedereen
4.2 Deels ontzuiling, maar ook nieuwe verzuiling
Do’s and Don’ts presentaties
4.3 Politieke stromingen.
Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling
Politieke organisaties in de 19de en 20ste eeuw
de tijd van burgers en stoommachines
Hoofdstuk 6 Democratisering
Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa.
Het socialisme Paragraaf 7..
Liberalen, socialisten confessionelen
Paragraaf 5.4 De strijd om de school.
De staatsinrichting van Nederland.
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
1.1 Over de Nieuwe en de Nieuwste tijd
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
V AN H UNEBED TOT HEDEN Kiesrecht en Interbellum – les 11.
Ontstaan en ontwikkeling van een politieke stroming
19de eeuw(1.5 en 4.2) In 1813 komt de zoon van Willem V terug als soeverein vorst(na nederlaag Napoleon) als koning Willem I Er komt een nieuwe grondwet.
Van onderop via -vakbonden -politieke partijen Van bovenaf via een burgerlijk bescha- vingsoffensief van de rijken -doorgeven van burgerlijke normen en.
Nederland na WO II.
Nederland in de 20ste eeuw
Paragraaf 2: Socialistische ideeën
Historisch overzicht Nederland
§1 Nederland verzuilt.
H2 Politieke stromingen
De staatsinrichting van Nederland.
Liberalisme en socialisme
Paragraaf 1.2 Bestuur en cultuur.
Paragraaf 3: kerk en school
de tijd van burgers en stoommachines
Staatsinrichting, Paragraaf 2
Vrijheid en democratie Democratisering in Nederland
Politieke partijen en stromingen tot 1940
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Par 8 Opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw
Op weg naar een eerlijker bestuur
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Nederland verzuild en verzorgd Par 1
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Koning Willem II Zoon van de krachtdadige Willem I Was in 1848 bang zijn koningschap te verliezen Werd in één nacht liberaal Stemde in met de liberale.
De twintigte eeuw 1900 – 1919.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
Politieke stromingen De liberalen
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Politieke stromingen De confessionelen
Politiek – maatschappelijke stromingen:
Waarom stemde de Nederlanders, voor WOII, niet op de NSB
H10.2 Feminisme en socialisme
Hoofdstuk 5: Wacht op onze daden! Wat hebben de Katholieken, Protestanten, Socialisten en vrouwen bereikt?
Hoofdstuk 5: Burgers en Stoommachines
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
De Grondwet van 1848.
de tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
Geschiedenis van de parlementaire democratie in Nederland
§3.4 Politieke stromingen
Ter voorbereiding op de toets van as. woensdag.
Transcript van de presentatie:

19de eeuw (5.1) Vanaf 1870 beheersen 3 kwesties de Nederlandse politiek -kiesrechtstrijd -sociale kwestie -schoolstrijd Rond die 3 kwesties vindt in Nederland partijvorming plaats (en verzuiling)

Protestanten(5.3) 1ste helft 19de eeuw ontstaat de anti- revolutionaire stroming olv Groen van Prinsterer Deze stroming keert zich tegen de Franse revolutie en de Verlichting -tegen secularisatie -tegen het humanisme -tegen scheiding kerk- staat Leuze “tegen de revolutie het evangelie”

vervolg Zij werken samen met de conservatieven Vanaf 1870 anti-revolutionairen olv Abraham Kuyper (ex dominee) Hij gaat de protestanten organiseren→ “ Klokkenluider van de kleine Luyden’’ Zijn bijnaam “Abraham de geweldige “ Hij was -hoofdredacteur van de Standaard (1874) -lid van de 2de Kamer (vanaf 1874) -stichter van de A.R.P. (1879)

vervolg -stichter van de V.U. (1880) -stichter van de Gereformeerde kerk(1892) In de 19de eeuw waren er in de protestante kerk 2 stromingen -rechtzinnigen (minderheid) -vrijzinnigen(meerderheid) Al 2 keer had een groep rechtzinnigen zich afgescheiden -1834 De Afscheiding -1886 De Doleantie Kuyper voegt die 2 samen tot de Gereformeerde kerk

vervolg Beginselprogramma van Kuyper -soevereiniteit in eigen kring -anti- these In 1908 ontstond de C.H.U. olv jonkheer De Savornin Lohman In 1918 ontstond de S.G.P. olv dominee Kersten -letterlijk nemen van de Bijbel -staat ondergeschikt aan de kerk -tegen emancipatie van de vrouw

Katholieken 1ste helft 19de eeuw protestant en katholiek vijandig tov elkaar -protestanten bang voor groeiend aantal katholieken(grote gezinnen) -protestanten bang voor verlies leidende positie -religieuze tegenstelling sinds de Reformatie Twee geloven op 1 kussen daar slaapt de duivel tussen

vervolg Katholieken werken dus samen met de liberalen (emancipatie→ in 1848 gelijkheid van godsdienst) Na 1870 minder goede relatie met liberalen -liberalen voor scheiding kerk-staat (godsdienst is prive zaak) -paus veroordeelt liberalisme (1870 Syllabus errorum en 1891 Rerum Novarum) Toenadering tot de protestanten→ monsterverbond (gemeenschappelijk doel) -anti-these -schoolstrijd

vervolg Katholieke partij ontstaat laat (kerk al goed georganiseerd)→ in 1926 ontstaat de R.K.S.P. Grote leider in de 19de eeuw is Schaepman Hij gaat samenwerken met de protestanten In 1888 eerste confessionele regering→ Kabinet McKaay Katholieken gaan uit van het subsidiariteits- beginsel -alles moet in 1ste instantie overgelaten worden aan de maatschappelijke krachten

vervolg -staat heeft aanvullende rol (als de maat- schappelijke krachten er niet uit komen) De samenleving is een organisch geheel Kleinste eenheid is het gezin (hoeksteen van de samenleving)

Socialisten (4.3) Het socialisme was in de 19de eeuw revolutionair -positie van de armen/arbeiders was slecht -door het ontbreken van kiesrecht hadden ze geen politieke invloed De ideeën van Marx waren hun inspiratiebron In 18881 ontstond de S.D.B. (partij en vak- Bond) olv Domela Nieuwenhuis

vervolg -de apostel van de arbeiders/de verlosser -hoofdredacteur van “Recht voor allen” -organiseert de massa In 1886 in de gevangenis wegens majesteitsschennis(artikel in Recht voor Allen-koning gorilla) In 1888 gekozen in de 2de Kamer→ mislukt kamerlidmaatschap→ Domela wordt anarchist

vervolg In 1894 ontstaat de S.D.A.P. olv Troelstra -hoofdredacteur van “Het Volk” -reformist/revisionist -streeft naar algemeen kiesrecht→ parlementaire meerderheid→ via wetten sociale rechtvaardigheid De 5 K’s -anti-kapitaal -anti-kerk (opium van het volk) -anti-koningshuis -anti-kazerne (pacifistisch) -anti-kroeg

vervolg In 1909 splitst zich de S.D.P. af olv Wijnkoop Dat wordt later de CPH en na WO II de CPN Zij houden vast aan de ideeën van Marx -revolutie (middel) -alle macht naar de arbeiders→ gelijkheid

Liberalen Als reactie op de partijvorming bij de andere stromingen ontstaat er ook een liberale partij, de Liberale Unie (1885) Eind 19de eeuw splitst die zich in -oud liberalen nl Liberale Staatspartij -jong liberalen nl V.D.B. Oud liberalen houden vast aan het oorspronkelijke liberalisme Jong liberalen vinden dat een mens zich zo optimaal mogelijk moet kunnen ontplooien

vervolg Zij zijn daarom voor -algemeen kiesrecht (politieke invloed) -sociale wetgeving(beter bestaan)

Groen van prinsterer

Abraham kuyper en de ARP

De Standaard

De Savornin Lohman en de CHU

Splitsing in de protestantse beweging Anti revolutionairen Christelijk historischen -Gereformeerden -Gewone mensen -Samenwerken met de katholieken -Autoritaire leiding A.R.P. o.l.v. Kuyper -Nederlands Hervormden -Elite -Anti- katholiek -Minder strak georganiseerd C.H.U. o.l.v. De Savornin Lohman

Dominee Kersten en de S.G.P.

Leo XIII en Rerum Novarum

Pius XI en de Syllabus errorum

Schaepman en de RKSP

Kabinet Mackaay

Ferdinand Domela Nieuwenhuis en de SDB

Koning gorilla

Pieter Jelles Troelstra en de SDAP

Oprichting SDAP

Wijnkoop en de CPH

Samuel van Houten en de VDB