Late Oudheid.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Blok 2 Grieken en Romeinen
Advertisements

Kenmerk 16 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten Les 3: Het Grote Schisma van 1054.
Multiculturaliteit In het Romeinse Rijk.
N)’- ,; Geschiedenis.
Rome De Late Keizertijd (193 n.Chr. – 476 n.Chr.) Mounir Lahcen
SlagTeuterburgerwoud
De ondergang van het West-Romeinse rijk
Ontdekking en verovering
The shortest history of Europe
Geschiedenis van de hofcultuur
Het West Romeinse rijk valt uiteen
Romeinen, Germanen en Kelten
De kerk in de Middeleeuwen
Romeinen in Noord-West Europa
2.5 Goden en heiligen Kenmerk:
Uit: Trouw 16 september 2009.
Kenmerk 8: De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten Les 7: ontwikkeling van het jodendom en.
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 1: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Ontstaan Byzantium In 330 nc koos Constantijn de Grote het plaatsje Byzantium als nieuwe hoofdstad voor zijn keizerrijk Onmiddellijk startte hij een gigantisch.
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Kenmerk 5: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Hoofdstuk V: Rome Les 7: Neergang van het Westen.
De ontwikkeling van het Christendom
Week 7: Vervolging en martelaarschap Margit Pothoven.
Kern: bestuur van het Rijk. Bronnen: Claudius was een goed bestuurder maar een vervelend persoon. Levick (vraag D1): Claudius voerde geen.
Paragraaf 2.4 Vorige les: Romeinen en Germanen Deze les:
Romeinen en Germanen.
Jodendom en christendom
Het Christendom Paragraaf 8.
Middeleeuwen.
OUDHEID NAAR MIDDELEEUWEN OUDHEID NAAR MIDDELEEUWEN hoorcollege collegejaar , 1ste semester cursuscode 5772HOG01H Geschiedenis studeren: een linkse.
Hoorcollege propedeuse de college
Echt klassiek! Tijd van Grieken en Romeinen
De Romeinen.
Late Keizertijd Christendom
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 7: De Romeinen, Romanisering.
H2 Ontdekking en verovering
Tijd van Grieken en Romeinen
Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Voorbeeldvragen examen geschiedenis
Romeinse keizer van 180 tot 193
Romeinen, Germanen en Kelten
Een nieuw geloof: het christendom
VERWIJZING NAAR HANDBOEK: HOOFDSTUK 12 P36-37 De Latijnse christenheid en de anderen p33-36.
Monniken en Ridders Hoofdstuk 3.
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Renaissance en Opstand
Het Romeinse rijk verdwijnt in West-Europa
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok II F.G. Naerebout.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok II F.G. Naerebout.
H4.2 De expansie van het Christendom
Romeinen, Germanen en Kelten. Wat gaan we doen? Aan de grens van het rijk Romeins-Nederland Romanisering Het einde van Rome De Bataafse opstand Volksverhuizingen.
Grieken en Romeinen H2.4 HET EINDE VAN HET ROMEINSE RIJK.
Tijd van Grieken en Romeinen v.Chr. – 500 na Chr.
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Blok 2 Grieken en Romeinen
Tijd van Grieken en Romeinen v.Chr. – 500 na Chr.
Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen
Paragraaf 4.2 De expansie van de christelijke wereld
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Thema 2 – les 3 Een nieuw geloof.
Kenmerk 6 & 7 De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Ontstaan Byzantium In 330 nc koos Constantijn de Grote het plaatsje Byzantium als nieuwe hoofdstad voor zijn keizerrijk Onmiddellijk startte hij een gigantisch.
Antwoorden H2 § 4. KA 4 en 5.
Kenmerk 8: De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten Les 15b: ontwikkeling van het jodendom.
Romulus sticht Rome in 754 v. Chr.
Transcript van de presentatie:

Late Oudheid

Hoe leer je voor een tentamen? Hoorcollege: - Aantekeningen, powerpoints, memoriseren! Handboek: - Grote lijnen, feitenkennis. Combineer met kennis van het hoorcollege. Reader en werkboek: - Kernpunten van de teksten. Hoe verhouden ze zich tot elkaar en tot het weekthema?

Grensdruk en invasies

Severische keizers 193-235 CE Septimius S. Caracalla Elagabalus Alexander S. Defensie Verlening Romeins burgerrecht

Diocletianus (284-305) Vijftig jaar onrust: soldatenkeizers. Hervormingen van het leger, belastingstelsel en de bureaucratie. Gevolg: meer afstand tussen de keizer en het volk. Tetrarchie met Galerius, Maximianus en Constantius.

Tetrarchie

Keizer Constantijn 306: Keizer van het westen. Concurrentie: Maxentius (westen) en Licinius (oosten). 312: Slag bij Pons Milvius. 324: Alleenheerser. Constantinopel (Byzantium) 313: Edict v. Milaan: christendom wordt toegestaan. Let op: de traditionele religie is nog altijd de staatsreligie! Dit gebeurt pas in 392. Libellus: bewijs van offeren aan de keizer. Constantijn, brons, 4de eeuw . Capitolijnse musea

Sint Pieter, Circus van Nero

West- en Oost Romeinse Rijk

Einde van het polytheïsme 391: vernietiging van het Serapeum van Alexandrië. Eind 6e eeuw: sluiten van tempels. Agora: http://www.youtube.com/watch?v=IHn77snInbU

Einde van het West-Romeinse Rijk 410: plundering van Rome door de Visigothen. 476: laatste Romeinse keizer wordt vervangen door een Germaan. Die wordt op zijn beurt in 493 vervangen door een Ostrogoth. Barbaren? Barbaroi = niet-Griekstaligen

Einde van het Oost-Romeinse Rijk Oost-Romeinse Rijk verliest langzaam terrein aan: - Venetië vanuit het westen - Islamitische Turken vanuit het (zuid)oosten. 1453: definitieve inname van Constantinopel door de Turken. Leidt tot: begin renaissance.

Readerteksten Wat is de hoofdvraag? Dyson Cornell Levick Lendon De Ste. Croix Wat is de hoofdvraag? Hoe wordt deze beantwoord? Welke argumenten worden hiervoor gebruikt?