Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
inhoud Wat zijn landschapszones? (par. 9) Warme gebieden (par. 9) Droge gebieden (par. 9) Subtropische gebieden (par. 10) Gematigde gebieden (par. 10) Koude gebieden (par. 10)
Klimaatgebieden volgens Köppen Natuurlijke vegetatiezones
Landschapszones = fysisch-geografische zones Door bepaald klimaat is er een bepaalde natuurlijke vegetatie Onder invloed van: - geografische breedteligging, reliëf en bodem, afstand tot de zee
Tropische landschapszone Welke twee klimaten horen bij deze zone?
Tropische landschapszone A Hele jaar > 18 graden Celsius Neerslag: hele jaar door of moesson Tropisch regenwoudklimaat (Af of Am) en savanneklimaat (As of Aw) Natuurlijke vegetatie: tropisch regenwoud, mangrovebos, savanne
Landgebruik Shifting cultivation (vaak ‘slash and burn’) tijdelijk gebruik van landbouwgrond om later door te schuiven
Landgebruik Sawa’s terrasbouw in water (voor rijstbouw)
Aride landschapszone Welke klimaten horen bij deze zone?
Aride (droge) landschapszone B Temperatuur varieert: dag en breedteligging Steppeklimaat (> 250 mm per jaar) BS Woestijnklimaat (< 250 mm per jaar) BW Steppeklimaat: semi-aride Natuurlijke vegetatie: steppe, woestijn
Landgebruik Nomadisme rondtrekken met vee zonder vaste woonplaats Overbeweiding (overbegrazing) begrazing waarbij de vegetatie zich niet kan herstellen
Landgebruik Oase plek in de woestijn met toegang tot water Wadi rivierdal dat het grootste deel van het jaar droog staat
Subtropische landschapszone Cs Temperatuur: zomer hoog, winter gematigd Neerslag: vooral in één seizoen Middellandse Zeeklimaat Cs Natuurlijke vegetatie: mediterrane vegetatie (vaak laag struikgewas)
Boreale landschapszone D Temperatuur: zomer hoog winter kouder naarmate noordelijker Neerslag in het hele jaar Landklimaat of continentaal klimaat Df Natuurlijke vegetatie: naaldwoud Drunken forest Taiga
Gematigde landschapszone Ligging dicht bij zee: gematigde werking Temperatuur zomer lager, winter hoger dan boreale zone Neerslag in alle jaargetijden Gematigd zeeklimaat Cf Natuurlijke vegetatie: loofwoud, moerasbos
Zeeklimaat vergeleken met landklimaat
Koude klimaten Welke klimaten?
Polaire landschapszone E Geen echte warme periode Onderscheid tussen: - toendraklimaat ET - sneeuwklimaat EF - hooggebergteklimaat EH Neerslag: vaak hele jaar door in kleine hoeveelheden Natuurlijke vegetatie: toendra of geen
Permafrost Bodem die nooit helemaal ontdooit (denk aan permanent en vorst)