Kappen, graven en planten rond de evenaar. Paragraaf 3.1 Kappen, graven en planten rond de evenaar.
Je weet dat ontwikkelingslanden vroeger vrijwel uitsluitend grondstoffen uitvoerden en eindproducten importeerden, maar dat er tegenwoordig een verschuiving gaande is naar de uitvoer van arbeidsintensieve industrieproducten (assemblage-industrie). Je weet dat naar mate een land welvarender is, de primaire en de secundaire sector kleiner worden en de (moderne / westerse) tertiaire sector groeit. Je weet ook dat de grote informele sector (als deel van de tertiaire sector) dit beeld behoorlijk kan verstoren ! Je kunt de kenmerken van de primaire, secundaire en tertiaire sector in Indonesië beschrijven en verklaren. Je kunt de veranderingen in de economie (economische sectoren) sinds 1980 beschrijven en verklaren als een gevolg van globalisering.
De verdeling van de beroepsbevolking over de verschillende sectoren en de bijdrage hiervan aan het BBP. % 2006 %BBP 2006 Primaire sector 52,5% 13,4% Landbouw, bosbouw, jacht, visserij 44% Mijnbouw 8,5% Secundaire sector 17,1% 45,7% Industrie 12,3% Ambacht, bouwnijverheid 4,8% Tertiaire sector 30,4% 40,9% Handel en horeca 19,9% Overige 10.5% Welke conclusies kan je trekken t.a.v. de welvaart van Indonesië?
Bosbouw is een belangrijke deviezenbron Exportvalorisatie = industriële bewerking van een ruwe grondstof of halfproduct voordat het wordt uitgevoerd. Motivatie: -meer inkomsten (door hogere toegevoegde waarde) -werkgelegenheid
Mijnbouw -Door buitenlandse maatschappijen Die leveren de techniek en de investering ! -Veelal in dagbouw grote ingreep in milieu
Delfstoffen en conflicten. Oplossing? Meer regionale zeggenschap
De landbouw Bevolkingslandbouw Plantagelandbouw - voedingsgewassen - handelsgewassen - geringe bedrijfsgrootte - grootschalig
Plantages -Opgezet in de koloniale tijd -Toepassing van wetenschappelijke kennis, gebruik van machines, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen -Exportgericht -Relatief weinig arbeiders -Vooral op Sumatra -Producten: rubber, koffie, palmolie, tabak, thee, kopra, cacao, peper en andere specerijen
Rijstbouw Natte rijstbouw: -zuidoostelijke eilanden (incl.Java) -sawa’s Droge rijstbouw: -buitengewesten -tegalan
Ladang landbouw -In het oerwoud -Deel van de vegetatie weghalen; de rest verbranden -In de as zaaien, poten of planten -Slechts enkele jaren bruikbaar Zie ook artikel in WB !
Agrarische transitie (verandering: traditioneel modern) = Gevolg van de Groene Revolutie: Groene revolutie: Moderne productiemiddelen (machines i.p.v. mens- en dierkracht, kunstmest, bestrijdingsmiddelen) Gebruik van wetenschappelijke landbouwkundige inzichten (bijvoorbeeld: nieuwe rijstsoorten) -Gevolgen van Groene Revolutie: Afname v/h aantal arbeiders in de landbouw Hogere mechanisatiegraad Toename bedrijfsgrootte Meer investeringskosten Dus: - grotere tegenstelling tussen de grote boeren ↔ arme keuterboeren - migratie naar de steden