deeltjesmodel
Elektronenmicroscoop-opname van een fotonisch kristal Elektronenmicroscoop-opname van een fotonisch kristal. De vergroting bedraagt 1170 keer. Uitvergroting tot 5510 keer. De linkerpijl wijst naar de gaten die iedere lucht-bol met een van drie onderliggende buren verbindt. De rechterpijl wijst naar holtes die zich binnenin de TiO2-structuur bevinden.
STM image The world's first images of individual surface atoms and the bonds that hold them in place were produced by a research technique developed by IBM -- scanning tunneling microscopy. This picture shows silicon surface atoms enlarged 20 million times, color-enhanced by computer. The scanning tunneling microscope (STM) was invented by IBM physicists Gerd K. Binnig and Heinrich Rohrer in 1981, work for which they were awarded a Nobel Prize in Physics in 1986. The invention permitted scientists to obtain previously unseen images of silicon, nickel, oxygen, carbon and other atoms.
Een foto, genomen met een elektronenmicroscoop onthult het geheim van de haai: tandvormige schubben die ervoor zorgen dat het water zonder de minste tubulenties langs het oppervlak van de haaienhuid kan strijken. Ook hier geldt het eeuwenoude natuurkundige adagio: hoe minder wrijving, hoe minder weerstand. Speedo imiteerde de haaienhuid in de vezelstructuur van zijn LZR met het gekende gevolg.
Brandnetel. De pollenkorrels van de Grote Brandnetel zijn erg klein en bijna rond, 0,015 bij 0,017 mm. Ze hebben drie tot vier kleine, ronde kiemporen. Het oppervlak is glad met kleine uitsteekseltjes. De kleur van het pollen is bleekgeel tot witachtig. Het pollen wordt uitsluitend door de wind verspreid. Akkerhoornbloem. Pollenkorrels van de Hoornbloem zijn bijna rond met een diameter van ongeveer 0,025 mm. Ze hebben veel kiemporen die regelmatig over het oppervlak verspreid liggen. Op het oppervlak verspreid liggen kleine, puntvormige uitsteekseltjes. Op de sporen liggen dicht op elkaar zeven tot tien grote bolletjes die samen het dekseltje vormen. Het pollen is geel van kleur. Het pollen wordt door allerlei insecten verspreid.
Lelies. Pollen van de lelies hebben variabele groottes. Op het oppervlak zitten bolvormige, tot een netwerk aaneengesloten verdikkingen. De kleur van leliepollen is geel tot donkerrood. Meestal geldt: hoe donkerder de bloembladen, hoe donkerder de kleur van het pollen. De kleur komt vooral van een vettige olie die over het oppervlak ligt. Het pollen wordt verspreid door grote vlinders, maar in de tropen ook door kolibries.
Elektronenmicroscoop foto van de trilhaartjes in het binnenoor: bij lawaaischade zijn het deze trilhaartjes die worden vernietigd.
Aanzicht van het bladoppervlak van siertabak door het oog van een elektronenmicroscoop van het type ZEISS962 SEM, waarbij haren en huidmondjes zichtbaar zijn
ingekleurde foto met een elektronenmicroscoop waarop in rood Salmonella typhimurium te zien is terwijl het menselijke cellen binnendringt.
Normale huid De huid heeft kleine poriën, is goed doorbloed, is enigszins roze van kleur en heeft een gelijkmatige teint. De huid is niet te vet en niet te droog Droge huid Schilferige plekken op de huid kunnen intense jeuk en een trekkend gevoel veroorzaken. De huid ziet er ruw en vlekkerig uit en vertoont soms al vroegtijdig verouderingsverschijnselen.
Verklaring aggregatietoestanden Deeltjesmodel Verklaring aggregatietoestanden
Brownse beweging
Verklaren verschillende vorm bij kristallen
Aantonen ruimten tussen de deeltjes
Aantonen deelbaarheid en difussie