Quiz Thierry Van Peteghem Benny Temmerman 4 Handel.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1.2 zuivere stoffen en mengsels
Advertisements

4. Classificatie van stoffen
5. Modellen voor atoombouw
Bouw van zuivere stoffen
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Materie Voorwerpen en stoffen.
5. Indeling van mengsels 5.1 Soorten mengsels Thema 3: Materiemodel
Ontleding en industrie
Rutherford en meer van die geleerde mannen....
Scheikunde stoffen en eigenschappen
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Presentatie Sk 1.3 Soorten mengsels.
Klinische Chemie Leereenheid 4 Evelien Zonneveld 15 december 2005.
Thema 5 Materie.
Scheidingsmethoden en reacties
Stoffen en stofeigenschappen
Moleculen en Atomen Klas 3
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens
ontleedbarestoffen (bestaan uit moleculen dus meerdere atoomsoorten)
Stoffen, moleculen en atomen
Mengen & Scheiden.
Hoofdstuk 2 Samenvatting
Bouwstenen van de materie
Hoofdstuk 6: QUIZ!.
Voorbereiding op paragraaf 6.2 van het boek natuurkunde overal 2HV
Thema 5: Classificatie 1. Opdracht.
1. Moleculen Thema 4: Verfijning materiemodel: atomen en moleculen
4. Atomen in chemische symbolentaal
Deeltjesmodel 3.4 aggregatietoestand.
3 vmbo Hst 1 - stoffen.
Biologie makkelijk? QF8&NR=1 QF8&NR=1 Nee dus, je kunt het heeeeel ingewikkeld.
Stoffen en hun eigenschappen
Stoffen en hun eigenschappen
Paragraaf 3.1.
Hoofdstuk 3 §1 en §2 Stoffen en hun eigenschappen.
4T Nask1 2.1 Brandstoffen verwarmen
Stoffen en deeltjes 4T Nask2 1.1 Wat zijn stoffen?
Stoffen 3T Nask2 1.1 Stoffen.
Voedingsstoffen.
STOFFEN – HET MOLECUULMODEL
1.3 Stoffen en hun eigenschappen
Hoofdstuk 1: Stoffen en deeltjes.
Waar haal je de energie vandaan?
Scheikunde Chemie overal Week 1
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Chemische bindingen Kelly van Helden.
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Scheikunde 4 W&L.
Overzicht lesstof toets 2. Inhoud Hoofdstuk 5: Atoombouw Hoofdstuk 6: Atoom- en Molecuulmassa Hoofdstuk 7: Chemische binding Hoofdstuk 8: Rekenen met.
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
L1 Laboratoriumtechniek RAvIt 1 Namen en symbolen van elementen Per dia 10 s. de tijd Schrijf de antwoorden op!!
Hoofdstuk 4 Mengen en scheiden
Scheikunde klas 3 Herhaling
8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:
1.3 Stofeigenschappen Kenmerk van een stof.
Covalente binding Waterstof atoom atoomnummer 1 1 proton 1 elektron.
Rekenen met atomen De mol.
Zuivere stoffen en mengsels
Doorstroom Scheikunde les 1
Basisstof 4 module 1 verkennen
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
H7 Materie §4 Atomen als bouwstenen
Scheikunde, een wetenschap
Scheikunde, een wetenschap
Hoofdstuk 7- les 1 Stofeigenschappen.
Fasen en faseovergangen
Apotheekassistentenopleiding
Scheikunde, een wetenschap
Transcript van de presentatie:

quiz Thierry Van Peteghem Benny Temmerman 4 Handel

Chemie Vraag 1Vraag 2 Vraag 1Vraag 2 Vraag 3Vraag 4 Vraag 3Vraag 4 Vraag 5Vraag 6 Vraag 5Vraag 6 Vraag 7Vraag 8 Vraag 7Vraag 8 Vraag 9Vraag 10 Vraag 9Vraag 10 Vraag 11Vraag 12 Vraag 11Vraag 12 Vraag 13Vraag 14 Vraag 13Vraag 14

Vraag 1 : wat is het symbool van kwik? A) Kw A) Kw A) Kw A) Kw B) Hg B) Hg B) Hg B) Hg C) K C) K C) K C) K Terug naar de vragen

Vraag 2 : wat is koper? A) een stof A) een stof A) een stof A) een stof B) een voorwerp B) een voorwerp B) een voorwerp B) een voorwerp C) een stofeigenschap C) een stofeigenschap C) een stofeigenschap C) een stofeigenschap Terug naar de vragen

Vraag 3 : wat is een emulsie? A) fijne vaste deeltjes in een vloeistof A) fijne vaste deeltjes in een vloeistof A) fijne vaste deeltjes in een vloeistof A) fijne vaste deeltjes in een vloeistof B) een grof mengsel B) een grof mengsel B) een grof mengsel B) een grof mengsel C) fijne vloeistofdruppels in een vloeistof C) fijne vloeistofdruppels in een vloeistof C) fijne vloeistofdruppels in een vloeistof C) fijne vloeistofdruppels in een vloeistof Terug naar de vragen

Vraag 4 : van welke stof is het symbool P? A) Fosfor A) Fosfor A) Fosfor A) Fosfor B) Plutonium B) Plutonium B) Plutonium B) Plutonium C) Pekel C) Pekel C) Pekel C) Pekel Terug naar de vragen

Vraag 5 : diamant is … A) een mengsel A) een mengsel A) een mengsel A) een mengsel B) een zuivere stof B) een zuivere stof B) een zuivere stof B) een zuivere stof C) een samengestelde stof C) een samengestelde stof C) een samengestelde stof C) een samengestelde stof Terug naar de vragen

Vraag 6 : uit welke atomen bestaat water? A) waterstof + stikstof A) waterstof + stikstof A) waterstof + stikstof A) waterstof + stikstof B) waterstofgas + zuurstof B) waterstofgas + zuurstof B) waterstofgas + zuurstof B) waterstofgas + zuurstof C) koolstof + waterstofgas C) koolstof + waterstofgas C) koolstof + waterstofgas C) koolstof + waterstofgas Terug naar de vragen

Vraag 7 : wat is suiker? A) een samengestelde stof A) een samengestelde stof A) een samengestelde stof A) een samengestelde stof B) een zuivere stof B) een zuivere stof B) een zuivere stof B) een zuivere stof C) een stofeigenschap C) een stofeigenschap C) een stofeigenschap C) een stofeigenschap Terug naar de vragen

Vraag 8 : wat is het symbool van zwavel? A) Zw A) Zw A) Zw A) Zw B) Z B) Z B) Z B) Z C) S C) S C) S C) S Terug naar de vragen

Vraag 9 : van welke stof is het symbool B? A) Beryllium A) Beryllium A) Beryllium A) Beryllium B) Boor B) Boor B) Boor B) Boor C) Barium C) Barium C) Barium C) Barium Terug naar de vragen

Vraag 10 : uit wat bestaat rook? A) gas + gas A) gas + gas A) gas + gas A) gas + gas B) vloeistof + gas B) vloeistof + gas B) vloeistof + gas B) vloeistof + gas C) fijne stofdeeltjes + gas C) fijne stofdeeltjes + gas C) fijne stofdeeltjes + gas C) fijne stofdeeltjes + gas Terug naar de vragen

Vraag 11 : hoeveel protonen zitten er in kwik met atoomnummer 80 en massagetal 201? A) 80 p+ A) 80 p+ A) 80 p+ A) 80 p+ B) 121 p+ B) 121 p+ B) 121 p+ B) 121 p+ C) 201 p+ C) 201 p+ C) 201 p+ C) 201 p+ Terug naar de vragen

Vraag 12 : hoeveel schillen nemen 19 electronen in? A) 1 schil A) 1 schil A) 1 schil A) 1 schil B) 2 schillen B) 2 schillen B) 2 schillen B) 2 schillen C) 4 schillen C) 4 schillen C) 4 schillen C) 4 schillen Terug naar de vragen

Vraag 13 : hoe kan je zout uit zeewater verkrijgen? A) centrifugatie A) centrifugatie A) centrifugatie A) centrifugatie B) kristallisatie B) kristallisatie B) kristallisatie B) kristallisatie C) destillatie C) destillatie C) destillatie C) destillatie Terug naar de vragen

Vraag 14 : wat is zure smaak? A) een stofeigenschap A) een stofeigenschap A) een stofeigenschap A) een stofeigenschap B) een fysisch verschijnsel B) een fysisch verschijnsel B) een fysisch verschijnsel B) een fysisch verschijnsel C) een chemisch verschijnsel C) een chemisch verschijnsel C) een chemisch verschijnsel C) een chemisch verschijnsel Terug naar de vragen

GOED!

FOUT!