De productie van ammoniak

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
-Glucuronidase (GUS)
Advertisements

Energie Reactiesnelheid Chemisch evenwicht
CHEMISCH EVENWICHT.
Soorten evenwichten 5 Havo.
De theorie van Brønsted
Van reactieschema tot reactievergelijking
Stofwisseling.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal; bv azijn of ontkalker
Onderwerpen van deze presentatie
Hoofdstuk 8 De wetenschapsgeschiedenis van druk
Chemical equilibrium Hoofdstuk 13 Cristy, Corine, Paul, Wouter
Temperatuur en volume: uitzetten of krimpen
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
B1 Stoffen worden omgezet
Historisch Overzicht: Europa en de wereld
Van Everbroeck Kristiaan Smeets Koen Schoutens Koen Donné Kristof
3.5 Kloppen de alcoholpercentages op de verpakkingen?
Zuren en Basen Introductie Klas 5.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Chemische reacties Reactieschema: Beginstoffen -> reactieproducten
Samenvatting Hoofdstuk 3
Opstellen van zuur-base reacties
Evenwichtsvoorwaarde
De Mol 2 4 Havo-VWO.
7. CHEMISCHE EVENWICHTEN
De theorie van Brønsted
enzymen: katalysator Enzymen
V5 Chemische evenwicht H11.
Kinetische energie massa (kg) energie (J) snelheid (m/s)
Goede tijden, slechte tijden
Opstellen reactievergelijkingen
Temperatuur en volume: uitzetten of krimpen
Uitzetten en krimpen Faseovergang
Pijl rechts: verder pijl links: terug Kloppend maken In een reactieverglijking moet van elke atoomsoort voor en na de pijl evenveel atomen zijn Dus alle.
Reactievergelijkingen Klas 3
2.2: Meer kennis, meer voedsel
Evenwichtsvoorwaarde = Kev
Het opstellen van reactieschema’s.
pijl rechts volgende; pijl links vorige
pijl rechts: verder pijl links: terug
Reactievergelijkingen kloppend maken 2
Reactievergelijkingen kloppend maken.
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Scheikunde leerjaar 2.
Paragraaf 2.2 Leven in de loopgraven.
© Maarten Walraven en Robert Nederlof
Scheikunde 4 W&L.
Piet Mondriaan Jeugd en opleiding.
De PCR reactie.
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
HO13 Chemisch evenwicht College 5a, ACH21 (HO13a) Eddy van der Linden.
Synthesegas CH 4 (g) + H 2 O (g) ⇄ CO (g) + 3H 2 (g) Doel : snelle en hoge opbrengst Welke zaken beïnvloeden opbrengst?
1 Thema 3 Mens en milieu B1 en B2.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5
Reactievergelijkingen Een kwestie van links en rechts kijken.
Koolstofchemie AARDOLIE.
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Rekenen aan reacties 4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6.
3.5 van reactieschema naar Reactievergelijking
ANOR1 week 3 Groep 5A + 6A §
Reactievergelijkingen kloppend maken.
Het opstellen van reactieschema’s.
Anorganische voedingsstoffen voor planten
Scheikunde leerjaar 2.
Synthesegas CH4 (g) + H2O (g) ⇄ CO (g) + 3H2(g)
Rendement Rendement = Bereken eerst theoretische opbrengst
Zouten 6.4.
3.2 Kenmerken van een chemische reactie
Rendement Rendement = Per uur gaat er 4000 kg waterstof en een overmaat koolmonoxide in de methanolreactor. Per uur komt er kg methanol uit de reactor.
Transcript van de presentatie:

De productie van ammoniak © H.J.C. Ubbels (2005)

Geschiedenis (1) Fritz Haber Fritz Haber (1868 –1934) was een Duits chemicus. Zijn naam is vooral verbonden aan het Haber-Bosch proces, waarmee stikstof met waterstof kan worden omgezet tot ammoniak. Dit proces is de basis van de kunstmest productie en heeft grote invloed gehad op de productiviteit van landbouwgrond over de gehele wereld. Hij kreeg er in 1918 de Nobelprijs voor….. Fritz Haber

Geschiedenis (2) Daarnaast heeft Haber veel tijd en energie besteed aan het onderzoek naar strijdgassen zoals chloor in de Eerste Wereldoorlog, en was hij ook de ontwikkelaar van het cyanide product zyklon B dat als insecticide werd gebruikt, maar later ook in de vernietigingskampen in de gaskamers. Zijn vrouw, die het niet eens was met zijn werk aan gifgassen, pleegde zelfmoord met zijn dienstwapen toen hij persoonlijk toezicht hield op de eerste inzet van gifgas in Ieperen.

Geschiedenis (3) Het Haber-Bosch proces is in 1909 ontwikkeld en in 1910 gepatenteerd. Het werd voor het eerst op industriële schaal gebruikt door de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog. Duitsland importeerde zijn nitraat tot dan toe uit Chili (chilisalpeter), maar door de oorlog en de grote vraag naar munitie bij een onzekere aanvoerweg was er behoefte aan een alternatieve bron. De geproduceerde ammonia kon worden geoxideerd tot nitraat en het gevormde salpeterzuur kon weer voor het maken van explosieven worden gebruikt.

h e t r e a c t i e s c h e m a stikstof + waterstof → ammoniak Stel de (kloppende) reactievergelijking op!

N2 (g) + 3 H2 (g) → 2 NH3 (g) N2 (g) + 3 H2 (g) ↔ 2 NH3 (g) Bovenstaande reactie is omkeerbaar en onder bepaalde omstandigheden (die afhangen van de temperatuur) een EVENWICHTSREACTIE: N2 (g) + 3 H2 (g) ↔ 2 NH3 (g) Bedenk wat de gevolgen zijn voor de productie van ammoniak.

Kenmerken v/h evenwicht (1) bij een lage (kamer)temperatuur ligt het (homogene) gasevenwicht bijna geheel aan de rechter kant van de pijl (de kant van ammoniak) maar verloopt de reactie (bijna) NIET, omdat de reactiesnelheid (bijna) NUL is (ook in de aanwezigheid van een geschikte katalysator) Bedenk weer wat de gevolgen kunnen zijn voor de productie van ammoniak.

Kenmerken v/h evenwicht (2) bij een hoge temperatuur (450oC) en druk (200 bar) en in aanwezigheid van een katalysator (ijzer) verloopt de reactie zeer snel en is de insteltijd van het evenwicht kort maar verschuift het evenwicht flink naar links (de kant van stikstof en waterstof) en is de opbrengst dus veel lager Bedenk een manier om de opbrengst te verhogen.

Productie van ammoniak in de praktijk Kookpunten waterstof 20 K stikstof 77 K ammoniak 240 K

Algemene kenmerken van een chemisch evenwicht (1) bij evenwicht is de reactie snelheid naar rechts (s1) gelijk aan de reactie snelheid naar links (s2), oftewel s1 = s2 Maak een diagram waarbij je op de x-as de tijd uitzet tegen de reactie snelheden s1 en s2 op de y-as.

Algemene kenmerken van een chemisch evenwicht (2) bij evenwicht is de reactie snelheid naar rechts (s1) gelijk aan de reactie snelheid naar links (s2), oftewel s1 = s2 bij evenwicht veranderen de concentraties van de stoffen niet en blijven dus constant de ligging van een evenwicht hangt alleen af van de temperatuur een evenwicht kan aflopend gemaakt worden door een stof voor of na de pijl te onttrekken aan het evenwicht

Rekenen aan een chemisch evenwicht N2 (g) + 3 H2 (g) ↔ 2 NH3 (g) Men laat in een reactor 150 kilomol stikstof reageren met 450 kilomol waterstof. Er stelt zich een evenwicht in, waarbij 120 kilomol ammoniak is ontstaan. Maak een diagram waarbij je op de x-as de tijd uitzet tegen het aantal mol stikstof, waterstof en ammoniak op de y-as.

Stofbalans N2 (g) + 3 H2 (g) ↔ 2 NH3 (g) Stofbalans N2 (g) 3 H2 (g) …. kmol …. Voor de reactie Tijdens de reactie Na de reactie

Stofbalans N2 (g) + 3 H2 (g) ↔ 2 NH3 (g) Stofbalans N2 (g) 3 H2 (g) + 150 kmol + 450 kmol 0 kmol Voor de reactie ? + 120 kmol Tijdens de reactie Na de reactie

Stofbalans N2 (g) + 3 H2 (g) ↔ 2 NH3 (g) Stofbalans N2 (g) 3 H2 (g) + 150 kmol + 450 kmol 0 kmol Voor de reactie - 60 kmol - 180 kmol + 120 kmol Tijdens de reactie ? Na de reactie

Stofbalans N2 (g) + 3 H2 (g) ↔ 2 NH3 (g) Stofbalans N2 (g) 3 H2 (g) + 150 kmol + 450 kmol 0 kmol Voor de reactie - 60 kmol - 180 kmol + 120 kmol Tijdens de reactie + 90 kmol + 270 kmol Na de reactie

Einde van deze presentatie © H.J.C. Ubbels (2005)