Conny Peeters Mieke Desmet Gebruik van een insulinepomp bij een diabetespatiënt met zwangerschapswens. Conny Peeters Mieke Desmet
Inhoud Wat vooraf ging… Verloop van de educatie tijdens een hospitalisatie. Ambulante follow-up. Hier vermelden dat we niet interactieve educatiesessie doen. Wel graag input vanuit publiek met vragen en eigen ervaringen. Wij vertrekken met te vertellen hoe wij het praktische doen.
I. Wat vooraf ging… Raadplegingen bij de endocrinoloog Ambulant versus hospitalisatie Aandachtspunten voor opname. Goed HbA1c om zwanger te mogen worden : 6.5%. Uitleggen waarom goed HbA1c nodig is al voor ze zwanger zijn. Belang van goed HbA1c voor moeder en kind uitleggen. Moet niet noodzakelijk op insulinepomp, enkel bij onvoldoende glycemieregeling nodig.
1. Raadplegingen bij de endocrinoloog Zwangerschapswens tijdig bespreken Belang van een goede glycemieregeling voor moeder en kind Onvoldoende glycemieregeling met huidige therapie : noodzaak van een insulinepomp
2. Ambulant versus hospitalisatie Voordelen Reële levensomstandigheden Patiënt is zelfstandiger Nadelen Patiënt moet de zelfstandigheid aankunnen Meerdere educatiesessies nodig Minder begeleiding en controle Dagelijks telefonisch overleg nodig
Hospitalisatie Voordelen Nadelen Frequente korte educatiesessies Constantere / nauwkeuriger begeleiding Minder afleiding tijdens opstartperiode Nadelen Niet reële levensomstandigheden Besluit is dat wij niet ambulant opstarten en enkel via hospitalisatie pompen opstarten. Voornamelijk omdat onze pat ver wonen. Soms wel ambulant opstarten bij tweede keer pomp.
3. Aandachtspunten voor opname: Pomp en toebehoren laten zien Informatie meegeven o.a. Pomp laten zien want anders hebben ze de wildste fantasiën over grootte, uitzicht, … Boekje met praktische info, verkrijgbaar bij Disetronic
Verloop van de educatie tijdens een hospitalisatie. Info steeds aanpassen aan het educatieniveau van de patiënte! Partners zijn steeds welkom! Bij deze dia duidelijk benadrukken dat elke patiënt anders is en dat je zeker bij zwangerschapswens de partner erbij moet betrekken. Belangrijk om de principes van TPE toe te passen.
EDUCATIE = COMMUNICATIE VERTICALE COMMUNICATIE HORIZONTALE COMMUNICATIE Autoritair Interactief Patiënt = ontvanger Patiënt > ontvanger Monoloog Dialoog Passieve rol Actieve rol Wat en hoe? Hoe en waarom?
1. De eerste dag (1). Insulinedrip of insulinepomp? Technische aspecten van de insulinepomp Wat is basaal en bolus? Basaal en bolus instellen Oefenpomp Steeds hetzelfde systeem : wat op de eerste dia van de dag staat is basis en lukt meestal wel bij elke patiënt. Wat op de tweede dia van de dag staat is wat we doen bij patiënten waarbij de educatie vlot gaat. Na deze overzichtsdia van wat we doen volgen er dan verschillende dia’s met meer uitleg bij elk genoemd puntje. Patiënt staat centraal! Dringende vragen eerst beantwoorden en niet strikt houden aan bovenstaan schema.
a. Insulinedrip of insulinepomp? Continu I.V. toedienen van insuline Bepalen van insulinebehoefte / 24 uur Minimumdosis 0.5E/uur (nooit insulinedrip stoppen) Glycemiecontrole om de 2 uur met dosisaanpassing Patiënten met ontregeling krijgen drip om zo te kunne starten met betere, stabielere glycemies. Bedoeling is om insulinebehoefte op 24 uur te kennen. Minstens 24 uur drip, meestal 48 uur. Arts beslist over drip of dadelijk pomp. Mondeling uitleggen hoe drip in elkaar zit ; 1l glucose 5% + 100ml NaCl 0.9% + 50E AR, dia-lo-flo en infuuspomp of spuitdrijver Aanpassingsschema < 100 – 0.5E, > 180 + 0.5E Sommige patiënten moeten niet op de drip omdat hun glycemieregeling goed is en kunnen dadelijk starten met de SC pomp
b. Technische aspecten van de insulinepomp. Momenteel 2 soorten pomp in gebruik bij ons
H-TRONplus V100 (Disetronic) Kort onderdelen benoemen + welke knoppen op pomp staan
Minimed 508 (Medtronic Minimed)
Nieuwe pompen : D-TRON plus (Disetronic) Paradigm (Medtronic Minimed) Deze pompen gebruiken we nog niet. Wel bezig met opleiding van alle betrokkenen (educatoren en afdelingsvpk), procedures uitschrijven, verkorte handleidingen. Paradigm (Medtronic Minimed)
c. Wat is basaal en bolus? Continue insulineafgifte over 24 uur Vervangt de functie van de vroegere traagwerkende insuline Verschillende basale profielen mogelijk Profielen over 24 uur instellen, blijven in het geheugen
Wat is basaal en bolus? Maaltijdbolussen Vervangt de functie van de vroegere snelwerkende insuline Telkens opnieuw instellen Aanpassingsschema gebruiken Tijdens zwangerschap is aanpassingsschema strikter : basis 80-120 mgdl Streefdoelen zwangeren: nuchter <100, overdag < 120, postprandiaal < 130
Insulinesoorten Snelwerkende insuline Ultrasnelwerkende insuline Velosuline (Actrapid) Humuline Regular Ultrasnelwerkende insuline (Novorapid) Humalog Twee soorten insuline gebruikt in de pomp. Actrapid gebruiken we niet owv kristalisatie. Bij patiënten met zwangerschapswens gebruiken we liefst geen Novorapid omdat er nog geen ervaring mee is.
d. Basaal en bolus instellen Maak gebruik van hulpmiddelen o.a. programmeerkaart, schema’s, … Geef oefeningen Patiënte basaal en bolus ook zelf laten instellen
Minimed 508 : programmeerkaart Geeft een visueel overzicht van de verschillende schermen
Minimed 508 : verkorte handleiding Dit is in het begin een hulpmiddel, maar patiënt moet pomp snappen en mag niet alleen geëduceerd werden met 2 x sel, 1 x act, enz!
H-Tron : programmeerkaart
e. Oefenpomp AAN DE SLAG Oefenpomp geeft op de kamer vaak allerlei pieptonen en soms ook gevloek…
De eerste dag (2) Educator bereidt de insulinepomp voor en start de pomp op terwijl de patiënte toekijkt Patiënte geeft onder toezicht zelf een bolus voor de maaltijd Afdelingsverpleegkundigen hebben voldoende kennis en reservemateriaal om eventuele problemen op te lossen Dit doen we dus alleen bij patiënten met een vlotte educatie!
2. De tweede dag (1). Vragen? Herhalen en oefenen! Katheterkeuze Insulinepomp voorbereiden en starten
Vragen? Herhalen en oefenen!
c. Katheterkeuze Metalen naaldkatheter Teflonkatheter Er zijn vele soorten en merken van katheters. Ze kunnen in 2 groepen ingedeeld worden.
Metalen Naaldkatheter Eigenschappen Met of zonder ontkoppeling Verschillende leidinglengtes Voordelen Gemakkelijk in te brengen Goed zicht op prikplaats Nadelen Sneller ‘naaldgevoel’ Gemakkelijker bloeding Metaalallergie Deze gebruiken wij nog heel weinig
Teflonkatheter : Tender™ Eigenschappen Zachte katheter , 17 mm Geïntegreerde kleefpleister
Teflonkatheter : Tender™ (vervolg) Voordelen Ontkoppeling t.h.v. de katheter Manueel in te brengen onder 45° Goed zicht op prikplaats Nadelen ‘Opkrullen’ van de katheter bij inbrengen Lange naald Knikken van de katheter
Teflonkatheter : Quick-set ™ Eigenschappen Zachte rechte katheter, 6 en 9 mm Geïntegreerde kleefpleister Mogelijkheid tot inbrengen met Quick- serter ™
Teflonkatheter : Quick-set ™ (vervolg) Voordelen Ontkoppeling t.h.v. de katheter Veilig vernietigen van de insteeknaald Nadelen Moeilijker om enkel naald te vervangen Geen zicht op prikplaats
d. Insulinepomp voorbereiden en starten Set-up van de pomp nakijken Basale profielen instellen Insulinepomp vullen Katheter plaatsen
Katheter plaatsen Keuze insteekplaats Aandachtspunten Abdomen Aandacht voor taille, broeksriem, kleding Aandachtspunten Nazicht irritatie / ontsteking Propere handen Ruim ontsmetten Goed laten drogen Belangrijk om te zeggen dat naaldje geen kwaad kan voor de baby!
Katheter plaatsen (vervolg) Materiaal verzamelen Inbrengen Huidplooi maken voor manueel inbrengen van Tender – en metalen naaldkatheter Zonder huidplooi met Quick-serter (huid strak houden) Vastkleven (event. met lus)
Katheter plaatsen (vervolg) Nazorg Bloedsuikerkontrole 2 uur na inbrengen Bij abnormaal hoge bloedsuikers een nieuwe katheter plaatsen en herprikken bloedsuiker Insteekplaats min. 2 x daags kontroleren Katheter regelmatig wisselen (max 4 dagen) Telkens insteekplaats wisselen Aandachtspunt Katheter herprikken vlak voor bolus
Schrijf de stappen en aandachtspunten op papier voor je patiënt!
De tweede dag (2). Onder toezicht : Insulinepomp voorbereiden en vullen Katheter plaatsen Basale profielen instellen en bolussen geven Technische mogelijkheden van de insulinepomp verder doornemen o.a. Soorten bolussen Verschillende basale profielen Instellen tijd Afstandsbediening, … Bij sommige mensen stopt technische uitleg van de pomp bij basaal en bolus!
3. De derde dag (1). Vragen? Onder toezicht : Insulinepomp voorbereiden en vullen Katheter plaatsen Basale profielen instellen en bolussen geven Hyperglycemie en keto-acidose Noodprocedure en alarmen
Vragen? Insulinepomp voorbereiden en katheter plaatsen onder toezicht
C. Hyperglycemie en keto-acidose Hoger risico op keto-acidose o.w.v. enkel (ultra) snelwerkende insuline Bij onverklaarbaar hoge glycemies Katheter herprikken Pompwerking controleren Spuit en leiding controleren op luchtbellen Extra insuline geven (pomp of pen) Ketonen meten in de urine of in het bloed (Precision Xtra) Insuline op kamertemperatuur om luchtbellen te voorkomen
d. Noodprocedure en alarmen ‘Noodkit’ Katheter, spuit, batterijen Programmeer- en alarmkaarten Insulinepen of spuitje met snelwerkende insuline Alarmboodschappen overlopen Reservepomp Tijdelijk overschakelen op 5 injecties Belangrijk om(niet vervallen) ketosticks in huis te hebben. Belangrijk om (niet vervallen) snelwerkend insuline in huis te hebben als er ultra-snelwerkende insuline in de pomp zit Alarmboodschappen noteren alvorens ze te wissen zodat we achteraf kunnen uitzoeken wat er mis was Patiënten hebben thuis geen reservepomp maar kunnen 24u op 24 reservepomp afhalen in ziekenhuis Tijdelijk 5 inj : basalen en bolussen optellen, delen door 5 en inspuiten om 8u – 12u – 18u –23u –04u (wekker zetten)
De derde dag (2). Bij een vlotte educatie kan deze afgerond worden op de derde dag en kan de patiënt naar huis.
4. De vierde dag Fysieke inspanning Feestjes, restaurantbezoek Ziekte Zelfcontrole Dagelijks leven met de pomp gebruik van tijdelijk basaal ipv bolussen te verminderen Extra bolus geven bij meer eten, Minimed square wave en dual wave bolus Extra oppassen voor keto-acidose, extra insuline geven (basaal tijdelijk verhogen of bolussen verhogen), meer meten, goed drinken, braken is ziekenhuis Minstens 4 maal per dag meten met postprandiale en nachtelijke metingen 1 maal per week Verschillende draagsystemen, aandachtspunten op vakantie slapen, douchen, …
III. Ambulante follow-up. Raadpleging bij de endocrinoloog : Maandelijks voor zwangerschap Team verwittigen zodra zwanger Om de 14 dagen tijdens zwangerschap Telefonische permanentie Diabetesconventie Telefonische permanentie : Zaalvpk nemen onze taak over ‘s nachts en in weekeinde Procedureboek gemaakt met wat te vragen bij problemen, wat te doen en wie verwittigen Bij zwangere wordt steeds arts verwittigd. Onze pat weten dat ze altijd tegen iedereen moeten zeggen dat ze zwanger zijn! Na zwangerschap mogen ze kiezen voor pomp of pen