Welkom
Eerst even tot ‘rust’ komen… ‘Hand in hand’ Ma Li and Zhai Xiaowei Bezinningsmoment Ballet: ‘Hand in hand’ Performed bij Mai Li and Zhai Xiaowei http://www.youtube.com/watch?v=LnLVRQCjh8c ‘Hand in hand’ Ma Li and Zhai Xiaowei
Een bewegingsgezinde basisschool Deze foto’s zonder veel commentaar laten verschijnen. We zijn hier samen omdat we geloven in een bewegingsgezinde basisschool.
Wat versta jij onder een bewegingsgezinde basisschool? Wanneer? Waar? Wie? Waarom? Laat de deelnemers daarover met hun buur kort overleggen (2 minuten). Probeer daarbij de w-vragen te beantwoorden. Begeleider: geen plenum - wel tekst (Laten we de kinderen wel voldoende bewegen op onze basisschool?) laten verschijnen Laten we de kinderen wel voldoende bewegen op onze basisschool?
Een bewegingsgezinde basisschool is een school die alle kansen tot bewegen benut: Dit kunnen bewegingsactiviteiten zijn binnen de lestijden bewegingsopvoeding. Maar ook kan er bewust gewerkt worden aan bewegingsactiviteiten binnen de schooltijd los van de lestijden bewegingsopvoeding. Denk maar aan bewegingsintegratie in de andere leergebieden. Daarnaast stimuleren vele scholen de deelname aan initiatieven van de gemeente, sportdiensten…
Een bewegingsgezinde basisschool Bewegingsopvoeding We hebben dus alle activiteiten die vallen binnen de lessen bewegingsopvoeding. (klik) Enerzijds kan en mag bewegingsopvoeding niet geïsoleerd worden van het klas- en schoolgebeuren. In dit verband spreken we over geïntegreerde bewegingsopvoeding. Een goede leerkracht bewegingsopvoeding is op de hoogte van al wat in de klassen gebeurd. Hij moet in zijn lessen daarop kunnen inspelen. Dus een goede interactie tussen de leermeester bewegingsopvoeding en de titularissen is nodig! Maar ook kan er bewust gewerkt worden aan bewegingsactiviteiten binnen de schooltijd los van de lestijden bewegingsopvoeding. Tijdens de speeltijden, schoolfeesten, sportdagen, creadagen, activiteiten in functie van verkeersopvoeding, leerwandelingen …. Maar het kan ook tijdens gewone lessen (los van bewegingsopvoeding) Dus bewegingsintegratie in de andere leergebieden. Begeleider: Daarover kort iets in het leerplan pg. 45 en veel meer in het Vademecum Bewegingsonderwijs
Bewegingsintegratie Alle leergebieden bieden kansen tot bewegen. We stimuleren de leerkrachten om die kansen optimaal te benutten.
Een bewegingsgezinde basisschool Sportfederatie Gemeente School Bewegingsopvoeding De bewegingsgezinde basisschool gaat ook bewust in op het aanbod buiten de reguliere schooluren. Denk bijvoorbeeld aan de scholenveldloop, mini-voetbaltornooi, … Maar nu richten we onze pijlen op het nieuwe leerplan Bewegingsopvoeding.
Het nieuwe leerplan bewegingsopvoeding voorstellen.
Doel Introductie nieuw Leerplan Bewegingsopvoeding voor alle leerkrachten Het doel van vandaag is dus de introductie van het nieuw leerplan voor BeO dit kaderen binnen de bewegingsgezinde basisschool
Waarom een nieuw leerplan??? Oud leerplan reeds van voor 1998 Geen nieuwe OD/ET Actuele VISIE Ontwikkelingslijn kleuter/lager en samenhang SO Format conform de andere leerplannen Vereenvoudigen in aantal doelen en nummering Waarom een nieuw leerplan bewegingsopvoeding? (Bron: Een nieuw leerplan bewegingsopvoeding – Lieve Van Lancker – School + Visie nr06 / juni 2011) In 1992 werden de OD en ET bekrachtigd door de Vlaamse regering. In 1994 kwam er een leerplan, dat aangevuld werd met een concordantielijst en in 1998 volgden wat bijsturingen. Ook al zijn er nu geen nieuwe OD/ET, het leerplan is wel ‘verbeterd’. Het was nodig om de hedendaagse visie op bewegingsopvoeding waarbij de totale persoonlijkheid centraal staat verder uit te werken (vroeger een kunstmatige opdeling ‘motorisch – cognitief – dynamisch affectief’) Dit werd zonder breuklijnen uitgewerkt voor de verschillende onderwijsniveaus (kleuter – lager – secundair). Zie leerplan pg. 10: 3. Doelgroep Eenvormigheid met de leerplannen van de andere leergebieden zoals WERO en Taal. Er is ook werk gemaakt van het vereenvoudigen en verduidelijken van de nummering en het inperken van het aantal leerplandoelen. Het leerplan is een leidraad voor ALLE leerkrachten die de zorg voor de totale én motorische ontwikkeling van de leerlingen ter harte nemen. Het leerplan beschrijft: - hoe goede bewegingsopvoeding het denken en handelen van de jonge leerling stimuleert, hoe leerlingen motorisch competenter worden, hoe ze een gezonde en veilige levensstijl ontwikkelen - met aandacht voor de ontwikkeling van een positief zelfconcept en een vlot sociaal functioneren
Visie Bewegingsopvoeding is een leergebied van de basisvorming met eigen OD en ET. Leerplan pg.7 Het theoretisch referentiekader. (we overlopen de bovenste helft) Leerplan pg. 7
Visie Leerplan pg.7 Het theoretisch referentiekader. (we overlopen de bovenste helft) In de basisschool betrachten we de harmonische ontwikkeling van de totale persoon bij elk kind. Dus zoals u op dit schema ziet maakt bewegingsopvoeding deel uit van de basisvorming. Bewegingsopvoeding is dus een ontwikkelings- en leergebied van de basisvorming met eigen OD en ET. Basisvorming = wat voor alle kdn. belangrijk is in het leerplichtonderwijs. Bewegingsopvoeding is een apart ontwikkelings- en leergebied! Het valt dus niet onder muzische vaardigheden! Het heeft wel linken ernaar, zoals de andere leergebieden. Bewegingsopvoeding is een ontwikkelings- en leerdomein zoals wiskunde en Nederlands,...
Visie Dit stelt ons voor een aantal uitdagingen ivm begeleiden, onderwijzen, opleiden… vanuit een vernieuwd concept. Leerplan pg.7 Het theoretisch referentiekader. (we overlopen de bovenste helft) Dit stelt ons voor een aantal uitdagingen ivm begeleiden, onderwijzen, opleiden…: Bijdrage aan harmonieuze groei van jongere naar volwassene én de jongere laten ontdekken van de eigen mogelijkheden en beperkingen met betrekking tot bewegen in het dagelijks leven en vrijetijdsbesteding (wandelen, fietsen …) Kansen tot waardeopvoeding en het realiseren van de christelijk opvoedingsproject van de school (vb. respect opbrengen voor de andere; samenwerken in team …) Concept: De totale persoonlijkheidsontwikkeling (hoofd, hart, handen) van het unieke bewegende kind staat centraal binnen zijn omgevings(bewegings)-context Aandacht aan bewegingsdoelen en persoonsdoelen Leerplan pg. 7
Visie Het leerplan bewegingsopvoeding, wil tegemoet komen aan de hedendaagse visie op goed bewegingsonderwijs. We houden hierbij rekening met de verwachtingen van: *de jongeren *de maatschappij *de leerkracht als deskundige Leerplan pg. 5 Leerplan pg. 5 Hedendaagse visie tov. vroeger: vroeger dacht men sterk analytisch. Ook de doelstellingen in het vorige leerplan (oranje leerplan tonen) waren sterk analytisch opgesteld: de cognitieve, dynamisch affectieve en psycho-motorische doelen waren apart uitgewerkt. Dit klopt niet met de werkelijkheid. Voorbeeld: Als de leerlingen een evenwichtsoefening doen dan gaan ze daarbij nadenken hoe ze dit het best aanpakken zodat ze een succeservaring beleven. Is dat nu dat men daarbij hulpmiddelen als twee stokken voor ondersteuning gebruikt of niet. Dus eigenlijk komt hoofd, hart en handen op hetzelfde moment aan bod. Deze nieuwe inzichten hebben ertoe geleid dat men het leerplan geactualiseerd heeft (nieuw leerplan tonen). De wijzigingen hebben ook te maken met evoluties in de maatschappij, binnen de wetenschap, binnen onderwijs… We houden dus rekening met de verwachtingen van De jongere De maatschappij De leerkracht als deskundige
Visie Bedenkingen vooraf… 1.Wat vind jij als leerkracht voor bewegingsopvoeding belangrijk? 2. Wat vinden de leerlingen belangrijk? 3. Wat vinden de ouders belangrijk? Laat gedurende een paar minuten in stilte daarover nadenken en de antwoorden noteren op de hand-out. Daarna bespreken de deelnemers, die naast mekaar zitten, hun antwoorden met elkaar. Laat in de kleine groep de antwoorden met elkaar bespreken. Wat verwachten we hier van de deelnemers? We peilen naar de verwachtingen. Komt de verwachting overeen met wat de hedendaagse visie is in verband met bewegingsopvoeding? Het is belangrijk dat iedereen vooraf daarover eens nadenkt en misschien gaandeweg zijn mening bijstuurt. Geen plenum houden!
Visie De hedendaagse visie op goed bewegingsonderwijs houdt rekening met de verwachtingen van: *de jongeren: uitdagende en plezierige les, binnen goed sociaal leefklimaat én toch leerrijk *de maatschappij: bewegingsgebonden basiscompetenties bijbrengen de vereiste bekwaamheden meegeven om deel te nemen aan de bewegingscultuur *de leerkracht als deskundige: de leerlingen voldoende ondersteunen in hun ontwikkeling zodat ze zelf verantwoordelijk, bevredigend en duurzaam blijven deelnemen aan bewegingsactiviteiten De visie op goed bewegingsonderwijs houdt rekening met de verwachtingen van: * De jongeren: De les bewegingsopvoeding moet uitdagend en plezierig zijn. De kinderen moeten de smaak te pakken krijgen om te bewegen en dit voor de rest van hun leven! Het leefklimaat mag zeker niet bedreigend zijn. Ieder kind moet er aan zijn trekken komen en mag zeker niet bekeken, noch afgerekend worden op beperktheden. Heel belangrijk is dat er ook geleerd wordt. Sebasitien: we hebben iets geleerd. Per twee op schuine zweedse bank; armen aan elkaar vast met elastiek en dan over klimrek en terug naar beneden. Ze moesten daarbij nadenken hoe ze dat moesten doen! In de lessen bewegingsopvoeding steekt een duidelijke leerlijn. * De maatschappij: We brengen de kinderen bewegingsgebonden basiscompetenties bij waarmee ze in de maatschappij kunnen functioneren. In het dagelijks leven moeten we kunnen stappen, rennen, hurken, heffen, gooien, fietsen, tot rust komen … Deze basiscompetenties heeft iedereen nodig om te kunnen functioneren. Maar misschien willen we wel meer dan enkel bewegen in het gewoon dagelijks leven. Misschien willen we deelnemen aan de [bewegingscultuur]. Bij ons zijn dit de sporten als voetbal, wielrennen, volleybal, basketbal, … In andere culturen zijn er andere sporten die top zijn, denk aan Japan waar de sumo-worstelaars als helden vereerd worden. We geven de kinderen ook bekwaamheden mee om te kunnen deelnemen aan de bewegingscultuur en ook om met de brede waaier van mogelijkheden kennis te maken. Dit alles in het kader van een gezondheidsbeleid. * De leerkracht als deskundige Ondersteunen in de ontwikkeling is de boodschap. Wat heeft het kind nodig om zelf met plezier deel te nemen aan bewegingsactiviteiten en … DIT TE BLIJVEN DOEN! (actieve, sportieve levenshouding en vrijetijdsbesteding) .
Bewegingsopvoeding staat voor motorische basisvorming gericht op het ontwikkelen van na te streven competenties Motorische competenties (MC) Gezonde en veilige levensstijl (GVL) Bewegingsdoelen Zelfconcept (ZC) Sociaal Functioneren (SF) Persoonsdoelen Leerplan pg. 7 - 10 Met bewegen als middel om zinvolle gehelen van leertaken aan te bieden in authentieke contexten (voeling met de realiteit) met de nadruk op integratie van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes Met aandacht voor een meervoudige en veelzijdige bewegingsbekwaamheid en een meervoudige deelnamebekwaamheid Leerplan pg. 7 – Theoretisch referentiekader (onderste helft) + Toelichting bij het referentiekader Leerplan pg. 8 – 9 – 10 Begeleider : De tekst van de dia overlopen vanuit de toelichting. Info: We werken aan persoonsdoelen via bewegingsactiviteiten. Voorbeeld: Eén van de doelen is: De leerlingen houden een voorwerp door middel van het geven van passen in de ploeg tegen een partij die dat verhindert (passen- of lummelspelen). Ze leren dus samen spelen en ‘bereid zijn tot samenwerken’ is een persoonsdoel. Zinvolle gehelen : waar kinderen zich iets bij kunnen voorstellen. Voorbeeld bij kleuters: we zijn nu hele kleine bloemen en we groeien altijd maar groter en groter. Authentieke contexten: gebruik maken van rollend materiaal (fietsen) geleidelijk opbouwen tot men zich in het verkeer kan begeven. Veelzijdige bewegingsbekwaamheid: alle takken van de bewegingscultuur proeven - en niet één tak waar de leermeester zich best bij voelt (vb. voetbal) Meervoudige bewegingsbekwaamheid: vanuit verscheidene invalshoeken (zowel recreatief als competitief, gezondheidsgericht, sociaal gericht, …) Meervoudige deelnamebekwaamheid: deelname vanuit verschillende rollen en taken (je kan helper zijn, uitvoerder, scheidsrechter of coach)
Tussendoortje Spieren opspannen en ontspannen De leerkrachten zitten neer op hun stoel. Ze sluiten de ogen en voeren de opdrachten uit. Laat je armen ontspannen naast je lichaam hangen. Ook de benen ontspan je. Denk aan je handen. Maak een vuist van je handen en knijp ze goed dicht. Hou je handen zo tien tellen vast. Ontspan nu en voel hoe rustig je handen aanvoelen. Buig nu je armen en span je spierballen zo hard je kunt. Houd dit ook tien tellen vast. Daarna ontspan je de armen weer en laat je ze losjes naast je lichaam hangen. Maak veel rimpels in je neus en doe je ogen stijf dicht. We tellen opnieuw tot tien en ontspannen. Span de spieren in je buik. Trek alle spieren goed aan alsof je hele erge buikpijn hebt. Tien tellen ... en laat ze nu maar weer los. Denk aan je voeten en probeer je tenen zo ver mogelijk te krullen. Ontspan je tenen en voel hoe de spanning uit je tenen en voeten weggaat. We ademen eens diep in een uit en openen onze ogen Bron: http://bewegingstussendoortjes.skynetblogs.be
Doelenkader Leerplan pg. 16 Bewegingsdoelen Motorische competenties (MC) Gezonde en veilige levensstijl (GVL) Persoonsdoelen Zelfconcept (ZC) Sociaal functioneren (SF) Daarnet hebben we het theoretisch referentiekader gezien en nu gaan we iets dieper in op de geformuleerde doelen in het leerplan en de ordening ervan Zie overzicht Leerplan pg. 16: Algemeen doelenkader Neem bijlage 2 : Algemeen doelenkader. 2 grote groepen ‘Bewegingsdoelen’ met Motorische Competentie en Gezonde en Veilige Levensstijl en ‘Persoonsdoelen’ met Zelfconcept en Sociaal Functioneren Afkorting erbij is vereenvoudigd (cfr. nr. vorig leerplan vier cijfers vb. 2.3.2.1), nu max 2 cijfers en 2 letters en de letters geven onmiddellijk de groep doelen aan We kijken wat daaronder zit. Leerplan pg. 16
Motorische competenties Leerplan pg. 17 - 30 MC1 Zelfredzaam functioneren in kindgerichte bewegingssituaties. MC2 Aanvoelen en omgaan met lichaamsopbouw en dynamiek van bewegen. Basiskwaliteiten MC3 Aanvoelen en omgaan met bewegingsruimte en bewegingstijd. Handelend omgaan met betekenisinhouden van bewegingssituaties en zelfstandig reguleringstaken uitvoeren MC4 Handelend omgaan met betekenisinhouden van bewegingssituaties en deze expressief voorstellen, uitvoeren, demonstreren en verwoorden. MC5 Zelfstandig reguleringstaken uitvoeren (verantwoordelijkheidszin). Laat de leerkrachten die doelen bekijken in het leerplan. Wel even wijzen op gezamenlijke benadering van enkele clusterdoelen : MC1,2 en 3 :[Basiskwaliteiten] (dat zijn basiscompetenties die nodig zijn om te werken aan schommelen, springen, zwemmen …/ zullen heel vaak een link hebben met het Ontwikkelingsplan) MC4 en 5: Handelend omgaan met betekenisinhouden van bewegingssituaties en zelfstandig reguleringstaken uitvoeren MC6 en 7: Oplossen van groot- en klein-motorische bewegingsproblemen aan de hand van bewegingsthema’s Oplossen van groot- en klein-motorische bewegingsproblemen aan de hand van bewegingsthema’s MC6 Grootmotorische bewegingsproblemen oplossen gericht op stabiliteit en voortbeweging en daarbij materialen en voorwerpen hanteren binnen de verschillende bewegingsthema’s. MC7 Klein-motorische of manipulatieve bewegingsproblemen oplossen.
Gezonde en veilige levensstijl GVL1 Ontwikkelen van hygiënische gewoontes. GVL2 Veiligheidsvoorschriften, -afspraken en -regels naleven. GVL3 Ontwikkelen van volgende fysieke eigenschappen: kracht, lenigheid, uithouding, snelheid, coördinatie, evenwicht en spierspanning en dat binnen de verschillende bewegingsthema’s. GVL4 Rust ervaren als tegenpool van actie. GVL5 Bewegen in open lucht. Gezonde en veilige levensstijl GVL Overloop met de leerkrachten vanuit het leerplan pg. 31 - 32 deze doelen. Leerplan pg. 31 - 32
Zelfconcept Sociaal functioneren Leerplan pg. 33 Leerplan pg. 34 ZC1 Zelfkennis en zelfvertrouwen. Leerplan pg. 33 ZC2 Omgaan met eigen gevoelens. Sociaal functioneren SF1 Zich inleven in anderen. Zelfconcept (ZC) ZC1 Zelfkennis en zelfvertrouwen ZC2 Omgaan met eigen gevoelens Sociaal Functioneren (SF) Hier leggen we de link met relationele vorming. SF1 zich inleven in anderen SF2 met anderen in relatie treden Leerplan pg. 34 SF2 Met de andere(n) in relatie treden.
() Leerplan pg. 11 Nemen kennis Beheersen Toepassen en spontaan aanwenden Zie leerplan pg. 11 Geef een woordje uitleg bij de codes. Verwoord dat die codes dezelfde betekenis hebben als bij taalbeschouwing/strategieën en interculturele gerichtheid, Frans, wereldoriëntatie. Ga naar pg. 24, daar zie je de verschillende codes. ()= koppeling met de ontwikkelingsdoelen en eindtermen (OD 1.26, OD 1.32, OD 1.33, ET 1.1, ET 1.17) zie pg. 24 halverwege. Om deze lijst aan OD/ET niet telkens te moeten herhalen heeft men dit symbool genomen. Dus telkens je dit ziet, weet dat dit doel gekoppeld is aan deze eindtermen. De koppeling met het ontwikkelingsplan kunnen we zien als we bijlage 3 erbij nemen. Het volledig werkdocument (concordantielijst) zal te vinden zijn op de site van de DPB. Deze koppeling is ook te vinden in de nieuwe zoeker. (www.VVKBaO.be – inloggen – leergebieden – kleuteronderwijs –nieuwe zoeker kleuteronderwijs) () OD 1.26, OD 1.32, OD 1.33, ET 1.1, ET 1.17
Dit is een kopie van blad 11 ‘Concordantielijst Ontwikkelingsplan – Leerplan BeO – Ontwikkelingsdoelen’ (werkversie TG BeO DPB Brugge) Zie ook Bijlage 3 concordantielijst – werkversie
duurzame GEDRAGSVERANDERING Pedagogisch-didactische wenken voor de aanpak van het bewegingsonderwijs LEREN duurzame GEDRAGSVERANDERING ERVARING Krachtige leeromgeving Didactische principes toepassen Goed management Leerplan pg. 37 Pedagogisch-didactische wenken voor de aanpak van het bewegingsonderwijs Leren is het proces dat vertrekt vanuit een ervaring en leidt tot een duurzame gedragsverandering. De leerling doet dus een ervaring op, reflecteert en zet die ervaring vast. Dit proces wordt gestimuleerd vanuit een krachtige leeromgeving door het toepassen van didactische principes en door een goed klasmanagement. Daar dit deel toepasbaar is op alle leergebieden is het goed om daar even bij stil te staan en de oefening te maken met de leerkrachten.
duurzame GEDRAGSVERANDERING Pedagogisch-didactische wenken voor de aanpak van het bewegingsonderwijs LEREN duurzame GEDRAGSVERANDERING ERVARING Krachtige leeromgeving Didactische principes toepassen Goed management Vroeger lag de klemtoon op het onderwijzen, nu ligt de klemtoon op het leren. Daarvoor bieden we een krachtige leeromgeving aan. In het leerplan op pg. 37 vind je wat we verstaan onder krachtige leeromgevingen binnen bewegingsopvoeding. Lees voor: Krachtige leeromgevingen zijn onderwijssituaties die leerlingen kansen geven om zelf constructief bewegingsoplossingen te bedenken in antwoord op bewegingsproblemen. Die bewegingsproblemen kunnen ze alleen oplossen of met anderen, al dan niet onder begeleiding (zelfstandig of geleid). Daarvoor moet de leerkracht rekening houden met de elementen, de ‘kapstokken’ van duurzaam leren. Die passen we toe in een oefening (tafelmoment). Je vindt een enveloppe met daarin kapstokken van duurzaam leren (rood). Daarbij vind je een aantal uitgeschreven bewegingssituaties. Probeer te achterhalen bij welke kapstok die situatie best past. Je kan gebruik maken van de uitleg die te vinden is in het leerplan op pg. 37 tot 41. Begeleider: Je vindt het materiaal op bijlage 7a. Knip de situaties en de kapstokken vooraf los. Per 6 deelnemers voorzie je een enveloppe. Steek bijlage 7b (antwoordblad) in een kleinere enveloppe. Voorzie voor de oefening zelf 20 minuten. Dan mogen ze het antwoordblad erbij nemen en even vergelijken. Totale duur (met verbetering): maximum 30 minuten. Leerplan pg 37- 41
Analyse van de bewegingsgezinde basisschool Neem bijlage 9. Per school wordt de analyse van de bewegingsgezinde basisschool opgemaakt. We laten de directeur samen met de leerkrachten de oefening maken. Daarvoor gebruiken ze drie kleurpotloden (groen, oranje en rood). Ze overlopen alle velden van het analysekader en geven een groen kleur als het op school is of gedaan wordt. Als men twijfelt, dan kleurt men het vak oranje en als het niet op school is of gedaan wordt, dan kleurt men het vak rood. Zo bekomt men een goede sterkte – zwakteanalyse voor de bewegingsgezinde basisschool. Dit kan een beginsituatieanalyse vormen om stap voor stap de zwaktes weg te werken. We laten hieraan 15 minuten werken. De bedoeling is om deze oefening verder te af te werken op school zelf.
Hoe pakken we het aan? Bijlage 11 Hoe pak je het aan op jouw school Wanneer? Hoe? Wat? – Doel? Door wie? Voor wie? Middelen? Evaluatie Output? (effect) Schooljaar 2011-2012 ISB februari Introductie - vernieuwing kennen - bereid zijn hierin te investeren als school/SG directie + gangmaker K en L leerplan presentatie bijlagen /// filmfragmenten OWP april/mei /// introductie/ implementatie Leermeester BeO K en L leerplan vademecum bijlagen ??? Voorbereiding introductie Softversie ISB voor de leerkrachten kern Team Presentatie Leerplan Introductie op school team Beginsituatieanalyse ‘Bewegingsgezinde basisschool’ Doelen bepalen Werkpunten ordenen (leerlingniveau, klasniveau, schoolniveau, scholengemeenschaps-niveau) team K team L analyse – bijlage // kijkwijzer – bijlage // … implementatie: uitwerking van de werkpunten Schooljaar 2012-2013 Bijlage 11 Hoe pak je het aan op jouw school Bespreek het operationeel plan dat de stappen toont die gezet zullen worden. Laat gedurende een tijd het team onderling overleggen over de aanpak. Vanuit de sterkte – zwakteanalyse zullen reeds duidelijke werkpunten naar voor komen. Noteer de opmerkingen en doe de bijsturingen in het volgende kernteam.
Op naar een bewegingsgezinde basisschool