Introductie Zouten klas 4.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Advertisements

Stof voor het SE1 H1 t/m 7.
Klik nu op de titel van dia 2 om verder te gaan
Bouw van zuivere stoffen
Bouw van atomen & ionen Klas 4.
Zoutreacties.
De theorie van Brønsted
Klas 4. Oplosbaarheid Tabel 45 g = goed oplosbaar. m = matig oplosbaar s = slecht oplosbaar Oplosbaar  splitst in ionen Niet oplosbaar  blijft een vaste.
Zouten.
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Magnesiumbromide Natriumfosfaat suiker MgBr2  Mg Br-
Reactievergelijkingen kloppend maken
Ionen en zouten Naast de ongeladen atomen en moleculen bestaan er ook geladen deeltjes genaamd ionen. Ionen zijn deeltjes met meer of minder elektronen.
§5.2 - Neerslagreacties.
Zoutformules bedenken
Zouten in water.
Een scheikundig sprookje
Hoofdstuk 4 Zouten.
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
Zuren en Basen Introductie Klas 5.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
H4 Zouten.
Alkanen en alkenen Koolstofchemie Klas 4.
Periodiek Systeem Klas 4.
Karakteristieke groepen
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Hoofdstuk 4 Zouten.
De theorie van Brønsted
mineralen: atoombouw 1 Mineralen
Opstellen reactievergelijkingen
Formules van ionaire stoffen
1.4 Ontleedbare stoffen: Samengestelde ionen
Hfst 1 paragraaf 3 Enkelvoudige ionen.
Een zout herkennen 4GT Nask2 Hoofdstuk 5.5.
1.5 Naamgeving moleculaire stoffen
Zuur-base reacties 4GT Nask2 Hoofdstuk 6.4.
Reactievergelijkingen Klas 3
Evenwichten De K ev is dus afhankelijk van de temperatuur !!!! Als de temperatuur stijgt zal het evenwicht reageren naar de endotherme kant.
Zoutformules bedenken
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Reactievergelijkingen kloppend maken 2
Hoofdstuk 1: Stoffen en deeltjes.
Berekeningen aan zuren en basen
Hoe maak je een formule van een zout.
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
Stappenplan neerslagreacties
Oplosvergelijkingen maken
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Bindingstypen en eigenschappen van stoffen
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Naamgeving koolwaterstoffen
Hoofdstuk 3 Kelly van Helden.
Atomen, moleculen en ionen
Zuur base reactie Zo doe je dat
Zoutformules zo doe je dat Verhoudingsformule opstellen voorbeeld
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Ion aantonen Welk zout zit in het potje
8.5 Molecuulformules Opdracht 16:
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Sectie scheikunde – College Den Hulster - Venlo
Oplosvergelijkingen maken
Oplosvergelijkingen maken. De oplosvergelijking van het oplossen van natriumfosfaat Begin met het opschrijven van de verhoudingsformule van het zout Na.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Stappenplan neerslagreacties
Zouten Combinatie metaal + niet metaal Ionen Bv Natriumchloride
Hier links zie je een overzicht van alle dia’s met hun titels Als je naar de volgende (of een andere dia) wil klik je op de titel Klik nu nogmaals hier!!
Transcript van de presentatie:

Introductie Zouten klas 4

Zouten Zouten bestaan uit ionen (ander aantal e- dan p+) Zout = metaal met een niet-metaal

Ionlading (zie Binas 45) Metalen plus ; niet-metalen min groepen ~ hoeveelheid lading

En... Metaalionen met meer dan één lading Samengestelde ionen Fe2+ en Fe3+ Sn2+ en Sn4+ Samengestelde ionen NH4+ OH-, NO3-, CH3COO-, SO42-, PO43- ,CO32- Zie Binas 66B

Verhoudingsformules AlCl3 Al2O3 Ba3(PO4)2 In een zout moeten de + en – lading gelijk aan elkaar zijn. Samen vormen ze dus een ongeladen molecuul: Aluminiumchloride Al3+, Cl-  Aantal Al = 1, Aantal Cl=3 1x3+=3+ en 3x1- = 3- Aluminiumoxide Al3+, O2-  Aantal Al = 2, Aantal O=3 2x3+=6+ en 3x2- = 6- Bariumfosfaat Ba2+, PO43-  Aantal Ba= 3, Aantal PO4=2 3x2+=6+ en 2x3- = 6- AlCl3 Al2O3 Ba3(PO4)2

Naamgeving Eerst de naam van het metaal, dan de naam van het achtervoegsel. Bij een zout hoef je de aantallen (mono, di, tri enz) niet aan te geven Bij metalen met meerdere ladingen, geef je de lading met een romeins cijfer aan: FeCl3 = ijzer(III)chloride Mg(NO3)2 = magnesiumnitraat Al2S3 = aluminiumsulfide Zouten – hoeft geen aantal bij: spreekt voor zich door de vaste lading Als de lading niet vast is, deze aangeven Moleculaire stoffen – hebben geen lading, verschillende verhoudingen mogelijk DUS aangeven in naam