Introductie Zouten klas 4
Zouten Zouten bestaan uit ionen (ander aantal e- dan p+) Zout = metaal met een niet-metaal
Ionlading (zie Binas 45) Metalen plus ; niet-metalen min groepen ~ hoeveelheid lading
En... Metaalionen met meer dan één lading Samengestelde ionen Fe2+ en Fe3+ Sn2+ en Sn4+ Samengestelde ionen NH4+ OH-, NO3-, CH3COO-, SO42-, PO43- ,CO32- Zie Binas 66B
Verhoudingsformules AlCl3 Al2O3 Ba3(PO4)2 In een zout moeten de + en – lading gelijk aan elkaar zijn. Samen vormen ze dus een ongeladen molecuul: Aluminiumchloride Al3+, Cl- Aantal Al = 1, Aantal Cl=3 1x3+=3+ en 3x1- = 3- Aluminiumoxide Al3+, O2- Aantal Al = 2, Aantal O=3 2x3+=6+ en 3x2- = 6- Bariumfosfaat Ba2+, PO43- Aantal Ba= 3, Aantal PO4=2 3x2+=6+ en 2x3- = 6- AlCl3 Al2O3 Ba3(PO4)2
Naamgeving Eerst de naam van het metaal, dan de naam van het achtervoegsel. Bij een zout hoef je de aantallen (mono, di, tri enz) niet aan te geven Bij metalen met meerdere ladingen, geef je de lading met een romeins cijfer aan: FeCl3 = ijzer(III)chloride Mg(NO3)2 = magnesiumnitraat Al2S3 = aluminiumsulfide Zouten – hoeft geen aantal bij: spreekt voor zich door de vaste lading Als de lading niet vast is, deze aangeven Moleculaire stoffen – hebben geen lading, verschillende verhoudingen mogelijk DUS aangeven in naam