Hoofdstuk 4 Voeding
Hoofdstuk 4 Voeding 4.1 Inleiding Voeding levert energie Zuurstof is nodig voor verbranding Voedingsstoffen binnenkrijgen Te weinig is niet goed, teveel ook niet
Hoofdstuk 4 Voeding 4.2 Wat hoort er in ons voedsel? Water: de belangrijkste. Bouwstof Transportmiddel Oplosmiddel Temperatuur
Hoofdstuk 4 Voeding 4.2 Wat hoort er in ons voedsel? Eiwitten: Belangrijk voor cellen Opbouw celstructuur Aanmaak hormonen, neurotransmitters, enzymen Onderhoud spierstelsel
4.2 Wat hoort er in ons voedsel? Koolhydraten Directe energie! Hoofdstuk 4 Voeding 4.2 Wat hoort er in ons voedsel? Koolhydraten Directe energie!
Hoofdstuk 4 Voeding 4.2 Wat hoort er in ons voedsel? Vetten Energiedragers Bouwstof voor celmembranen
Hoofdstuk 4 Voeding 4.2 Wat hoort er in ons voedsel? Mineralen Bouwstoffen voor skelet, cellen en weefsels In stand houden vloeistofdruk cellen en zuur-base evenwicht
Hoofdstuk 4 Voeding 4.2 Wat hoort er in ons voedsel? Vitamines Organische verbindingen Stofwisseling
Hoofdstuk 4 Voeding 4.3 Wat zit er in ons voedsel? Additieven Stoffen die zorgen voor betere houdbaarheid of betere geur/smaak. Soms betere kleur of gezondheidsredenen Voorbeeld Jozo-zout: zit jodide in voor schildklier E-nummers Europese goedkeuring Alleen ongevaarlijke stoffen Kunnen ook stoffen uit natuur zijn
Hoofdstuk 4 Voeding Papierchromatografie Grieks, betekent schrijven met kleur Manier om mengsels te scheiden Verschil in adsorptievermogen Verschil in oplosbaarheid