Geslachtelijke voortplanting

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Erfelijkheid Thema 3.
Advertisements

Genetica Dhr. Haanstra.
H7 Erfelijkeheid Genen, Chromosomen, DNA, Genotype, Fenotype, Stamboomonderzoek, prenatale diagnostiek.
Genenparen.
Dihybride kruisingen Met oefeningen.
Basisstof 5 t/m 7 Genenparen Kruisingen Stambomen
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
Thema 3: Erfelijkheid Ken en Kan ik alles?.
Thema 3 Genetica Paragraaf 1
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Erfelijkheid en tweelingen
Erfelijkheid Basisstof 4 t/m 6.
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
ERFELIJKKHEID – THEMA 3 drs. J.D. Huizinga
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Begrippen erfelijkheid
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Monohybride kruisingen
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Gekoppelde genen Samenwerkende genen
Twee genenparen Onafhankelijke overerving
Monohybride kruisingen
geslachtschromosomen
Schrijfregels bij genetica
Dihybride kruisingen Twee soorten; Niet-gekoppelde overerving,
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Thema 4 DNA Basisstof 1 Van genotype tot fenotype
Genetica.
Quiz.
Thema 7 Erfelijkheidswetten
Erfelijkheid Thema 4.
Vorige keer…. Fenotype: Het uiterlijk van een organisme (zichtbare eigenschappen/eigenschappen die tot uiting komen) Genotype: Informatie voor alle erfelijke.
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
Erfelijkheid 4 havo.
Kruising waarbij 2 genenparen betrokken zijn
ERFELIJKHEID.
Kruisingsschema’s Deze les: -Uitleg kruisingsschema’s -Oefenen kruisingsschema’s.
X-Chromosomaal.
Er wordt gekeken naar de overerving van één eigenschap.
Dihybride kruising Kruising waarbij 2 genenparen betrokken zijn.
LES 1:Basis van Genetica
Extra oefenopgaven kruisingen 3 VWO. Belangrijke begrippen Genotype / fenotype (AA of aa) Homozygoot / Heterozygoot (Aa) Dominant (A) Recessief (a) Intermediaire.
Klas 4 KGT Thema 4 Erfelijkheid
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
B1: Genotype en fenotype
Erfelijkheid Hoofdstuk 10 Kees van den Bergh.
Erfelijkheid genetica
ERFELIJKHEID.
Puzzelen met genen.
Basisgenetica.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
ERFELIJKHEID.
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
ERFELIJKHEID.
H5 Erfelijkheid § 4. Genenparen.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Chromosomale mechanismen van overerving
“Knuffels” kleuren digibordpeuters.
Thema 3: Erfelijkheid Ken en Kan ik alles?.
Transcript van de presentatie:

Geslachtelijke voortplanting erfelijkheid

Genenparen / chromosomenparen

Aantal chromosomen Lichaamscellen  Chromosomen komen in paren voor  altijd even aantal chromosomen ( 2n) Geslachtscellen  helft van de chromosomen ( n) Niet in paren Van elk chromosomenpaar maar 1

Eigenschap resusfactor Resusfactor is een erfelijke eigenschap D is dominant  komt altijd tot uiting in genotype = DD en Dd En d is recessief komt alleen tot uiting bij genotype = dd

Overerving van erfelijke eigenschappen Maar ook:

kruisingen Dominante kruising Intermediaire kruising De hoofdletter stelt een dominant gen voor De kleine letter stelt een recessief gen voor

Ogenkleur ( 1 genenpaar in 3 kleuren) dn deze   bruin en groen bruin en blauw groen en blauw blauw en blauw bruin en groen bruin en groen bruin en blauw bruin en groen groen en blauw bruin en groen blauw en blauw bruin en groen bruin en groen bruin en blauw bruin en blauw bruin en blauw groen en blauw bruin en blauw blauw en blauw bruin en blauw bruin en groen groen en blauw bruin en blauw groen en blauw groen en blauw groen en blauw blauw en blauw groen en blauw blauwen blauw bruin en groen blauw en blauw bruin en blauw blauw en blauw groen en blauw blauw en blauw blauw en blauw blauw en blauw

2 erfelijke eigenschappen Gele gerimpelde erwt x groene ronde erwt Nieuwe nakomelingen Nieuwe fenotypen Geen nieuwe soorten

Chromosoom/ genen / karyogram herhaling http://www.bioplek.org/animaties%20onderbouw/chromosoo m.html http://www.bioplek.org/animaties%20onderbouw/karyogramm en.html

3 erfelijke eigenschappen bij man Stel: wit = dominant  ABC groen = recessief  abc ABC ABc AbC Abc AaBbCc aBC aBc abC abc Mogelijke genotypen in de zaadcellen

Wat ga ik krijgen bij deze kruising? 3 erfelijke eigenschappen, zowel bij ♀ als ♂ X ?

Ingewikkeld maar uit te rekenen Nieuwe genotypes ontstaan Volgens toeval: toevallig die ene zaadcel bij die ene eicel P zwart rus x Rood/goudsatijn zwart aaBBccEEPPSaSa aabbCCeePpsasa >> F1 aaBbCcEePpSasa F2   CE Ce cE ce 9 CCEE CCEe CcEE CcEe 3 zwart-rus CCee Ccee bruin ccEE ccEe 1 rood-rus ccee BCE Bce BCe BcE bCE bCe bcE bce BBCCEE BBCcEe BBCcEE BbCCEE BbCCEe BbCcEE BbCcEe BBccee BBCcee BBccEe BbCcee BbccEe Bbccee BBCCEe BBCCee BBccEE BbccEE bbCCEE bbCcEe bbCcEE bbCCEe bbCCee bbCcee bbccEE bbccEe bbccee 27 geel geel-rus bruin-rus rood/goud

tweelingen Eeneiige tweeling Twee-eiige tweeling

Gemiddeld krijgt Nederlandse vrouw op latere leeftijd (29 j) kinderen meer dubbele eisprongen meer twee-eiige tweelingen

tweelingen Twee-eiige tweeling Eeneiige tweelingen Uit 2 bevruchte eicellen = 2 X (1eicel + 1 zaadcel) Eeneiige tweelingen Uit 1eicel + 1 zaadcel 1 bevruchte eicel die achteraf is gedeeld tweelingen http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20111117_tweelingen01

Tweelingen http://www.youtube.com/watch?v=X7mOzWQSnaQ (lachende babies) http://www.youtube.com/watch?v=_JmA2ClUvUYTweelin gen ( tegen elkaar brabbelende peuters) http://www.youtube.com/watch?v=yYTD4szUrxY&featur e=related ( siamese tweeling)