Agenda  Les 44 tm 46  wkn 04 en 05  hs 13 vreemd vermogen op korte termijn  bestuderen par 13.1 tm 13.5 maken wb vragen 13.1 tm 13.12.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
5 Mijn inkomen volstaat niet
Advertisements

Herhaling Examenstof M&O
Winst- & verliesrekening (of resultatenrekening of baten- & lastenrekening) Het Eigen Vermogen verandert als gevolg van de bedrijfsactiviteiten gedurende.
Koopwoning...  (het is niet zo moeilijk…). huiswerk  pak agenda en noteer bij ma 19 januri 5e lesuur:  leren tb 72 tm 77 maken 3.21 tm 3.23 wb 129.
Bedrijfsadministratie EcoMo 3.1 De Balans Havo 3.
Volgorde van de balans De balansposten worden altijd in een bepaalde volgorde geplaatst. DEBET ‘van boven naar beneden’: - vaste activa, - vlottende.
H1 Stichting of vereniging
CAFI Week 3 Vreemd vermogen Deel 1.
Agenda  Les 41 tm 43  wkn 03 en 04  hs 12 vreemd vermogen op lange termijn  bestuderen par 12.1 tm maken wb vragen 12.1 tm
Externe verslaggeving
Agenda  Les 13  wkn 13 2e  hs 2.4 overige kosten
Graag zitten volgens de plattegrond van jullie mentrix mevr. Davies
Welkom H3b, Jullie mogen volgens de plattegrond van mevr
Goedemorgen H3b.
Hoofdstuk 10 Externe financieringsbronnen: het vreemde vermogen
Danny Schalkwijk R3Ki ( Economie presentatie )
KREDIETVERLENING.
Financiering en kengetallen
Agenda  Les  wkn  hs 2 1 omzet en afzet  bestuderen tb 32 tm 36 maken 2.1 tm 2.5 (wb tm 60)
Wet op consumentenkrediet
§2.3 Hoe leen je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Lenen
4.4 Een eigen huis of niet? Mensen kiezen vaak bewust om een huis te kopen, of juist te huren. Aan beide zitten voor- en nadelen. Deze voor- en nadelen.
§ 2.4 Geld lenen kost geld Als je geld leent, moet je dat weer terugbetalen. Daarnaast betaal je meestal rente. Hoeveel en hoe lang je terugbetaalt, hangt.
Leasing. Wat is leasing?  Financieringstechniek  Investerings-/uitrustingsgoederen worden gehuurd, soms koopoptie  Periode: economische levensduur.
Verkopen en kassa H5 Betalen en administratie Ondernemer detailhandel.
Rekenen met rente Jnw, september 2015.
SPAREN EN LENEN. SPAREN  Enkelvoudige interest ( rente)  Samengestelde interest ( rente)
1 8.1 Vreemd vermogen op korte termijn 8.2 Vreemd vermogen op midden en lange termijn.
Vreemd vermogen 11.5 t/m vreemd vermogen op korte termijn 11.6 voorzieningen 11.7 zekerheidsstelling 11.8 financiering MKB Opgave
Vreemd vermogen op lange termijn Vreemd vermogen op korte termijn Voorzieningen Bedrijfsadministratie.
1 Hoofdstuk 8 Vreemd vermogen (8.1 t/m 8.2) 8.1 Vreemd vermogen op korte termijn 8.2 Vreemd vermogen op midden en lange termijn 24 Bedrijfsadministratie.
College Vreemd vermogen op korte termijn 8.2 Vreemd vermogen op midden en lange termijn 24 Bedrijfsadministratie.
Aantekeningen hoofdstuk 3. Begroting Als je je uitgaven op orde wilt houden, dan moet je budgetteren. Raadzaam is om een begroting te maken, Dat doe je.
Opdracht Rob van der Laan En de balans, solvabiliteit en current ratio dan? Uhhhhh, welluk?????
Lenen.
Welkom havo 4..
H3 Financiering van een bedrijf
Ondernemerschap E43.
Ondernemerschap E43.
H3 Financiering van een bedrijf
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom ath 4..
Ondernemerschap E43.
Tijdens deze opdrachten mag je je lesbrief gebruiken.
Welkom havo 4..
Liquiditeitsbegroting
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Beste ath 4..
De bank en jouw geld Hoofdstuk 3 Geheel.
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Vreemd vermogen op korte termijn
Beste ath 4..
Begroten & Budgetteren
Opfriscursus kengetallen
Beste havo 4..
Beste ath 4..
liquiditeitsbegroting
Overzicht Bezittingen (debet =links) en Schulden (credit=rechts)
Financiële overzichten en vreemd vermogen
Huren of kopen Voordelen van huren:
Financiering van de onderneming
EIGEN WONING © Dia van Berry Hagendijk.
Touroperator SunShine
Boek 4 - Hoofdstuk 3 GELD VOOR DE OVERHEID
Transcript van de presentatie:

Agenda  Les 44 tm 46  wkn 04 en 05  hs 13 vreemd vermogen op korte termijn  bestuderen par 13.1 tm 13.5 maken wb vragen 13.1 tm 13.12

Vreemd vermogen kort Vormen –Leverancierskrediet –Afnemerskrediet –Rekening courant krediet –Leasing –Consumptief krediet –Doorlopend krediet –Persoonlijke lening –Koop op afbetaling –Huurkoop

Productief en consumptief Productief –krediet dat een bedrijf verleent aan of verkrijgt van een ander bedrijf (doel produceren) Consumptief –krediet dat een bedrijf verleent aan of verkrijgt van een consument (doel consumeren)

Leverancierskrediet –Eerst producten, pas later betalen –Bij bijna alle bedrijven onderling –Meestal geen rente, wel korting bij snelle of contante betaling. Dus eigenlijk weer wel rente –Zorgt voor afzet –Zorgt voor klantenbinding

Afnemerskrediet –Eerst betalen pas later producten –Komt veel voor bij: Diensten (want niet terug te vorderen) Speciale orders/opdrachten (want niet courant) Opkopende handel (binding producent en producent faciliteren)

Rekening courant –Betaalrekening voor bedrijven waarbij je in de min mag (geoorloofd “rood staan”) –Kredietplafond is het kredietmaximum. –Dispositieruimte is het nog op te nemen bedrag. –Dit is een dure kredietvorm –Voordeel is dat bedrijven altijd over geld kunne beschikken en niet steeds een lening af hoeven te sluiten –Anticipatiekrediet, ter overbrugging voor een lening.

Leasing –Huren van duurzame productiemiddelen Operational leasing –Contract is opzegbaar –Alle risico’s liggen bij de verhuurder –Onderhoud en verzekeringen voor rekening van verhuurder Financial leasing –Contract voor langere tijd en niet opzegbaar –Risico’s zijn voor huurder –Onderhoud enz. zijn voor huurder Sale and lease back –Verkoop van eigen productiemiddel en dan terug leasen. –Huren van duurzame productiemiddelen –Waarom huren? (Minder vermogen nodig)

Consumptief: doorlopend krediet –Je spreekt eenmalig een leenbedrag af. –Je mag dit opnemen wanneer je wilt. –Zodra er schuld is betaal je een vast maandbedrag –Afgeloste bedragen mogen weer opnieuw opgenomen worden. –Duur krediet

Consumptief: Persoonlijke lening –Annuïteiten lening –Je betaalt dus maandelijks een vast bedrag –Duur krediet –Vaak bij postorderbedrijven

Consumptief: koop op afbetaling en huurkoop Leverancierskrediet voor particulieren –Koop op afbetaling 20% aanbetalen De rest in termijnen (+ rente), minstens 2. Je bent gelijk eigenaar. –Huurkoop Soort koop op afbetaling. Geen aanbetaling. Je wordt eigenaar na de laatste betaling.

Test je kennis… 1 Een fruitteler verkoopt zijn fruit ‘op stam’ aan een conservenfabriek tegen contante betaling. Voor deze fruitteler is er sprake van A.ontvangen afnemerskrediet. B.ontvangen leverancierskrediet. C.verstrekt afnemerskrediet. D.verstrekt leverancierskrediet. A

Test je kennis… 2 Welke bewering is juist? IVan koop op afbetaling en huurkoop is sprake, wanneer de aankoop van een goed in een aantal termijnen wordt voldaan. IIEen verschil tussen koop op afbetaling en huurkoop is, dat bij de eerste de eigendom bij de koop overgaat en bij de laatste bij de betaling van de laatste afbetalingstermijn. A.Alleen bewering I is juist. B.Alleen bewering II is juist. C.Beide beweringen zijn juist. D.Beide beweringen zijn onjuist. C

Test je kennis… 3 Welke bewering is juist? IEen overeenkomst tussen koop op afbetaling en huurkoop is dat de eigendom overgaat bij de betaling van de laatste termijn. IIIn geval van huurkoop kan de verkoper het gekochte duurzame consumptiegoed terughalen wanneer de koper niet aan zijn verplichtingen voldoet. A.Alleen bewering I is juist. B.Alleen bewering II is juist. C.Beide beweringen zijn juist. D.Beide beweringen zijn onjuist. B

Test je kennis… 4 Welke bewering is juist? IIn geval van huurkoop gaat de eigendom van het gekochte goed over na betaling van de laatste termijn. IIEen persoonlijke lening is een lening waarop volgens een vast schema een vast bedrag wordt betaald, dat is opgebouwd uit rente en aflossingen. A.Alleen bewering I is juist. B.Alleen bewering II is juist. C.Beide beweringen zijn juist. D.Beide beweringen zijn onjuist. C

Test je kennis… 5 Welke bewering is juist? ILeasing is zowel een consumptief krediet als een productief krediet. IILeasing beperkt zich tot roerende zaken. A.Alleen bewering I is juist. B.Alleen bewering II is juist. C.Beide beweringen zijn juist. D.Beide beweringen zijn onjuist. A

Test je kennis… 6 Wat is een voordeel van leasing van vaste activa in vergelijking tot de aanschaf van vaste activa? A.Bij leasing komen geen afschrijvingskosten voor. B.De investering bij leasing is veel geringer. C.De leasebedragen worden periodiek betaald. D.Niet alles kan worden gekocht, wel kan alles worden geleast. B

Let op! Zie ook samenvatting van hs.12! Daarin o.a. consumptief krediet! Voordelen en nadelen van diverse kredietvormen zijn dankbaar onderwerp bij examens…