Inleiding in de Morfologie (in relatie tot de Fonologie)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

De samengestelde zin.
Les 2 klassediagrammen II
Herhaling van hoofdstuk
LRP PASTORALE EENHEID release 2.1 Koos Willemse.
Groep Doel bepalen Voorspellen Kennis ophalen Vragen stellen
Fouten met verwijswoorden
OBS Twekkelerveld Op 18 maart 2007 heet OBS Twekkelerveld voortaan een BOOM school. BOOM staat voor Beter Onderwijs Op Maat. In de nu volgende PowerPoint.
Taal en cognitie: Optimaliteitstheorie Henriëtte de Swart.
Sociolinguïstiek Bijeenkomst 3.
24 juni 2003Johnson en Morrill in Israel Een studie naar de Johnson Morrill Hypothese in relatie tot de Hebreeuwse taal; implementatie van bewijsnetten.
Derivationele morfologie
Grammaticale modellen
Taalwetenschap in de CKI-bachelor
Prosodie.
LATIJN Taalproject – Inleiding Taalkunde Periode 4 Jessica Heeman Jelle Don Erik-Jan van Gelderen Chantal van Dijk.
Opdracht 2. premisse: het Nederlandse over in contexten waarin het vertaald wordt door about is een instantiatie van de focus-of- attention sense incorrecte.
Interrogative sentences
Klankleer I Proeftentamen bespreking
Klankleer Practicum.
College 3: Feature Geometry eerste uur: lineaire fonologie  non-lineaire fonologie probleem: verantwoording assimilatie tweede uur: procesbeschrijvingen.
Open Dag op Locatie Fonologie
Natuurlijke taalverwerking week 4
Van Abbemuseum.
E XAMEN SAMENVATTEN 2010 II 1. Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? 2. Hoe ziet de samenvatting eruit?
bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
Nieuwe normen Cito.
Three steps to success Foutloos zinnen vertalen in drie stappen
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
Grammatica Nederlands
Spelling college 4.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
ASTRID GEUDENS HOOFDAUTEUR.
Mijn Ogen.
QUIZ hoofdstuk 1.
Beschouwing – De Laatste Tips
Kaarten op tafel.
CG04 Project: Inhoud Doel Middelen Fonologie: Oei!
Syntaxis 1. Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. (College 3,4) Woorden als combinaties.
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
Overige spellingsregels
Paragraaf 7: losstaand zinsgedeelte
Loopbaan oriëntatie en begeleiding
Als/dan.
Woordsoorten benoemen
De gebiedende wijs De enkelvoudige zin en samengestelde zin
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
NEXT LW 2 Bijv.nw. 3 Zelfst. nw. 4 PV 5 Ond Taal Team 1 Team 2 Team 3 Team 4 Team 5 Team 6.
Leesvaardig Examentraining.
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Centraal Examen Nederlands
Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd. Stam zoeken (infinitief –en) PersoonVormPersoon Ik …Stam Je/JijStam + t StamJe Hij/zij/hetStam + t Wij/jullie/zijStam.
GRAMMATICA BLOK 1 T/M 4 Uitleg en voorbeelden Woordsoorten Basis leerjaar 4.
Woordenschat H4 In deze powerpoint: Opfrissen: Wat is een voorzetsel?
Het verkleinwoord.
Onvoltooid deelwoord/bijvoeglijk gebruikt deelwoord
Grammatica Hoofdzin en bijzin.
Woorden 4.3 Woordvorming bn en zn.
Klankleer Practicum.
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
Samentrekking.
Hoofdstuk 1 Taal en taalonderwijs
Bijvoeglijk gebruikt deelwoord hoofdlettergebruik
Hoofdstuk 5 Grammatica woordsoorten
Grammatica: werkwoorden
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Inleiding in de Morfologie (in relatie tot de Fonologie) College 9 Morfo(no)logie Inleiding in de Morfologie (in relatie tot de Fonologie)

Inleiding Morfologie Eerste uur: inleiding indeling woorden woordvorming Tweede uur: diminutiefsuffix diminutiefsuffix in het Nederlands affixeigenschappen en het lexicon

Definitie Morfologie Subdiscipline van de taalkunde die zich bezig houdt met de structuur van gelede woorden en met regels waardoor woorden gevormd kunnen worden.

Definitie Morfeem Morfeem = Kleinste eenheid van een taal met een zelfstandige betekenis en/of grammaticale functie gel. & ongel.

Definitie Morfeem Morfeem = Kleinste eenheid van een taal met een zelfstandige betekenis en/of grammaticale functie huis huis#deur huis#deur+tje vroeger: kleinste betekenisdragende eenheid echter: een mooi boek/het mooie boek

Morfeem & Allomorf Morfeem = Kleinste eenheid van een taal met een zelfstandige betekenis en/of grammaticale functie Allomorf = één van de klankvormen van een morfeem, variaties van een morfeem met zelfde betekenis/functie. (vgl. foneem-allofoon) vb. -tje, -pje, -kje, -je, -etje

Indeling woorden Open en gesloten woordsoorten Gelede en ongelede woorden Gebonden en vrije morfemen

Open en gesloten woordsoorten Open woordsoorten: zelfst. nw./ww./adj./adverb/(interj.) Gesloten woordsoorten: voegw./prep./voornw./lidw./telw.

Open en gesloten woordsoorten Alleen aan de open woordsoorten worden met grote regelmaat nieuwe items toegevoegd: check; save; chip; uitloggen; faxen; onwijs; hip cf. ook Reinsma (1975) Neologismen vet cool stond er nog niet in

Open en gesloten woordsoorten Woord van de week (Jack Hoeksema): http://odur.let.rug.nl/~hoeksema/wvdw-1.html iPodisering – Sonjabakkeren – Pimpen – Monosyllabicus – Bokitoproof – Hangbejaarden – Hangduiven – Betutteltrut – Pim-moe – Poederbriever Nieuwvormingen zijn alleen mogelijk bij open woordsoorten: zelfst nw.; ww.; adj.; adv.

Open en gesloten woordsoorten Zelfs bewuste pogingen om gesloten woordsoorten uit te breiden mislukken meestal. (vgl. het politiek correcte bez. vnw. zaar) het kind en zaar pop (vgl. mensjaren)

Open en gesloten woordsoorten Niet alleen toevoegingen aan, maar ook verwijderingen uit het lexicon: Sommige neologismen redden het niet: langspeler; naaktflitser; prop; gogo

Open en gesloten woordsoorten Niet alleen toevoegingen aan-, maar ook verwijderingen uit het lexicon: Sommige neologismen redden het niet: langspeler; prop; gogo Sommige woorden verdwijnen kazemat; trimmen (?); wachten (voor)

Gelede en ongelede woorden Definities: Ongelede woorden bestaan uit één morfeem Gelede woorden bestaan uit meerdere morfemen.

Gelede en ongelede woorden Geleedheid is niet altijd even makkelijk vast te stellen: ontdekken is geleed (ont- en dekken leveren beide een relatief duidelijk te omschrijven bijdrage), maar vgl. ontberen, ontfermen, ontwaren. cf. onnozel (met dank aan N.Streekstra voor de strip) def. morfeem

Gelede en ongelede woorden Geleedheid is niet altijd even makkelijk vast te stellen. blueberry echter: blackberry (kan ook rood of groen zijn) strawberry cranberry (cran betekent niets)

Gelede en ongelede woorden Geleedheid is niet altijd even makkelijk vast te stellen. NRC: [Deze winkel heeft wekelijks aanbiedingen] ‘…omdat het publiek op koopjes is belust.’ (Sassen 1964)

Gelede en ongelede woorden ‘…omdat het publiek op koopjes is belust.’ vgl. ‘...omdat hij het bedacht heeft.’ ‘…omdat hij het heeft bedacht.’ belust lijkt geleed; be is prefix?

Gelede en ongelede woorden *‘…omdat het publiek op koopjes is belust’ vgl. ‘...omdat hij het bedacht heeft.’ ‘…omdat hij het heeft bedacht.’ vgl. ‘…omdat hij ziek is.’ * ‘… omdat hij is ziek.’ belust is een adjectief, net als ziek

Gelede en ongelede woorden Omdat de velden blank stonden, heeft de KNVB alle voetbalwedstrijden moeten ...

Vrije & gebonden morfemen Gebonden morfemen kunnen niet los voorkomen. vb: ont- in ontdoen; -heid in schoonheid

Vrije & gebonden morfemen Gebonden morfemen kunnen niet los voorkomen. vb: ont- in ontdoen; -heid in schoonheid Vrije morfemen kunnen los voorkomen. vb: doen in ontdoen; schoon in schoonheid

Morfologische regels Twee soorten morfologische regels: 1. Woordvormingsregels die de combinatie van morfemen beschrijven (flexie en woordvorming)

Morfologische regels Twee soorten morfologische regels: 1. Woordvormingsregels die de combinatie van morfemen beschrijven (flexie en woordvorming) 2. Regels die de variatie in de klankvorm van morfemen verantwoorden

Woordvormingsregels flexie (of inflectie) De vorm van een woord wordt aangepast aan zijn grammaticale functie in de zin in het geval van bijvoeglijke bepalingen, aan het woord waarbij het hoort.

Woordvormingsregels a. flexie 1. vervoeging (conjugatie) ik loop-hij loopt-wij lopen 2. verbuiging (declinatie) de vader- des vaders; groot-groter bij flexie blijft de woordsoort altijd gelijk

Woordvormingsregels a. flexie 1. verbuiging (declinatie) 2. vervoeging (conjugatie) b. woordvorming 1. afleiding (derivatie) groen + ig  groenig 2. samenstelling (compositum) huis # deur  huisdeur 3. samenstellende afleiding drie # wiel + er

1. Afleidingen Prefix: ge-; on-; pre-: Infix: ge in het Yurok: vb. gebod; onwijs; prehistorie Infix: ge in het Yurok: vb. sepolah ‘veld’; segepolah ‘velden’ Suffix: -heid; -schap: vb. blijheid; ouderschap

2. Samenstellingen huisdeur; angstschreeuw; herfststorm; herfstsprookje; kraaieëieren (oude spelling) (Battus) Grote combinatorische vrijheid: groentesoep - soepgroente voetbalzaal - zaalvoetbal

Battus!

High Fidelity (1995) - Nick Hornby a once-in-a-lifetime-experience (p.58) At the time I thought it was a let’s-be-grown-up-about-life’s-imperfectibility-sort-of-conversation, … (p.100) Nederlands: een je-weet-wel-kater – Mag-ik-u-iets-vragen-meisjes (uit woord vd week)

Right Hand Head Rule Normaal: laatste lid van een samenstelling is de kern: huisdeur is een soort deur keuze lidwoord: de voetbalzaal het droombeeld

Right Hand Head Rule uitzonderingen (vaak gelexicaliseerd): vrijuit (bijwoord) flapuit, klaarover (zelfst. nw.) kerkhof, domoor, tijdstip, Bijlmermeer (keuze lidwoord)

3. Samenstellende afleiding Probleem: hoe leid je deze woorden af? drie # wiel + er data: rondborstig; wijdbeens; machthebber; breedgeschouderd; veelwijverij Three Dog Night

Verschillende procédés Flexie en afleiding kunnen ook plaatsvinden d.m.v. ablaut reduplicatie

Ablaut Flexie: brek(en) - brak Derivatie: schiet(en) - schot

Reduplicatie Quecha: waya ‘slap worden’ wayawaya ‘los hangen’ Bella Coola: s-tn ‘boom’ s-tntn ‘bomen’ Sahaptin: pshwa ‘kei pshwapshwa ‘kiezel’ Karok: páchup ‘kus’ pachúpchup ‘kus veel’

Reduplicatie Hawaiiaans: Humuhumunukunukuapua’a ‘trekkervis’

Reduplicatie in het Nederlands? Niet productief1, vaak ontleend tumtum; tamtam; tomtom; klukkluk; blauwblauw; samsam; bushbush; koeskoes; bonbon 1) thuisthuis; beerbeer

Diminutiefsuffix in het Nederlands Morfonologische regel Allomorfen: -je; -tje; -pje; -etje; -kje data: teken; kooi; pal; paal; villa; dag; bom; boom; koning; ring; beloning; kegel; duw; kado; rollade; roker; tor; ton; bezem; pot; sloof; tas; haak; kop; kraam; paling ; woning; oma; koor; heer, etc.

Indeling data -je: kopje; potje; haakje; sloofje; tasje; dagje regel

Indeling data -tje: villaatje; omaatje; kadootje; rolladetje kooitje; duwtje; kegeltje; rokertje; tekentje; paaltje; koortje; heertje regel

Indeling data -pje: boompje; kraampje; bezempje regel

Indeling data -etje: palletje; torretje; bommetje; tonnetje; tongetje ringetje (niet: paal+etje) (niet: beloning+etje) (niet: bezem+etje) regel

Indeling data -kje: koninkje; beloninkje; palinkje; woninkje (niet: rinkje; tonkje) regel

Morfonologische Regel allomorf -je na obstruent ([-sonorant]) data

Morfonologische Regel allomorf -je na obstruent ([-sonorant]) major classes (vgl. sonoriteitshiërarchie): obstruent son.cons. glijder vocaal p,t,k,f,s,.. m,n,,l,r j,w, i,u,a

Morfonologische Regel allomorf -tje na vocaal; glijder; lange vocaal plus n,l,r schwa plus n,l,r (n,l,r = son.cons.minus m) -tje of -je onderliggende vorm? data

Morfonologische Regel allomorf -pje na lange vocaal plus m schwa plus m data

Morfonologische Regel allomorf -etje na korte voc. plus m,n,,l,r (=sonorante consonant) conditie: korte vocaal is beklemtoond anders ook: koningetje; palingetje, etc. data

Morfonologische Regel allomorf -kje na onbeklemtoonde voc. plus  (=velaire nasaal) conditie: vocaal is onbeklemtoond anders ook: rinkje, tonkje, etc. data

Morfonologische Regel bokje /tj/  [j] / [-sonorant] + ____ /tj/  [pj] / + ____ schwa [+tense]? +nas +ant -cor +syl +tense boompje

Morfonologische Regel /tj/  [tj] / + ____ /tj/  [kj] / + ____ +syl -tense +son +cons bommetje ringetje σs +nas -ant -cor koninkje σw

Probleem leerling koning - koninkje paling - palinkje leerling - leerlingetje

Probleem leerling koning - koninkje paling - palinkje leerling - leerlingetje leer+ling geleed, maar beloning ook: be+loon+ing - beloninkje

Suffix -ing vs. suffix -ling toegift Suffix -ing vs. suffix -ling ring - ringetje paling - palinkje be + loon + ing - beloninkje oor # ring - oorringetje dus: leer + ling gedraagt zich als leer # ling

Derivationele affixen groen + ig groen + achtig verschil ?

Derivationele affixen rood + ig rood + achtig verschil ?

Derivationele affixen vijand + ig vijand + achtig verschil ?

Derivationele affixen vijand + ig vijand + achtig ig nauwer verbonden met het vrije morfeem achtig heeft duidelijkere grens met vrije morfeem (eerder #-grens)

+-grens en #-grens eléctric - electrícity próduct - prodúctive congrátulate - congratulátion klemtoongevoelige suffixen

+-grens en #-grens eléctric - electrícity próduct - prodúctive congrátulate - congratulátion eléctric - eléctrical lónely - lóneliness méaning - méaningless klemtoongevoelige suffixen klemtoonneutrale suffixen

+-grens eléctric - electrícity próduct - prodúctive congrátulate - congratulátion woorden met klemtoongevoelige suffixen gedragen zich alsof ze ongeleed zijn

#-grens eléctric - eléctrical lónely - lóneliness méaning - méaningless woorden met klemtoonneutrale suffixen gedragen zich alsof ze samengesteld zijn

+-grens Nederlands Klemtoondragers: -es; -elarij; -in; -ij; -ier; -ist; -aris; -eer; -aal; -eel; -isme Klemtoonaantrekkers: -(e)lijk; -ig; -zaam; -isch

#-grens Nederlands Klemtoonneutraal: -achtig; -baar; -er; -erig; -aar; -ing; -ling; -schap; -tje; -je; pje; etje; -kje; -heid

‘+’ affixen Eng.: -ity, -eer, -ure, -ic, in-, -er, -(i)ous, -ate, -an, -th, -ion, -ive Nl.:-es, -elarij, -in, -ij, -ier, -ist, -aris, -eer, -aal, -isme, -(e)lijk, -ig, -zaam, -isch vb.: electricity, engineer fundamenteel, boerin, hartstochtelijk, dienstplichtig

‘+’ affixen Eigenschappen van (woorden met) + affixen: vaak semantisch ondoorzichtig intiemere relatie met stam verandert stam drastisch niet produktief fonologisch onregelmatig

‘#’ affixen Eng.: -ness, -less, -ful, -ly, non-, -dom, -hood Nl.: -achtig, -baar, -schap, -er, -erig, -aar, -el, -ing, -the, -pje, je, etje, -kje vb.: freedom, sisterhood, kindly Eindhovenaar, roodachtig, arbeider

‘#’ affixen Eigenschappen van (woorden met) # affixen: Semantisch doorzichtig scherpe grens met stam laat stam intact produktief minder uitzonderingen

Affix stacking voorspelling: #-klasse affix wordt altijd buiten +-klasse affix aangehecht: danger + ous # ness niet: *tender # ness + ous active + ity # less; niet: *fear # less + ity vijand + ig # heid; maar niet: *schoon # heid + ig

Lexicale Fonologie en Morfologie Lexicon = (traditioneel gezien) soort appendix bij de grammatica waarin alle morfemen, lexicale items, zich bevinden met hun idiosyncratische eigenschappen

Lexicale Fonologie en Morfologie Lexicon = (binnen de Lexicale Fonologie) centrale component van de grammatica met naast idiosyncratische eigenschappen van (woorden en) morfemen ook woordvormingsregels en fonologische regels op verschillende niveaus

LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE niet-afgeleide lexicale items level 1 morfologie level 1 fonologie level 2 morfologie level 2 fonologie SYNTAXIS post-lexicale fonologie

niet-afgeleide lexicale items LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE huis deur -tje (#) niet-afgeleide lexicale items huis level 1 morfologie level 1 fonologie MSR: húis deur MSR: déur level 2 morfologie level 2 fonologie húis # déur CSR: húisdeur SYNTAXIS post-lexicale fonologie

niet-afgeleide lexicale items LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE huis deur -tje (#) niet-afgeleide lexicale items level 1 morfologie level 1 fonologie huis MSR: húis deur MSR: déur level 2 morfologie level 2 fonologie húis # déur CSR: húisdeur eerst samenstelling dan verkleinwoordsvorming húisdeur # tje onderwerp van debat: hoeveel niveaus (levels) zijn er nodig SYNTAXIS * húisjedeur post-lexicale fonologie

Lexicale Fonologie en Morfologie Na elke morfologische operatie wordt de fonologie op hetzelfde niveau in orde gemaakt

niet-afgeleide lexicale items LEXICON zoon schoon vijand -ig (+) -heid (#) MORFOLOGIE FONOLOGIE niet-afgeleide lexicale items vijand + ig MSR: vijándig schoon level 1 morfologie level 1 fonologie MSR: schóon zoon MSR: zóon level 2 morfologie level 2 fonologie CSR: vijándigheid vijándig # heid CSR: schóonheid schóon # heid CSR: schóonzoon schóon # zóon geen output: *schoonheidig SYNTAXIS post-lexicale fonologie

niet-afgeleide lexicale items LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE danger -ous (+) -ness (#) niet-afgeleide lexicale items level 1 morfologie level 1 fonologie danger + ous MSR: dángerous level 2 morfologie level 2 fonologie dángerous # ness CSR: dángerousness SYNTAXIS post-lexicale fonologie

niet-afgeleide lexicale items LEXICON MORFOLOGIE FONOLOGIE tender -ous (+) -ness (#) niet-afgeleide lexicale items level 1 morfologie level 1 fonologie tender MSR: ténder level 2 morfologie level 2 fonologie CSR: ténderness ténder # ness geen output: *tendernessous SYNTAXIS post-lexicale fonologie

Post-lexicale component De output van het lexicon is input voor de syntaxis De output van de syntaxis ondergaat nog post-lexicale fonologie, vaak optionele processen, zoals assimilatie, die pas kunnen plaatsvinden bij woorden in zinsverband: Jan i[z] dan i[m] Parijs