Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Sociologie Tweedaagse Sociologie 13 Oktober 2008 Jochem Tolsma.
Advertisements

Wat is sociologie?.
I n k o m e n s v e r d e l i n g Personele inkomens- verdeling
SIER-spel Doelen: Leren hoe in een markteconomie de verbanden kunnen liggen tussen een aantal kern-concepten uit de algemene economie; Leren dat het moeilijk.
Waarom heeft een land één taal, een standaardtaal? De bloemfiguratiehypothese Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding.
Van zeepbel tot zeepbel David Para Marxistische zomeruniversiteit 22 augustus 2008.
Hst 1: De wereld: Systeem van landen en relaties
Wanneer in de VS en West- Europa WAO, AOW, ZKW, WW en KBW en waarom juist toen ? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding.
Jozua Hoofdstuk 9 Lopen en gedragen worden Op de kring Bijbelstudie Van de VEG Amstelland 2 Emmeloord Over het boek Jozua Hoofdstuk 4.
1.3 globalisering verovert de wereld
Minder werken, beter verdeeld Expert meeting, 3 oktober 2012 Gerrit Stegehuis Platform Duurzame en Solidaire Economie.
in de bovenbouw van HAVO en VWO
APARTHEID IN ZUID- AFRIKA OMGEDRAAID? ASSF-project Nick Laarhoven, voorjaar 2012.
Hoofdstuk 6 Sociale ongelijkheid.
2.3 Groot-Brittannië en India
Thema: verzorgingsstaat
Als normovertreding voordelig is, waarom dan toch normnaleving? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding van Abram de.
Economische systemen en verzorgingsstaten
1950-Heden - de tijd van televisie en computer
Inleiding arbeidsmarkt
Curaçao.
Invloed maquiladora’s op verschillende schaalniveaus
Is het beschavingsproces van richting veranderd? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieen Naar aanleiding van Christien Brinkgreve & Michel.
Van de invoering van zorgwetten over de gulheid van zorgwetten naar de krimp van zorgwetten Naar aanleiding van Walter Korpi Power, politics, and state.
structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag
ONGELIJKHEDEN IN NEDERLAND HOOFDVRAGEN VAN DE SOCIOLOGIE
Grootverdiener zwaarder belast
Jullie hebben lef... .
Economische groei...  Les 
8.1: Eigen schuld, dikke bult? Intro HC Opdracht HW + nakijken.
Gideon Koekoek 8 september 2009
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis havo 4 - een introductie
de tijd van burgers en stoommachines
ONGELIJKHEDEN IN NEDERLAND BESCHRIJVINGEN TRENDS VERGELIJKINGEN WOUT ULTEE HOOFDVRAGEN VAN DE SOCIOLOGIE 7 SEPTEMBER 2010 EN OUDERDAG 28 MEI 2011.
DE LAMMERS-HYPOTHESE EN DE MAARTEN-POSTMA-HYPOTHESE HEDENDAAGDSE SOCIOLOGISCHE THEORIEËN DOCENT: WOUT ULTEE 8 JANUARI 2009.
Politieke stromingen LiNKS RECHTS.
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Goede tijden, slechte tijden
2.1bevolkingsgroei in modellen
Hoofdstuk 4 Aardrijkskunde, economie en maatschappij
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Voorbereiding op toets H13 Klas: 4G
Kenmerken en gevolgen van onderontwikkeling
Wanneer in de VS en West- Europa WAO, AOW, ZKW, WW en KBW en waarom juist toen? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding.
Recht.
AANBOD ARBEID IS GROTER DAN DE VRAAG NAAR ARBEID
Oefening 17 p. 97 – les 5.
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Voorbereiding SE 1 Aardrijkskunde 2015.
17de eeuw: Wetenschappelijke revolutie
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
Tijd van televisie en computer
Als normovertreding voordelig is, waarom dan toch normnaleving? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën Naar aanleiding van Abram de.
6.3 Geen werk? Wat zijn de gevolgen als je je baan verliest?
Antwoorden mobieltje- uit lagelonenlanden dus goedkoper.
Antwoorden herhalingsopgaven
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Marktaandeel Ex-BTW en In-BTW Arbeidsproductiviteit Belangrijk PROGRAMMA:
Mechanismen van tweedeling Over verarming en verrijking in Nederland.
Wat is een goede onderzoeksvraag?
1. globalisering. 1 Weg uit Nederland a Daar zijn de lonen lager. Daar is de productie dus goedkoper. Tot 1989 bestond het IJzeren Gordijn nog. De uitwisseling.
Aantekeningen hoofdstuk 2. Arbeidsovereenkomst 4.3 Wat moet je doen? Om in Nederland aan het werk te mogen is het verplicht om een arbeidsovereenkomst.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
structureel-functionalistische antwoord op de zelfdodingsvraag
Niet alleen op de wereld
Een klaslokaalexperiment
Transcript van de presentatie:

Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën 19-11-2009 Interdependenties en ongelijkheden Waarom verandert een trend van richting? Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën 19-11-2009 Naar aanleiding van Nico Wilterdink, Ongelijkheid en interdependentie, 1993 en Nico Wilterdink, De ontwikkeling van sociaal-economische ongelijkheid in de wereld, 2000

Wilterdinks onderzoekbevindingen uit 1993 : Na decennia van daling, nam sinds 1970 in de VS de inkomens- en vermogensongelijkheid toe, in andere industrielanden als het Verenigd Koninkrijk en Zweden was er ook een daling geweest en begonnen deze ongelijkheden toen ook toe te nemen, zij het dat de denivellering in Nederland pas midden 1980 begon en nu al enkele jaren tot stilstand is gekomen

Inkomen uit uitkeringen Meervoudige bevinding voor inkomensongelijkheden: Inkomen uit kapitaal Inkomen uit arbeid Inkomen uit uitkeringen

Wilterdinks methodologisch inzicht : Wilterdinks vraag : Waarom toen deze nivellering en later deze denivellering? Wilterdinks methodologisch inzicht : De omkering moet met dezelfde hypothese worden verklaard als de trend Ultee’s toevoeging : En de late omkering voor Nederland ook

Als een land een rechtse regering krijgt, nemen de ongelijkheden toe De door Wilterdink as oppervlakkig verworpen hypothesen : Als zich in een land een laagconjunctuur voordoet, nemen de ongelijkheden toe In 1980-1985 laagconjunctuur, maar bij opleving na 1985 ook toename ongelijkheid Als een land een rechtse regering krijgt, nemen de ongelijkheden toe Ook in links Zweden namen de ongelijkheden toe

Hoe diep graaft Wilterdinks eigen hypothese? Vasthouden : Hoe diep graaft Wilterdinks eigen hypothese? Uitkomst : Wilterdink onderscheidt onvoldoende tussen hoger-niveau en lager-niveau hypothesen Wilterdink plaatst een nieuwe lager-niveau hypothese naast de lager-niveau hypothesen over conjunctuur en politiek

Elias’ interdependentieBEGRIP Uitgangspunt van Wilterdinks theoretische overwegingen : Elias’ interdependentieBEGRIP Ultee: maar hoe luidt Wilterdinks interdependentieHYPOTHESE? Verruiming van interdependentienetwerken doet ongelijkheden toenemen, Verdichting van interdependentienetwerken doet ongelijkheden afnemen ‘Deze stellingen zijn echter nog te algemeen’ ‘Een globaal antwoord moet hier volstaan’

De bevinding gaat over industrielanden Vergelijk de bewoordingen van Wilterdinks bevinding met de bewoordingen van Wilterdinks hypothese : De bevinding gaat over industrielanden De hypothese gaat niet over (industrie)landen, maar over interdependentienetwerken De inwoners van een industrieland vormen een interdependentienetwerk, maar ze kunnen natuurlijk ook afhankelijk zijn van de inwoners van andere landen

Wilterdinks hypothese herformuleerd als een hypothese over landen: Hoe sterker de inwoners van een land van elkaar afhankelijk zijn, des te kleiner zijn de vermogens- en inkomensverschillen tussen hen

Ga uit van deze hypothese Welke bijkomende veronderstellingen moet Wilterdink dan maken om zijn bevindingen te verklaren ? Tot 1970 werden de inwoners van elk industrieland van de wereld meer afhankelijk van elkaar, daarna minder afhankelijk

Dat is ad hoc Lees Wilterdinks hypothese als een hoger-niveau hypothese en kom met een lager-niveau hypothese Hoe opener de economie van een industrieland, des te groter de ongelijkheden in dit land

dan worden de werkgevers en aandeelhouders in dit land Met welke bijkomende verondersteling van de hoger-niveau naar de laatste lager-niveau hypothese ? Als de economie van een industrieland opener wordt door afschaffing van invoerrechten op eindproducten uit industrialiserende landen met lage lonen, dan worden de werkgevers en aandeelhouders in dit land minder afhankelijk van de werknemers in dat land

daarna werden deze rechten verlaagd en soms geheel afgeschaft Met welke bijkomende veronderstelling van deze lager-niveau hypothese naar Wilterdinks bevindingen ? Tot 1970 was in industrielanden de invoer van eindproducten uit industrialiserende landen met lage lonen door heffingen zo goed als onmogelijk, daarna werden deze rechten verlaagd en soms geheel afgeschaft

Nieuwe Wereldhandelsovereenkomst van 1975 Klopt iets van deze bijkomende veronderstelling? Ja Nieuwe Wereldhandelsovereenkomst van 1975 Maar waarom dan VS omkering trend in 1970 en Nederland omkering trend in 1985 ? En waarom daling inkomen uit uitkeringen ?

Werden de markten voor eindproducten in de VS al voor 1975 vrijer? Opgeworpen en door Wilterdink niet beantwoorde onderzoeksvraag : Werden de markten voor eindproducten in de VS al voor 1975 vrijer?

De markten van industrielanden voor eindproducten werden opener, Het hele verhaal ? De markten van industrielanden voor eindproducten werden opener, Maar de wereldmarkt voor olie werd minder vrij door het kartel van de OPEC En daarom werd de voornaamste energiebron en grondstof van de rijke INDUSTRIElanden duurder

Tweede lager-niveau hypothese : Hoe minder vrij de markten voor energiebronnen in een industrieland, des te duurder de prijs van energie er is, des te lager de koers van de munt van dit land, des te groter de schulden van dit land en des te lager de uitkeringen in dit land

Wat klopt er van deze bijkomende veronderstelling ? Bijkomende veronderstelling bij deze tweede lager-niveau hypothese voor Nederland : De inkomsten van de Nederlandse staat stegen door de aardgasbel bij Slochteren, terwijl die van andere industrielanden zonder deze unieke energiebron daalden Opgeworpen vraag: Wat klopt er van deze bijkomende veronderstelling ?

evenals Elias, Brinkgreve & Korzec, Franke Wilterdink 1993 evenals Elias, Brinkgreve & Korzec, Franke heel veel aandacht voor de vaststelling van het te verklaren verschijnsel Maar ze toetsen de bijkomende veronderstellingen uit de verklaring zelf nauwelijks

wel een toetsing van bijkomende veronderstellingen? Wilterdink 2003 in tegenstelling tot Wilterdink 1993 wel een toetsing van bijkomende veronderstellingen?

Wilterdink verlaat het kader van zijn oude figuratiesociologie Neen Wilterdink verlaat het kader van zijn oude figuratiesociologie met haar verklaringen voor trends gedurende een eeuw met behulp van hypothesen over de gevolgen van interdependenties binnen landen en tussen landen

Wilterdinks vragen blijven gaan over ongelijkheden Maar nu niet alleen ongelijkheden binnen industrielanden, Ook ongelijkheden tussen landen en ongelijkheden tussen alle inwoners van de aarde en de trends daarin sinds 1800

En terwijl in 1993 een globaal antwoord moest volstaan, worden nu suggesties voor een verklaring gegeven En die suggesties hebben niet alleen betrekking op interdependenties Maar tevens op tijden voor 1800 Wilterdink gaat naar Lenski verwijzen en de figuratiesociologie wordt tot een ecologisch en technologisch-ideologisch evolutionisme

Absolute macht bestaat niet Volgende keer De Swaan Hoeveel macht A ook over B heeft, A is altijd in een bepaald opzicht en in zekere mate afhankelijk van B Absolute macht bestaat niet