Orthopedagogiek van de bijzondere groepen – partim drugmisbruik Veerle Soyez 22/04/2003
Begripsomschrijving en definiëring Instrumenten
Theoretische modellen
DSM-IV (APA, 1994) De stoornissen in het gebruik van een middel afhankelijkheid misbruik De stoornissen door het gebruik van een middel intoxicatie onthouding delirium persisterende dementie persisterende amnestische stoornis stemmingsstoornis angststoornis seksuele dysfunctie slaapstoornis
Afhankelijkheid van een middel Tolerantie, gedefinieerd door ten minste één van de volgende: een behoefte aan toenemende hoeveelheden van het middel om een intoxicatie te bereiken een duidelijk verminderd effect bij voortgezet gebruik van dezelfde hoeveelheid Onthouding, zoals blijkt uit ten minste één van de volgende: het voor het middel karakteristieke onthoudingssyndroom hetzelfde (of een nauw hiermee verwant) middel wordt gebruikt om onthoudingsverschijnselen te verlichten of te vermijden Het middel wordt vaak in grotere hoeveelheden of gedurende een langere tijd gebruikt dan gepland
Er bestaat de aanhoudende wens of er zijn weinig succesvolle pogingen om het gebruik van het middel te verminderen of in de hand te houden Een groot deel van de tijd gaat op aan activiteiten nodig om aan het middel te komen, het gebruik van het middel, of aan het herstel van de effecten ervan Belangrijke sociale of beroepsmatige bezigheden of vrijetijdsbesteding worden opgegeven of verminderd Het gebruik van het middel wordt gecontinueerd ondanks de wetenschap dat er een hardnekkig probleem is dat veroorzaakt of verergerd wordt door het middel
Misbruik van een middel Herhaaldelijk gebruik van het middel met als gevolg dat het niet meer lukt om in belangrijke mate verplichtingen op het werk, school of thuis na te komen Herhaaldelijk gebruik van het middel in situaties waarin het fysiek gevaarlijk is Herhaaldelijk, in samenhang met het middel, in aanraking komen met justitie
Misbruik van een middel Voortdurend gebruik van het middel ondanks aanhoudende of terugkerende problemen op sociaal of intermenselijk terrein veroorzaakt of verergerd door de effecten van het middel Belangrijk: de verschijnselen hebben nooit voldaan aan de criteria van afhankelijkheid van een middel uit deze groep middelen
Fases in het afhankelijkheidsproces Belang van de “drie M’s” (MENS, MIDDEL, MILIEU) Vier fases: Experimenteerfase Sociaal of geïntegreerd gebruik Overmatig en schadelijk gebruik Fase van afhankelijkheid Vier vicieuze cirkels (Van Dijk, 1973, 1980): lichamelijk, psychisch, sociaal en cerebraal
De lichamelijke vicieuze cirkel
De psychische vicieuze cirkel
De sociale vicieuze cirkel
De cerebrale vicieuze cirkel
Van afhankelijkheid naar ontwenning Belang van motivatie De stadia van verandering van Prochaska en DiClemente (1992) Voorbeschouwing (precontemplation) Overpeinzing (contemplation) Voorbereiding (preparation) Actie (action) Stabilisatie (maintenance)
Precontemplation Geen intentie om gedrag te veranderen Niet of onderbewust van het probleem Omgeving ziet wel een probleem behandeling onder druk Gedragsverandering mogelijk onder druk
Contemplation Bewust van het probleem Afwegen pro’s en contra’s Denken er ernstig over om iets te doen, maar nog geen actie Mensen blijven vaak lang hangen in deze fase
Preparation Combinatie van intentie en een aantal gedragscriteria: meestal al minieme gedragsveranderingen Willen binnen de maand actie ondernemen om doel bereiken Nog geen effecten
Action Werkelijke gedragsverandering Meest « zichtbare » stadium Er moet een duidelijk (vooropgesteld) criterium bereikt worden Wordt vaak foutief omschreven als « verandering »
Maintenance Inspanningen om: verworven gedragingen te bestendigen herval te voorkomen Is een verderzetten van verandering spiraal van verandering herval als leerproces (lapse vs. relapse)
Verandering als circulair proces
De stadia van verandering van De Leon Steunt op drie belangrijke basis-assumpties Verslaving beïnvloed de hele persoon Het herstelproces manifesteert zich op meerdere levensgebieden Er is een voldoende lange behandelperiode noodzakelijk om definitief herstel te bereiken 6 stadia voor de behandeling, 4 tijdens / na de behandeling
Overzicht stadia Voor de behandeling Tijdens de behandeling Ontkenning Ambivalentie Extrinsieke motivatie Intrinsieke motivatie Bereidheid tot veranderen Bereidheid tot behandeling Tijdens de behandeling Ontwenning Abstinentie Behoud Integratie en identificatie
Instrumenten Wat is belangrijk om te meten? Ernst van het misbruik: feitelijke gegevens m.b.t. gebruik, maar op verschillende leefgebieden (Addiction Severity Index); eventueel aanvullend meer diepgaand bevragen. Dynamische karakteristieken – zoals motivatie, bereidheid tot verandering (TCU-motivation scale; CMRS)
ASI algemeen: globale kenmerken Interview; voordeel t.o.v. vragenlijst Vragenlijstversie minder betrouwbaar / valied Ook bruikbaar bij personen met leesproblemen Beter voor contact tijdens de intake Semigestructureerd Elke cliënt krijgt alle vragen Mogelijkheid tot herformuleren / doorvragen Volledig gestandaardiseerd Manier van scoring duidelijk vastgelegd (handleiding) Duur: 45-60 minuten Afhankelijk van cliënt Afhankelijk van interviewervaring
Algemeen: waarde Ontwikkeld vanuit de praktijk Problemen met discrete psychiatrische classificatie Dichotomie weinig aangrijpingspunten voor behandeling Grote verschillen in aard en ernst van verslaving binnen groep cliënten DSM-III alcohol-afhankelijkheid Meer probleemgerichte benadering geïndiceerd Loslaten van pathologie (ziekte) concept meer werken vanuit dimensionaal concept
EuropASI principes (1) EuropASI beslaat 6 leefgebieden Lichamelijke gezondheid Arbeid, opleiding, inkomen Alcohol- / druggebruik Justitie / politie Sociale / familiale problemen Psychiatrische en emotionele problemen Eventueel bijkomende gokmodule Multidimensionele benadering is verbetering t.o.v. dichotome classificatietraditie
EuropASI principes (2) Elk leefgebied = onafhankelijk interview Onafhankelijk van drug / alcohol gebruik (vb. ontwenning) Elk leefgebied wordt geïntroduceerd en afgesloten ASI is een globaal instrument Spit niet elke dimensie in de diepte uit Globaal idee wat er in dit leefgebied moet gebeuren ASI is soort thermometer
EuropASI principes (3) Structuur is steeds hetzelfde voor elk probleemgebied Begin met feitelijke (objectieve) vragen Hoe vaak, hoeveel jaar, hoeveel dagen Bedoeld om een beeld te krijgen van de feitelijke situatie van de cliënt Eindig met aantal menings- (objectieve) vragen In welke mate heeft u afgelopen maand last gehad In welke mate is hulp / behandeling van deze problemen op dit moment belangrijk Onafhankelijke interviewer ernstscore Betrouwbaarheidsmeting (onjuiste weergave werkelijkheid en problemen met begrijpen)
Toepassingsmogelijkheden Behandeling Bepalen hoe iemand de hulpverlening binnenkomt (middelenmisbruik gaat vaak samen met andere factoren) Globale screener (thermometer) Veel gestandaardiseerde info op relatief korte tijd (Contra)indicatiestelling / cliëntbesprekingen / handelingsplan / doorverwijzing Indicatie voor verdere, bijkomende diagnostiek
Toepassingsmogelijkheden Onderzoek Binnen de hulpverlening Lange termijn effectstudies (evaluatie) In kaart brengen van de populatie Buiten de hulpverlening Vergelijken van groepen / populaties Registratie Overzicht van alcohol- en druggebruikers lokaal, nationaal en internationaal