De eenwording van Europa Lois van Pieterson, Elske Toot, Annelies Boekestijn

Let’s start at the very beginning. 1947 Marshallplan 1951 EGKS Leden van de EGKS: Frankrijk, West-Duitsland, Italië en de Benelux Voordelen: voorkomen buitensporige wapen en samen sterker tegen de Russen

1957: Verdrag van Rome EEG Euratom 1976: EG 1993: De Europese Unie De EG en de EU 1957: Verdrag van Rome EEG Euratom 1976: EG 1993: De Europese Unie

Landbouwpolitiek Landen buiten Europa konden veel goedkoper en efficiënter landbouwproducten verbouwen. EEG gaf garantieprijzen. Garantieprijzen waren laag. Overschotten.

Overproductie in de landbouw was veel te duur voor de EG. Oplossing was moeilijk te vinden. Kleine verlaging garantieprijzen. Intrekken subsidies kleine en middelgrote boerenbedrijven. Opleggen van boetes.

Wij willen ook! Armere landen: hoopten op hulp. Rijkere landen: groter afzetgebied voor producten. Engeland zoekt in de jaren 60 toenadering. De Gaulle is er tegen, na zijn aftreden verloopt het soepeler.

De ledenbomb 1973: Engeland, Ierland, Denemarken. 1981: Griekenland. 1986: Spanje, Portugal. 1995: Finland, Oostenrijk, Zweden. 2004: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Hongarije, Malta, Cyprus. 2007: Bulgarije, Roemenië.

Weinig politieke samenwerking ‘’Eenparigheid’’ vereist Europa alleen voor buitenaf een eenheid

Organisatie EU Europese Commissie Raad van Ministers Europese Raad Europees Parlement Hof van Justitie

Europese Commissie 27 commissarissen, benoemd voor 5 jaar. Belangrijkste politieke stromingen zijn vertegenwoordigd. 23.000 ambtenaren verdeeld over 27 directoren-generaal.

Raad van Ministers 27 leden, één van elke lidstaat. Per onderwerp verandert samenstelling. Per 6 maanden rouleert voorzitterschap.

Europese Raad Regeringsleiders van elke lidstaat. Minimaal 2 keer per jaar bijeenkomst.

Europees Parlement 736 leden, voor 5 jaar gekozen. Verdeelsleutel naar aantal inwoners.

Hof van Justitie Controleren Raad van Ministers en Europese Commissie. Één rechter uit elke lidstaat. Gemeenschapsrecht.

Organisatie EU Europese Commissie Raad van Ministers Europese Raad Europees Parlement Hof van Justitie Aantal leden 27 27 regeringleiders 736 27 rechters Met Nederland vergeleken Ministerraad - Parlement Openbaar Ministerie

Natie niet Nazi. Natie-staat: staat waarin de bevolking homogeen is en zich bezield voelt door dezelfde nationale gevoelens. Natie-staat volgens sommige West-Europeanen: als een politieke gemeenschap waarin de bevolking zich ongeacht haar culturele afkomst thuis voelt. Natie-staat in Europa verschillend uitgewerkt. Staten met grote verschillen in bevolkingsgroepen: ene kant eigen identiteit en karakter behouden, andere kant alle inwoners nationaal gevoel geven. Zwitserland en België bijvoorbeeld meer autonomie dan Friezen in Nederland.

De natie-staat in Europa aan betekenis Het regionalisme Organisaties als EU, VN en Navo

Conclusie