vwo B Samenvatting Hoofdstuk 4

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Wiskundevademecum eerste graad
Advertisements

WACHT MENEER VAN DALEN NOG STEEDS OP ANTWOORD ?
Stelling van Pythagoras
Toepassingen op de stelling van Pythagoras
GONIOMETRIE UITLEG 8.2 TANGENS
Eigenschappen van vierhoeken
H1 Basis Rekenvaardigheden
Tangens In een rechthoekige driehoek kun je met tangens werken.
Rekenen met machten met hetzelfde grondtal
havo B Samenvatting Hoofdstuk 12
ribwis1 Toegepaste wiskunde - Goniometrie Lesweek 4
havo B Samenvatting Hoofdstuk 10
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 1
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 8
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 5
vwo A Samenvatting Hoofdstuk 14
Extra vragen voor Havo 3 WB
Rekenregels van machten
Voorbeeld a5a · 4b = 20ab b-5a · 4a = -20a 2 c-2a · -6a = 12a 2 d5a · -b · 6c = -30abc e-5b · 3a · -2 = 30ab f-2 · -a = 2a opgave 1 a7a + 8a = 15a b6a.
Rekenregels voor wortels
Herhaling gelijkvormigheid
Differentieer regels De afgeleide van een functie f is volgens de limietdefinitie: Meestal bepaal je de afgeleide niet met deze limietdefinitie, maar.
Gelijkvormige driehoeken
Goniometrie Tangens Sinus Cosinus
Goniometrie Tangens Sinus Cosinus
Goniometrie Tangens Sinus Cosinus Herhaling:
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Welk beeld bij.
ribwis1 Toegepaste wiskunde Lesweek 2
ribwis1 Toegepaste wiskunde, ribPWI Lesweek 01
havo/vwo D Samenvatting Hoofdstuk 5
Krachten optellen en ontbinden
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
2 vmbo basis 4.1Vlakke figuren
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Hoofdstuk 5 De stelling van Pythagoras
Voorbeeld Bereken de diepte van het water. Aanpak
Gelijkvormigheid en verhoudingstabellen.
Goniometrie Als je deze uitleg stap voor stap volgt, kun je na afloop alle hoeken berekenen van een rechthoekige driehoek. Elke keer als je klaar bent.
Breuken.
Gereedschapskist vlakke meetkunde
3FD na de vakantie !! Wiskunde deel B + Geodriehoek !!! + potlood !! + gum !! + rekenmachine !! Koop het als je het niet hebt !
Presentatie Z en F Hoeken Theorie.
Gereedschapskist vlakke meetkunde
Gereedschapskist vlakke meetkunde
havo B Samenvatting Hoofdstuk 7
Meetkunde 5L week 14: Vierhoeken tekenen vierhoeken vierkant vlieger
Goniometrie is een tak van wiskunde die
Wiskunde voor Engineering HU / Boswell Bèta 11 augustus.
Wiskunde voor Engineering HU / Boswell Bèta 10 augustus.
Periode 3 SE3 (week 12: vrijdag 24 maart t/m week 13 vrijdag 31 maart) 7 weken het leerstof behandelen en 8e week voorbereiding voor SE3 Hoofdstuk 4: Meetkunde.
Wat is algebra? Rekenen is het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken je de bewerkingen.
SosCasToa “Leren met Plezier”
Machten vermenigvuldigen HAVO
De Stelling van Pythagoras
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Breuken optellen en aftrekken
Eigenschappen van vierhoeken
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 9
Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen
G3 2 Machten met een gehele exponent en vierkantswortels M A R T X I
Driehoeken tekenen Driehoeken tekenen Driehoeken tekenen
M A R T X I W K U N E D S 2 G1 Rekenen met breuken © André Snijers.
Voorkennis Wiskunde Les 3 Appendix §A.5 en A.6.
Breuken vermenigvuldigen
Machten van breuken Machten van breuken Machten van breuken
Info 2 Rationale getallen tot een positieve macht verheffen M A R T X
HOOFDSTUK 5 Goniometrie Tangens.
Vermenigvuldigen en delen. Toepassen.
Transcript van de presentatie:

vwo B Samenvatting Hoofdstuk 4

Rekenregels voor wortels √A · √B = √AB met A ≥ 0 en B ≥ 0 √A2 = |A| Je kunt een factor voor het wortelteken brengen als het getal onder het wortelteken het product is van een kwadraat en een geheel getal. √AB = √A · √B √54 = √9 · √6 = 3 · √6 = 3 √6 Een vorm met een breuk onder het wortelteken en een vorm met een wortel in de noemer van een breuk moet je herleiden. √A√B √ AB = met A ≥ 0 en B > 0 √A√B √ AB = 4.1

Wortels en merkwaardige producten (a + b)2 = a2 + 2ab + b2 (a – b)2 = a2 – 2ab + b2 (a + b)(a – b) = a2 – b2 opgave 9a (2a √2 - a √3)2 = (2a √2 - a √3)·(2a √2 - a √3) = 4a2 · 2 – 2a2 √6 – 2a2 √6 + a2 · 3 = 8a2 + 3a2 – 4a2 · 6 = 11a2 – 24a2 = -13a2 4.1

Breuken 5a 2a 7 a 1 + = 5 a - 2 2 a 5a a(a – 2) 2(a – 2) a(a – 2) Gelijknamige breuken optellen : tellers optellen noemers veranderen niet 5a 2a 7 a 1 + = 5 a - 2 2 a 5a a(a – 2) 2(a – 2) a(a – 2) 5a + 2(a – 2) a(a – 2) + 2 = + = = 5a + 2a – 4 a(a – 2) 7a – 4 a(a – 2) Om niet-gelijknamige breuken op te tellen moet je ze eerst gelijknamig maken. = a2 – 4 a2 + 6a + 8 (a – 2)(a + 2) (a + 2)(a + 4) (a – 2) (a + 4) -2 4 -1 2 3 = = = = Breuk vereenvoudigen  teller en noemer door dezelfde factor delen. 4.2

Rekenregels van machten a4 = a · a · a · a a2 · a3 = a · a · a · a · a = a5 = = a2 (a2)3 = a2 · a2 · a2 = a6 (ab)3 = ab · ab · ab = a3b3 bij vermenigvuldigen de exponenten optellen a5 a · a · a · a · a a3 a · a · a bij delen trek je de exponenten van elkaar af bij macht van een macht vermenigvuldig je de exponenten bij de macht van een product krijg je een product van machten 4.3

Algemeen ap · aq = ap + q = ap – q (ap)q = apq (ab)p = apbp ap aq 4.3

Negatieve exponenten 4° = 1 a° = 1 (a ≠ 0) 2-1 = ½ 8-1 = ⅛ a-n =  (a ≠ 0) de rekenregels voor machten gelden ook bij negatieve exponenten verhuist een macht van de teller naar de noemer of omgekeerd, dan verandert de exponent van teken 4.3

Machten met gebroken exponenten x½ = √ x x = √ x 4½ = √ 4 = 2 64 = √ 64 = 4 algemeen : a = n √ a ook geldt : a = √ a (a > 0) 3 3 pq q p 4.3

Berekeningen met sinus, cosinus en tangens sinA = overstaande rechthoekszijde : schuine zijde cosA = aanliggende rechthoekszijde : schuine zijde tanA = overstaande rechthoekszijde : aanliggende rechthoekszijde SOS/CAS/TOA 4.4

voorbeeld Bereken AB C 5  19° A ? B vanuit hoek A kijken  tan A = BC : AB tan 19° = 5 : AB Bereken AB C 5 tan 19° 5  19° 1 AB A ? B AB = 5 × 1 : tan 19° AB = 14,5 cm 4.4

Exacte waarden van goniometrische verhoudingen LEREN Exacte waarden van goniometrische verhoudingen hoek 30° 45° 60° sinus ½ ½√2 ½√3 cosinus ½√3 ½√2 ½ tangens √3 1 √3 C R 60° 2 √ 2 1 1 45° 30° A B P Q 1 √ 3 4.4

= = De sinusregel C a sin α b sin β c sin γ γ b a α β A B c Als de driehoek niet gelijkbenig of rechthoekig is gebruik je de sinusregel. In elke driehoek ABC geldt de sinusregel : C a sin α b sin β c sin γ γ = = b a α β A B c 4.4

a2 = b2 + c2 – 2bc cos α b2 = a2 + c2 – 2ac cos β De cosinusregel Als je de sinusregel niet kunt gebruiken heb je de cosinusregel. In elke driehoek ABC geldt de cosinusregel : C a2 = b2 + c2 – 2bc cos α b2 = a2 + c2 – 2ac cos β c2 = a2 + b2 – 2ab cos γ γ b a α β A B c 4.4

Trapezium D C h A B O(trapezium) = ½( a + b )h 4.5 Een trapezium is een vierhoek waarvan 2 zijden evenwijdig lopen Trapezium b O(trapezium) = ½( a + b )h D C h A B a b a + b Van ieder trapezium kun je een parallellogram maken 4.5

AB BC AC KL LM KM DB BE DE ON NM OM Herhaling gelijkvormigheid C K L E snavelfiguur zandloperfiguur ∆ABC ∽ ∆DBE ∆KLM ∽ ∆ONM K = O L = N M = M A = D B = B C = E C K L E B M D A N O AB BC AC KL LM KM DB BE DE ON NM OM 4.5