Morenen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het archief van Nederland 4.1 NL in beweging
Advertisements

Endogene exogene processen
Verwering Verwering = het verbrokkelen of vergruizen van gesteenten onder invloed van het weer of plantengroei. 2 soorten: a) Mechanische verwering = het.
Landschappen gevormd door ijs
Systeem aarde Hfd 2.
Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8
Par. 2 Landschappen in beweging
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Bij H2 §4.1 en § 4.3 landschappen NL.
§ 1.2 Veranderend weer en klimaat
Hoofdstuk 1 Endogene en exogene processen Paragraaf 7 t/m 9
Hoofdstuk 9 : Rivieren 1. Soorten rivieren enkelvoudige (meanderende)
Arctisch gebied.
GESTEENTEN.
P2.3: Verwering en erosie.
§ 1 NATUURLIJKE OMGEVING
Exogene krachten = krachten die van buitenaf het aardoppervlak vormen
De werking van rivieren
Reliëf.
Gletsjerwerking.
Hoofdstuk 2 Afbraak en opbouw van het landschap
Vorige week Huiswerk dinsdag: P1.3 :opdr 10 t/m 17 + samenvattings- opdracht P1.4: Opdr t/m 24 P2.1: opdr 2 t/m 7 + samenvattingsopdracht.
Planning: Uitleg paragraaf 2.1
§ 1.3 Veranderende natuurlijke omstandigheden
§ 1.2 Met de klompen in het water
Planning: Maak opdracht 11 (5 min) Uitleg p1.2 deel 1 (15 min)
14 Reliëf en rivieren 14.1 Ontstaan van rivieren 14.2 Stroombekkens
10 Landschap en reliëfvormen
Geologie blz
Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 2
Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 3
Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 6 t/m 8
Gesloopt gesteente (par. 6) Verweringsmateriaal in beweging (par. 7)
Hoofdstuk 2 Aarde: Middellandse Zeegebied Paragraaf 4
Woensdag 17 nov HAVO.
Verwering Verwering = het verbrokkelen of vergruizen van gesteenten onder invloed van het weer of plantengroei. 2 soorten: a) Mechanische verwering = het.
Les Kustvormen H4 Havo 3.
3 havo Hoofdstuk 4 KUSTEN.
3.2 De aarde verandert van buitenaf
5.2 de aarde verandert van buitenaf
Kustvorming: Rotskusten.
Kusttypes rond de Noordzee.
EXOGENE KRACHTEN HOOFDSTUK 4.
Hoe hard is gesteente? Uiteindelijk verbrokkelt al het gesteente,
In de kustvlakte… De lagen sediment waaruit de
De actieve aarde Blok 3.
2 hv H2 Landschap § 2-5.
2 hv H2 Landschap § 8-9.
2vwo Hoofdstuk 2 Landschap § 2-5
2 T/H Hoofdstuk 2 Landschappen §2-4
(III) Geomorfologie: de Veluwe
Belang van de bodem HPSP Paardensportbodems. Waarom bodem?
Reliëf en hydrografie van de Loirestreek
Preglaciaal © Theo Peenstra Meer dan jaar geleden Legenda
Vulkanen Mas, Omar.
Aardrijkskunde GOED VOORBEREID NAAR DE PABO. De blauwe planeet.
De actieve aarde. Leerdoelen van actieve aarde De student kan landschapsvormende werking van endogene krachten beschrijven en verklaren De student.
Aardrijkskunde samenvatting
Ontstaan van Nederland
De invloed van water Taak 4.
E.M. van Kemseke.
Van zwerfstenen tot boeren op de Utrechtse Heuvelrug
Nederland jaar geleden
§ 3 Gesteente wordt verplaatst
6.6 De aardkorst wordt aangevallen
Aardrijkskunde 6.7 Het land van vuur en ijs.
Met woorden in de weer In het hooggebergte.
Gletsjers Beelden bij paragraaf 3.
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
Vandaag Herhalen endogene en exogene krachten Nakijken huiswerk
Transcript van de presentatie:

Morenen

Overzicht van de les De morenen Erosiereliëfs Het Gletsjerdal Indeling + Soorten Erosiereliëfs Karen en kammen Het Gletsjerdal Het dwarsprofiel + het lengteprofiel Accumulatiereliëfs Rivierwerking modelleert de glaciale reliëfs.

De morenen Indeling + soorten

Vorming van de morene Omdat de mechanische verwering van het gesteente op de rotshellingen aan de rand van het ijs zeer groot is. Daardoor komt er puin los. Hoe komt dit? Door de temperatuurverschillen en vorstwerking. Puin komt via de rotsbedding in de gletsjer en op de bedding terecht. Dit kan ook gebeuren door spleten in de gletsjer.

Grondmorene Door al dat materiaal wordt de bedding geslepen. Fijn sediment vermengt zich met de grotere stukken puin tot een keileem. Tesamen vormt dit de grondmorene

Zijmorenen Worden gevormd door puin dat langs de zijwanden op de gletsjertong valt en niet door spleten in het ijs verdwijnt.

Oppervlaktemorene Wanneer gletsjertongen samenstromen verenigen de zijmorenen zich tot middenmorenen. De zijmorenen en de middenmorenen samen vormen de oppervlaktemorene.

Grondmorene vs Oppervlaktemorene Fijn sediment vermengt zich met de grote stukken puin tot keileem Oppervlaktemorenen Bestaat uit losse hoekige gesteenten Op het einde van de gletsjer gaan beide morenen samen komen.

Gletsjertong Aan het einde van deze gletsjertong vinden we de eindmorene

Eindmorene Aan het uiteinde van de gletsjertong worden de oppervlakte- en de grondmorenen verenigd in de eindmorene. Deze vormt dan een puinwal die als brede boog in de vallei gevormd wordt, met een holle zijde tegen het gletsjerfront.

Foto van een eindmorene

Nog 2 eindmorenen

Wat na vorming van de eindmorene? Het grof materiaal dat is afgezet zal in de eindmorene achterblijven. Het fijner materiaal zal door gletsjerbekken en rivieren worden weggevoerd. Dit zorgt voor het ontstaan van fluvioglaciale afzettingen: - spoelzandvlaktes of sanders

Erosiereliëfs Karen en kammen

Karen Komen voor in het voedingsgebied van de gletsjer. De karen zijn brede amfitheatervormige depressies die omgeven worden door steile dalflanken. Het zijn verzamelbekkens van vroegere gletsjers. In de bodem van een kaar ligt vaak een kaarmeer.

Kammen Zijn de smalle interfluvia tussen de verschillende verzamelbekkens. Ze bestaan uit bergtoppen. De typische reliëfstructuur is ontstaan door intense erosie veroorzaakt door de neerwaartse druk van het ijs in het firnbekken

Foto van bergkammen

Gevolg meerdere firnbekken Erosie en verwering vanuit verschillende firnbekkens reduceren het interfluvium tot een drie of vierzijdige piramidiale vorm. Een Horn ! Vb: Matterhorn, Weishorn, Zinalrothorn.

Voorbeeld van een Horn

Dwarsprofiel + Lengteprofiel Gletsjerdal Dwarsprofiel + Lengteprofiel

Het gletsjerdal Het dwarsprofiel Het gletsjerdal bestaat uit een breed U-vormig trogdal. De belangrijkste gletsjer schuurt het diepste dal uit. Een kleinere gletsjer zal zijn dal minder diep uiteroderen. Vloeien beide samen dan zal het hoofddal dieper liggen dan het zijdal Men spreekt dan van zwevende zijdalen.

Foto Gletsjerdal

Het lengte profiel Is min of meer trapvormig. Resistente gesteenten vormen daardoor drempels die de afwatering beletten. In de depressie voor de drempel vormt zich een meer dat langzaam opgevuld wordt door rivierpuin.

Ontstaan van fjordenkust Oude gletsjerdalen die door de zee overspoeld worden. 20000 jaar geleden, ijskap nam toe. Hierdoor een algemene daling van het zeepeil. Nadien werd het klimaat warmer en smolten gletsjers . De zeespiegel steeg met 100 meter. Hierdoor liepen de trogdalen in Scandinavië onder water

Foto van een fjord

Accumulatiereliëfs

Accumulatiereliëfs Accumulatievormen ontstaan waar de gletsjer tot stilstand komt en afsmelt. Accumulatievormen komen zowel in het gebergte als aan de randen daarvan voor. Eindmorenes vormen hoefijzervormige heuvelruggen die dwars op de valleien staan. Ze hebben een asymmetrisch profiel.

Foto Acumulatievormen eindmorene Hoefijzervormige accumulatievorm afgezet door eindmorene

Kenmerken glaciale landschap Een warrige hydrografie met vele grote en kleine meren. Drumlins : spoelvormige asymetrische heuvels die bestaan uit een harde rotskern Eskers : Langgerekte ruggen opgebouwd uit morene. Kameterrassen : terrasvormige vervlakkingen langs de dalwanden in de valleibodems, ontstaan door puinsedimentatie in smeltwatermeren.

Drumlin en Esker

Rivierwerking modelleert de glaciale reliëfs

Rivierwerking modelleert glaciale reliëfs. Gletsjererosie is veel krachtiger dan riviererosie. Hierdoor zijn de sporen van riviererosie onder een gletsjer beperkt. Het meest opvallend zijn de diepe V- vormige kloofdalen onder de gletsjer Ook zijn er kolkgaten die ontstaan door smeltwater dat in de dalbodem doordringt met grote kracht. Rivieren uit de zwevende zijdalen monden uit in het hoofddal door middel van een waterval. Hierdoor krijgt men kloofdalen in de zijdalen.

Foto van de dalvormen Zwevende Zijdalen Kloofdal