De Preveniepiramide Johan Deklerck Tiem Dewulf 1 BaMV B VIVES-Hogeschool
De preventiepiramide Bedoeling Integrale en positieve preventiebenadering. Maakt 3 zaken mogelijk: Ordening van preventiemaatregelen. Verruiming naar de context. Oriëntatie op deze context.
De verschillende niveaus 4. Curatieve maatregelen 3. Specifieke preventie 2. Algemene preventie 1. Fundamentele preventie 0. Maatschappelijke context
Niveau 4: Curatieve maatregelen Betekenis Meest specifieke Onheil is reeds geschied. Herstellen en beperken. Bijvoorbeeld: Registratie, aangifte, opsporing en vervolging van misdrijven door politie en justitie.
Niveau 3: Specifieke preventie Voorkomen van specifieke problemen. Zelfde probleemgerichtheid als niveau 4. Directe aanpak vanuit: - Technopreventieve aard. - Ingrepen in de infrastructuur. - Organisatorische aard. Bijvoorbeeld: Camerabewaking van risicozones, politiepatrouilles, project rond inbraakpreventie.
Niveau 2: Algemene preventie Inspelen op problemen door deze te voorkomen, verminderen of begrenzen. Zelfde als niveau 3, maar in een positievere sfeer. Bijvoorbeeld: organiseren van een interessante vrijetijdsbesteding, snelheidsbegrenzing op motorvoertuigen, alcoholvrij bier of verbod van glas op manifestaties.
Niveau 1: Fundamentele preventie Een algemeen leefkwaliteitsbevorderend beleid. Fundamenteel voor een goed resultaat voor elke preventiemaatregel. Verband tussen de criminaliteit en de maatregelen zijn indirect. Bijvoorbeeld: Minimumloon, medische zorg, politieke inspraak, goede arbeidsomstandigheden.
Niveau 0: Maatschappelijke context De ruimere maatschappelijke omkadering. Een preventiebeleid hangt onlosmakelijk vast aan de maatschappelijken, sociale en ecologische context. Bijvoorbeeld: De gevoerde politiek, het economische beleid, situering op de planeet, opvattingen omtrent moraal en ethiek, aanwezigheid van natuurlijke en culturele rijkdommen.
Verschillen tussen de niveaus Omschrijving Inhoud Analyse Antwoord 4 Curatief Indirect preventief Probleemgericht 3 Specifieke preventie Direct preventief 2 Algemene preventie Niet probleemgericht 1 Fundamentele preventie Indirect preventief 0 Conditionerende context (positief: middelen, negatief: beperkingen)
Slot Bron: Deklerck J. (2006) Onveiligheid Integraal aanpakken: de ‘preventiepiramide’. Tijdschrift voor Veiligheid (5)3, nr. 24-37.