Taalverandering op syntactisch niveau Hoofdstuk 7 “Caught in a web” Arne Dijkstra 3134261
Inleiding 2 varianten in één taal Belangrijke vragen Vergelijking met klankverandering Conclusietje
Voedingsbodem voor verandering Variatie Twee vormen naast elkaar. Fonologisch en syntactisch. /r/ uitgesproken I know /r/ niet uitgesproken I knows /r/ is Goois Hun hebben dat gedaan. /r/ is tongpunt-, huig-r Zij hebben dat gedaan.
Twee varianten in één taal Twee opties: Wèl verandering! -Voorkeur voor ene variant boven de andere Geen verandering. Twee varianten naast elkaar
Vragen over syntactische taalverandering Hoe komen er twee varianten in één taal? Op welke logische manier verandert de taal? Waardoor komt de verandering op gang?
Hoe komen er twee varianten in één taal? Sluipen onmerkbaar op een “zwakke” plek de taal binnen. Zwakke plekken: Taalstructuren multi-interpretabel (ambigu): VB: -Braz. Port.: sing & pl “eten” (come(m)) -Eng: “can” en Tok Pisin: “save” (scots “can”= ken) -Nl: Gijzelaar -> gegijzelde Weglating (efficientie): VB: -Engels “Like” & “lack” (NL: bevallen & schorten) “Arthur loked on the swered and (him) liked it passynge well” -Nl: naamvallen onnodig vanwege woordvolgorde -Maar: NL & Frans geen pro-drop
Op welke logische manier verandert de taal? Eerst wordt één talig item door verandering geaffecteerd (zwakke plek) Deze verandering neemt andere woorden/talige omgevingen over (linguïstische factoren kunnen de verandering verstoren of versnellen) VB: - Frans: “Je (ne) sais pas”. Maar niet “Touchez pas!” Nl: -Dit zijn gezonde, want onbespoten groenten -Deze groente is gezond, want onbespoten -Die wedstrijd wordt vanwege hevige regenval nooit gespeeld, want afgelast. -Nederland begint dit WK goed, want met 3 punten.
Waardoor komt de verandering op gang? (waarom blijven de twee varianten niet naast elkaar bestaan?) Sociale factoren laten taalnoviteit van de ene groep (nieuw=norm) naar andere groep gaan. Mensen raken gewend aan de verandering wanneer ze de “nieuwe” variant meer horen en gebruiken. Dit is vaak begin van verandering. Hoeft echter niet zo te zijn. Bv: Syntactische omgeving en druk van “bovenaf” (“Groter dá-han”). http://www.nu.nl/lifestyle/2387335/meer-kinderen-als-grootouders-babysitten.html
Vergelijking met klankverandering -Er is sprake van variatie -Eerst wordt één lexicaal item geaffecteerd door de verandering, waarna de rest (wellicht) volgt -Er is (soms) sprake van een s-curve, net als bij klankveranderingen. Echter: “constant rate hypotheses” VB: Eng: “Knows he?” vs. “Does he know?” “He knows not.” vs “He doesn’t know.”
Conclusie Geleidelijke implementatie -> variatie tussen nieuwe en het oude -> geleidelijke verspreiding. Een verandering raakt opeens in zwang = s-curve Maar verandering vindt plaats in logische stappen, van de ene linguïstische omgeving, naar de andere. Binnen een gemeenschap worden ze de norm in een bepaalde groep sprekers voordat ze naar de volgende groep gaan. Maar: Waaróm begint de verandering nou echt?