Week 4 Introductie Oudheid

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Verhoudingen tussen joden en christenen in de eerste eeuw
Advertisements

Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd Prehistorie Oudheid
Paragraaf 1: Het ontstaan van de polis, Athene als voorbeeld.
4.3 De cultuur van het Rijk.
De oude Grieken Auteurs: Arzo en Nils.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 3: Griekse.
Strijden of sporten Paragraaf 2.5.
ALEXANDER DE GROTE Rolf Strootman
SlagTeuterburgerwoud
Pax Romana 30v.Chr tot 192 na Chr..
De opkomst van het christendom
De opkomst van het christendom
Romeinen, Germanen en Kelten
Week 4: Hellenisme Margit Pothoven.
Romeinen in Noord-West Europa
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v Chr- 500 n Chr
2.5 Goden en heiligen Kenmerk:
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 2: Het Ontstaan.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinen en hun bestuur.
Kenmerk 5: De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur Les 1: Alexander de Grote Haironia.
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Kenmerk 5 (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 14: Van Republiek naar Keizerrijk.
Politieke voorgeschiedenis 5e eeuw
De Hellenistische Periode
De Romeinse geschiedenis
1 opdracht 2 a. Ze was koningin van Egypte (51-30 v. Chr.). b. Sinds de verovering van Egypte door Alexander de Grote (332) maakte Egypte deel uit van.
Griekenland.
Hoorcollege propedeuse de college
Echt klassiek! Tijd van Grieken en Romeinen
Het rijk van Alexander de Grote
Oudheid ( ca. 800 v.C. tot ca. 500 n.C. )
Tijd van steden en staten ( n. Chr.)
1AutarkieAgrarisch-urbane samenlevingDomein 2Hiërarchische samenlevingJagers en verzamelaarsPaleolithicum 3ChristendomDiocletianusConstantijn 4LimesVolksverhuizingenPax.
Situering in tijd en ruimte
Hoofdstuk 3.
Griekse mythen en wetenschap
Hoofdstuk V: Rome Les 6: Romanisering
Opkomst van het christendom
Paragraaf 4.3 De cultuur van het rijk.
Hoofdstuk III: Griekenland Les 7: Par 5, Griekse Kunst
De tijd van Grieken en Romeinen
Hoofdstuk III: Griekenland Les 4: Par 3A, Geloven
Een nieuw geloof: het christendom
De Romeinen (500 v. C. – 476 n. C.) Deel 1: de invloed van de Romeinse beschaving op onze cultuur (pp. 2-3)
Leven als een Romein Paragraaf 5.
H2 De tijd van Grieken en Romeinen
Van polis tot keizerrijk
Docent: Hans Bruning.
De geschiedenis van Israel
1VWO Hoofdstuk 3: de Grieken.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok II F.G. Naerebout.
3.4 Strijden of Sporten.
De Oudheid Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis Hoorcollege propedeuse semester I blok II F.G. Naerebout.
H2.1 De Griekse Democratie
Griekse geschiedenis.
4.4 De Opkomst van het christendom. Wat gaan we doen? Een messias in Judea De joodse opstand Het optreden van Jezus Rome wordt christelijk Een populaire.
Tijdvak 2 De tijd van Grieken en Romeinen Paragraaf 2.2 Het Romeinse Rijk.
Tijd van Grieken en Romeinen v.Chr. – 500 na Chr.
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Alexander de Grote 356 – 323 v.Ch.
Machtige rijken in het Midden-Oosten
De verbreiding van de islam
Blok 2 Grieken en Romeinen
Hoofdstuk 3 De Grieken.
Hoofdstuk 3 De Grieken.
Hoofdstuk 3: De Grieken Klas 1 KGT Lesweek 6
Woord weg Omdat (argumenten) 1 Autarkie Agrarisch-urbane samenleving
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Kenmerk 3 Het Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen / samenlevingen Les 6: Het Ontstaan.
Romulus sticht Rome in 754 v. Chr.
Transcript van de presentatie:

Week 4 Introductie Oudheid Alexander de Grote en het Hellenistische koningschap (336 – 30 v.Chr) Mounir Lahcen Achtergron”d: relief van Assyrische soldaten. Voorgrond: relief van de Assyrische God Ashur / Assur (Hoofdgod van het pantheon)

Hellenisme; veelzijdige term Chronologisch ; van 330 vChr – 30 vChr Geografisch; van Griekenland & Egypte in het Westen tot India in het Oosten. Cultureel (Hellenisering); Taal, religie, onderwijs/opvoeding & tradities. Bijv Gymnasium, theater, literatuur, filosofie en Griekse festivals.

Hellenisme:Verschuiving van polismaatschappij  Hellenistische monarchieën. Vraag naar continuïteit en discontinuïteit. Voorheen: koningschap als Mac. gezien. Nu vaak als voortzetting van de al bestaande koningschappen (zoals te lezen in KSW) gezien. Wel enkele nieuwe aspecten geïntroduceerd: De introductie om heersers als goden te vereren: heersercultus Koningschap krijgt Grieks aanzien, als laagje er over heen (Gr-Mac elite, taal, cultuur, kunst)

Diadeem: symbool Hellenistisch koningschap Ptolemaeus I Soter

Alexander’s koningschap Heersercultus Perzisch invloeden en Macedonische invloeden ‘Proskynesis’ Massa-huwelijk te Susa (324) Universele admiratie voor zijn militaire prestaties Over de rest zijn de meningen ernstig verdeeld

Na Alexander’s dood (A2) Diadochenoorlogen (323-279 vChr). Antigoniden in Macedonië (276 tot 149 v. Chr.). Antigonus de Eenogige: strateeg van Azië. Tot 196 vChr ook ‘federale overheersing’ over Griekenland. Inheems bestuur. Van feodaal naar absoluut. Seleuciden in Azië: van Turkije , Syrië tot Afghanistan (312 tot 64 v. Chr.). Seleucus: satraap van Babylonië. Multi-etnisch; voortzetting Perzisch bestuur. Ptolemaeën in Egypte (305 tot 30 v. Chr.). Ptolemaeus: satraap van Egypte. Alexandrië hoofdstad (ook cultureel), voortzetting faraonische instellingen.

Diadochen Rijken (301)

Diadochen Rijken (275)

Diadochen Rijken (200)

(A3) Hellenistiche cultuur na Alexander De Griekse steden in het oosten waren een bron van Griekse cultuur & verspreiding ervan(incl. architectuur). De Hellenisering had echter met name invloed op de toplaag van de samenleving  het was een dun laagje. De inheemse cultuur bleef bovendien ook bestaan en er vond nauwelijks vermenging plaats tussen de Oosterse en Griekse cultuur – wel wederzijdse beïnvloeding. Slechts in steden waar een grote concentratie Grieken woonde werd Grieks de voertaal

(A4) Veranderingen op sociaal-economisch gebied Griekenland: voortzetting problemen van 4de eeuw: grotere kloof arm en rijk  steeds weer eisen tot herverdeling land en schulddelging oligarchische regeringen werden omvergeworpen en rijken werden beroofd, maar desondanks oligarchieën handhaafden zich. burgerrecht werd gekoppeld aan minimum vermogen boule alleen voor de rijken toegankelijk (timocratie) veel armen gingen als huurling in het leger in de hoop in een militaire kolonie gevestigd te worden  verspreiding Griekse taal en cultuur In Egypte en het Seleucidenrijk verandert niet veel; voortzetting van al bestaand sociaal-economisch beleid

A4 Veranderingen op cultureel gebied Vervolg Verspreiding Griekse cultuur: taal, opvoeding, tradities, godsdienst. Grieks als taal voor de bureaucratie en Griekse namen (elite dus) Religie Homerische goden worden minder populair, ruimte voor andere vormen Assimilatie in religie van Oosterse goden (Zeus/Ammon/Baäl of Isis/Demeter) Opkomst heerserscultus: zowel vrijwillig (polis) als gedwongen Populariteit mysterieculten (henoteïsme) Oosterse religie naast Griekse religie (zij aan zij) Mens als wereldburger / individu (niet langer polis-bound)  vindt zijn weerslag in de filosofie (emotie-theoriën, verlossingsideaal, gericht op goed leven met gemoedsrust)

(A5) Ontwikkelingen in Judea/Joodse geloof Vele Joden buiten Judea: verdere Diaspora ( Alexandrië etc); bouw synagoges oa, maar ook overnemen Griekse elementen zelfs in Jeruzalem Voor deze Joden: Septuaginta  vertaling van Torah in het Grieks Judea eerst onder Ptolemaeïsche dynastie, vervolgens rond 200 vChr Seleucidische. Seleuciden: 168 vChr  na veel strijd en revolte : Antiochus IV Epiphanes breekt stadsmuren af, maakt een militaire vesting van de Tempel en weidt de tempel aan Zeus. Verbod op Joodse religie!!! (opgeheven in 165 vChr) Hierdoor Makkabeën in opstand  winnen in 152 vChr. Zelfs koningstitel in 104 vChr. Uiteindelijk Judea in 63 vChr Romeinse

(A6)Hellenistische cultuur in Parthische en Romeinse Rijk. Satrapie Parthië annexeert Iran & Mesopotamië. Erfgenaam van Perzische Rijk. Noemen zich Philhelleen om Griekse inwoners gunstig te stemmen Geen nieuwe bureaucratie Griekse steden hoge mate van autonomie In eerste eeuw Griekse taal en cultuur verdrongen door Parthische Romeinen: Griekse cultuur al eeuwen incorporeren. Griekse religie, filosofie, wetenschap. Echte Philhellenen: Augustus en Hadrianus bijv