Moderne Naamkunde toponiemen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het dorp van de 21e eeuw Frans Thissen Universiteit van Amsterdam
Advertisements

1 Landschap en foto 1.1 Aardrijkskunde 1.2 Het landschap
De tijd van Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
Toetsing Rob Adriaens. Wat is toetsen?  Meten of een kandidaat een bepaald niveau beheerst  Meten of een kandidaat goed heeft opgelet in de les  De.
De Geefwet staat in het Staatsblad, hoe nu verder?
H1 Landschapszones De aarde als systeem
EDO in het basisonderwijs Educatie voor Duurzame Ontwikkeling in het onderwijs Brussel, 20 januari 2009 Marleen Wouters, Departement Onderwijs en Vorming.
Natura 2000 ontwerp-beheerplan Norgerholt. Overzicht •Introductie •Natura 2000: Europese natuurgebieden •Aanwijzingsprocedure •Opstellen beheerplan 2008.
Hallo, ik ben Willy de spin.
1. 2 Regionale Omgevingsanalyse door het Steunpunt Sociale Planning Regio Kortrijk 4 november 2013.
Les bij de Geschiedeniscanon van de Utrechtse Heuvelrug De wegen op de Utrechtse Heuvelrug.
Structuur secundair onderwijs
Regionale variatie: Poldernederlands
Nederland Les 2: Karel V en de Gewesten
Romeinen, Germanen en Kelten
Is de islam als godsdienst een rem op de integratie van moslims?
1 Namen en Cultuur Naambestanden Gerrit Bloothooft.
Namen en Cultuur inleiding
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 2: De Germaanse cultuur en opkomst der Franken.
Geschiedenis havo 4 - een introductie
d Tijd van jagers en boeren e tijd van Tijd van jagers en boeren – 9
De tijd van Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Van Hunebed tot heden Kenmerk 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat Les 45: Karel V en de Gewesten.
Kenmerk 5: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 1: Germanen
§ 1.2 (on)beheersbare rivieren
Vermenigvuldigen met 10 ..
De neanderthaler.
Het Nederlandse landschap
De leefbaarheid van het moderne platteland
Ruimtevaartquiz De Maan De.
De Onveranderlijke Tenach
De Onveranderlijke Tenach Het kleine joodse volk kent een lange schriftelijke traditie. Al vanaf ongeveer 1800 voor Christus. Zij schreven en schrijven.
Wat houdt een (krimpend) dorp leefbaar en vitaal?
Bijeenkomst ‘Leefbaarheid’ Rabobank Zuidwest-Drenthe (2) Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Bevolkingsverandering en de betekenis van dorpsaccommodaties Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Lokale voorzieningen: voorwaarde of resultaat van leefbare en vitale dorpen? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies
Vitale dorpen, wat is daarvoor nodig? Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies.
Les bij de geschiedeniscanon van de Utrechtse Heuvelrug Landbouw, veeteelt en industrie.
Les bij de geschiedeniscanon van de Utrechtse Heuvelrug Van boeren, burgers en buitenlui op de Utrechtse Heuvelrug.
Het bos van Nieuw Wulven
Bilthoven - Beerschoten
Social media bij impulsis Huib Koeleman, augustus 2010.
De toekomst maak je zelf
Links Rechts mensen zijn sociaal en hebben veel voor anderen over mensen zijn vooral gericht op hun eigen belang slecht gedrag komt door de.
NatuurWijs: educatie in Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug De klas uit, het bos in UNO 19 januari 2012 Annemarieke Holland/Charlotte Robben.
Plattelandsontwikkeling in de Kromme Rijnstreek
Toekomst voor boerderijen
Goed voorbereid naar de Pabo!
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
SLO ● nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Niet voor het zingen de context uit – CE als aanknopingspunt voor WO-opgaven Jos Paus en Herman Schalk.
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Hans BennisMeertens Instituut (KNAW)
Chiara Lubich e P. Fabio Ciardi
De tijd van Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
Leuven W.O. thema Leuven.
Stage: Basisschool de Klingerberg
Tijd van jagers en boeren – – 3000 VC
Taalgeschiedenis DT jaar periode 3
Taalkennis les 7. Talen in Friesland Welke taal wordt het meest gesproken in Friesland, denk je? Hoe veel mensen spreken thuis vooral Fries, Nederlands,
(Pre-) Historie Wat is wat? Een gelijktijdig begin?
De leefbaarheid van het moderne platteland
Kenmerk 6 & 7 De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
Bilthoven - Beerschoten
Nederland van boven wat zie je? wat herken je?
Nederland van boven wat zie je? wat herken je?
Transcript van de presentatie:

Moderne Naamkunde toponiemen cursus 2008-2009 Gerrit Bloothooft

toponiemen en waternamen Plaatsnamen gemeenten, steden, dorpen,gehuchten Straatnamen (>100.000) Veldnamen (~1.000.000, Schönfeld) Waternamen Huisnamen (boerderijnamen) … dienen vooral ter orientatie

grote historische betekenis Landschap Landgebruik Karakteristieken Bodemonderzoek Historische geografie .. -> nadruk op etymologie

Orientatie + Wat vond men nuttig om te benoemen natuur en haar gebruik door de mens bodemgesteldheid, bodemgebruik ekonomisch, sociaal, cultureel bijzondere elementen (ivm identificatie) Zie verder bij de indeling van veldnamen

datering (zie ter Laak) Vormkenmerken ten tijde van oorsprong verstenen (verliezen oorspronkelijke betekenis) woordenschat taalstructuur “benoemenswaard” Eist kennis van ontwikkeling van taal en cultuur (historische taalkunde) Beschikbaarheid van oudste vormen (er verandert nogal wat, dwz fossiliseren is beperkt)

Loon, Laren Lo n Verliest betekenis Naamvalstructuur gaat verloren bos (of open plaats in gebruiksbos), laar ~bosweide n 3e naamval = bij het Lo of Laar -um, -un, -on (temidden of in de buurt van) Verliest betekenis Naamvalstructuur gaat verloren Verlies van flexie in het Germaans circa 11e-13e eeuw (was stam+flexie/suffix, dwz eenstammig; bij toponiemen was stam vaak een soortnaam of primaire constructie (vooral waternamen), ca de 1000 jaar ervoor) Berken+bos = birk (berk) + -ithi (verzameling) varianten worden omschreven Loon, Loon op zand angenent

verandering in de tijd Sommige typen elementen zijn plaats en tijdafhankelijk en helpen datering (als ze later niet meer gebruikt worden) Maar er is ook verandering Semantisch Vorm (klank, klemtoon, structuur...)

verandering Sommige elementen veranderen van betekenis (semantisch), dat is lastig. wijk (vroeger dorp/nederzetting) Leuke < Lowic < lo + wijk (wîk, 5e tot 13e eeuw) Verandering van het benoemde: veldnaam >boerderijnaam > wijknaam meestal: buurschapnaam (ontleend aan omgevingskenmerken)> boerderijnaam > veldnaam Vormverandering Klankverandering [au] > [o:] *Lauhum > Loon Volksetymologie, dwz analogiën zonder referentie met de oorsprong hondsdraf < gond(e)rave “ontsteking/etter”+”rank”

schriftelijke overlevering Geen spellingseisen Lees-, verstaan-, interpretatie-, en schrijffouten Kende de schrijver de taal, het dialect, de lokale omstandigheden? Maar: uit varianten kun je ook leren (bv over de uitspraak)

begrip Als naamsbetekenis niet meer wordt begrepen dan verdwijnt de naam niet snel, en raakt verankerd Vooral indien gekoppeld aan menselijke activiteit (belangen, rechten en plichten) Als naamsbetekenis wel wordt begrepen, en niet meer correspondeert met het benoemde, dan verdwijnt de naam sneller.

Boerderijnamen Oorspronkelijk niet, alleen voornaam van de eigenaar + -ink Wigger-ink, bij overgang op zoon Hartger, Hartgerink tot 12e eeuw zo Verandering in voornaam, verkorting tot –zo, -ko, -ke Bertold > Betteke >> Bettekink > Bettink Gerbrand > Gebbe(ke) >> Gebbekink > Gebbink Ook andere namen: smede + -ink > Smedink > Smeenk Broekman, -huis een persoon of huis bij een broek, vgl horstkamp (kreupelhout op hoogte), veldkamp, nijkamp (nieuw), hietkamp (heide)

Hoofdelementen boerderijnamen Akkercomplex, enk, veld Verder: broek, maten (hooi), weide, holt (houtbos), wold (dichtbegroeide wildernis), lo

Plaatsnamen - prehistorisch Uit éénstammige waternamen Aar, Maas, Roer, Rijn, IJssel, Zwalm Niet-samengesteld, onzekere etymologie Ansen, Best, Houten, Lith, Zeist Keltische namen in zuid-Nederland Chaam, Diessen, Neer zeer onzeker!

Plaatsnamen - vroeg Romeinse namen Waternamen op –apa (water) Maastricht (Treiectinsem ‘veer’), Utrecht, Kesteren (Castra ‘legerplaats)) Keltisch-Romeins: Nijmegen (Novio ‘nieuw’ magum ‘markt’) namen met –ik: Blerik, Geverik, Melick Blariacum = toebehorend aan de persoon Blarius *Gabriacum = toebehorend aan de persoon Gabrus Waternamen op –apa (water) Gennep (Ghennepe), Jisp (Gyspe), Nispen (Nisipa), Weesp (Wesepa= Wese+apa) Deel namen op –lo en –hari (zandige heuvelrug) Ermelo, Heiloo, Waalre (Waetriloe), Losser (Lutheri), Mander (Manheri)

Plaatsnamen – vroege ME <11e eeuw Namen op –ingen Namen met wateraanduidende suffixen –aa, -ee, -beek, -lede, -meer, -vliet Nederzettingsnamen -heem/-hem/-um -inghem/-egem/-ikem -zaal/-sele/-sel -werd, -wijk, -dorp, -huizen Ontginningsnamen na 1000 Oudere vernoemingsnamen, Demmerik (Denemarken), Kamerik (Cambrai), Kortrijk, Portengen (Brittannië), Poortegaal Echte ontginningsnamen met –koop, -rode/-rade, -veen Landaanwinning als –polre, -dijk(e), -dam(me), -sluis

Veldnamen indeling Schönfeld Benoeming naar het verschil van hoog en laag De gesteldheid van de bodem De begroeiing Het gebruik dat van de bodem gemaakt wordt De dieren die er huisden De dieren die men er liet grazen De grootte De vorm De ligging Afsluiting, omheining, grensteken Het water Weg, dam, dijk, brug, sluis Een bouwsel Bezitter of gebruiker

Benoeming naar het verschil van hoog en laag berg, nol, bult, klip, hoog.., terp waard, weerd, slik, veen, broek, moer, blik, laak

De gesteldheid van de bodem: vruchtbaarheid en grondsoort vet, boterweidje, spaarpot onland, boos, snood, schraal, smacht, duivelsbelt zand, klei, hard, taai, rood, geel, wit, blank

De begroeiing veld (niemandsland), woestenij, wildernis, kaal, ruw, ruig, dries heide, bos, blauw(gras), zegge, hermoes bunt(gras), gagel, bloemen, ruit, bies, stobbe, brem, braam, els, eik, beuk

Het gebruik dat van de bodem gemaakt wordt bouwen, zaad, braak, klaver, rogge, tarwe, raap voorste, middelste, achterste (drieslag) gaard, bogerd peer weide, made, hooi veen, brand, turf, bagger, plaggen

De dieren die er huisden muggen, mieren, kikvors, pad, adder, luizen , vlooien, bij (imme) Vogel, kraai, mus, uil (oel), duif, zwaan, gans, kooi, kraan(vogel) konijn vis

De dieren die men er liet grazen Vee, pink, kalf, paard, hengst, schaap, koe, os, bul, ezel, lam, varken, barg, zeug

De grootte morgen, koegras (zomer eten), dagmaat, dagwerk zwed (grens) mud (zaad voor land) roede, gemeten, hont = 100 roeden2 tweeling, drieling, dubbel, hal(f)

De vorm blok, streep, reep, hoek, driehoek, vierkant, horn (hern) geer (punt), oord, sniep, tuit split, rommel, lappen ring, hoep(el), rond smal, breed, kort krom, stomp, haak, hamer pan, kom, ketel, kop, neus, tong(e) (tange), staart laars, klomp

De ligging oost, noord (nordig) dorpsnaam achter(om), voor, uit, buiten, binnen bij eigennaam hoofd, volger

Afsluiting, omheining, grensteken schot, schut (hek) bijvang, perk slag, kamer, kavel haag, vreden (omheinen), vrijt hek, boom, doel, hein, paal, kruis riool

Het water waaraan het land ligt -beek, -ee, -aa, -delft, -water, -gracht, -grebbe Rijn-, Delf- fles (stilstaande plas in bos) plomp (laag weiland) breek, braak, wiel, waal, waai (wade) put, petten

Benoeming naar weg, dam, dijk brug, sluis zandweg, heideweg, laanakker damgras, dijkkamp stoep (hoge brug) sluis heul (duiker)

Benoeming naar een bouwsel molen (of molennaam) hofstede slot schans dodenakker, kerkhof

Benoeming naar bezitter of gebruiker Aaltje Ottenkamp Hanne Heijlenhoek Roelofarendsveen Molenaarsakker Drostland Galgenwaard Meent, marke Tiend (belasting), vroon (heerlijke rechten) Kerkeland, Heilige, Klooster, papen, paters, dominee, vermaner (doopsg), begijn, kapel

en dan oude veldnamen kunnen overgaan in Plaatsnamen Straatnamen Familienamen (vorm en spelling kunnen dan naar regio verwijzen; vgl boomgaard)