Hoorcollege 3: 1914-1940 Universiteit Utrecht 1 mei 2007 Geert Buelens
Interbellum WOI 1914-1918 Verzuiling Roaring Twenties 1929: Wall Street Crash Fascisme & Communisme WOII 1939-1945
Terminologisch kluwen Moderniteit = het project van de Verlichting (secularisering, industrialisering, wetenschap…) [1750-…] Modernisme = gematigd, sceptisch vernieuwen Marcel Proust, T.S. Eliot, James Joyce, Thomas Mann, Menno ter Braak, Carry van Bruggen… [1890-1945/85] Avant-garde = radicaal vernieuwen van kunst [Tachtig, Vijftig…] Historische avant-garde = samenleving ingrijpend veranderen d.m.v. kunst: Futurisme, Expressionisme, Cubisme, Dadaïsme, Surrealisme… [1900-1930]
De avant-garde in de Nederlandse literatuur & cultuur De Stijl (Mondriaan, Van Doesburg, Kok, Rietveld…) Expressionisme (Paul van Ostaijen, Gaston Burssens, H. Marsman…) Dada (Van Doesburg, Van Ostaijen)
FUTURISME
Futuristisch Manifest (Marinetti) ‘Moed, durf en opstand worden de hoofdelementen van onze poëzie’ ‘wij willen de agressieve beweging verheerlijken, de koortsachtige slapeloosheid, de looppas, de salto, de oorveeg en de vuistslag’ ‘een nieuwe schoonheid: de schoonheid van de snelheid’ Openingsbladzijde van Le Figaro, 20 februari 1909 Geen underground-medium
Literaire vernieuwing Afrekenen met symbolistische voorgangers (‘maanaanbidders’ als Poe, Baudelaire, Mallarmé) Bezingen van de Nieuwe Tijd Parole in Libertà: bevrijding van de woorden uit de klemmen van de syntaxis
‘Dynamiek van hond aan leiband’ 1912 - Giacomo Balla
EXPRESSIONISME
Expressionisme Reactie op het naturalisme en impressionnisme: niet langer ‘natuurgetrouw’ afbeelden, maar ‘beelden’ Uitdrukking van de emotionele inwerking van de wereld op de geest [‘beleving’] Zingeving gebeurt door de manipulerende ingreep van de mens/kunstenaar Radicale autonomie van de uitdrukking Dynamiek, energie, intensiteit, spankracht
Voorlopers: Van Gogh & Munch
Duits expressionisme: Die Brücke Dresden, Berlijn 1905-1913 Schilders & houtsnijders Nolde, Heckel, Kirchner, Schmidt-Rottluff
Der Blaue Reiter München 1911-1914 Gelijknamige ‘Almanak’, 1912 Kandinsky, Klee, Marc, Macke, Campendonk, Jawlensky, Münter
Blaue Reiter-almanak (1912) Kandinsky & Marc (red.) Eigenzinnige traditie (kindertekeningen, volkskunst, Chinese en Japanse kunst, primitieve kunst…) Directe voorlopers: Van Gogh, Cézanne, Matisse, Picasso Bijdragen over kunst, muziek; partituren van Schönberg, Webern en Berg; nieuw werk van Marc, Kandinsky, Münter et al. Formele en innerlijke noodzaak
Wassily Kandinsky: de weg naar de abstractie (1910-1914)
Twee soorten expressionisme Humanitair Pathetisch / Radicaal subjectief Figuratief (± mimetisch) Deformatie Centrifugaal Bv: Brücke; Meidner, Heym, Heckel, (vroege) Van Ostaijen, Wies Moens… Organisch Onthecht / geontindividualiseerd Abstraherend (± autonoom) Constructief Centripetaal Bv: Blaue Reiter; Klee, Kandinsky, Trakl, Stramm, (late) Van Ostaijen, Burssens, Marsman…
Humanitair versus Organisch Expressionisme
Duitse expressionistische film Subjectieve uitvergroting: personages, bewegingen, decor, muziek Aandacht voor het duistere, demonische (horror) Individu verliest controle, ook over eigen verbeelding
(G)een isme zoals alle andere? DADA (G)een isme zoals alle andere?
DADA Een stroming (NY, Zürich, Berlijn, Parijs…) Een houding ‘De ware dadaïst is tegen dada' Tristan Tzara
(Voor) het begin Meer nog dan andere -ismen groeit Dada uit WOI Pathetiek van expressionisme + humor Anti (‘de kunst vermoorden’) Intensiteit
Marcel Duchamp Radicale bevraging van het kunstbegrip Kunst : idee Kunst: institutie Ready-Made
Duchamp – weg van de schilderkunst Niet het oog, maar de geest De toeschouwer, niet de kunstenaar Uiteindelijk wordt het leven vd kunstenaar het kunstwerk ‘Enkel onoplettendheid is geen kunst’
Zürich, Februari 1916 Gevlucht voor WOI naar neutrale Zwitserland Schrijvers, dansers, kunstenaars vinden elkaar in ‘Cabaret Voltaire’ Artistieke avonden Naam uit het woordenboek (?)
Hugo Ball Live-uitvoering Klankgedichten Poëzie & Religie
Tristan Tzara Roemeens dichter Manifest Woorden uit een hoed Collectief gedicht (simultaangedicht) uit 1916 (voor Cabaret Voltaire) Elke luisteraar zijn/haar associaties, er is niet één ‘juiste’ lectuur Absurde betekenisclashes
Plastische kunst Nauwelijks schilderkunst Collages, werken met dagelijkse objecten, papiersnippers etc Toeval/Contingentie (?) Hans/Jean Arp
Kurt Schwitters (1887-1948) Dichter, beeldend kunstenaar, voordrachtkunstenaar ‘Anna Blume’ URSONATE (1926-1932) Luisteren ipv Lezen http://www.ubu.com/sound/schwitters.html
BERLIN DADA Op de ruïnes van het Duitse Keizerrijk Tegen ‘burgerlijke’ Expressionisme, tegen ‘Weimar’-republiek Uitgesproken politiek/revolutionair Communistisch ‘Aktionen’ Tijdschriften (Jeder mann sein eigner Fussball, Der Dada, Die Pleite, Der blutige Ernst) Collages
Politieke Strijd
Raoul Hausmann Tatlin thuis, 1920 De geest van onze tijd, 1919
Hanna Hoch
John Heartfield
DADA PARIS 1919: Duchamp terug in Parijs Breton, Soupault Pansaers (B) Picabia, Ernst Écriture Automatique Loopt over in surrealisme
SURREALISME
Liefde, Vrijheid en Poëzie Instituut (itt Dada) Primitivisme/Marx/Freud Het collectieve (Lautréamont: ‘La poésie doit etre faite par tous, non par un’) Het Poëtische (ipv het Functionele) – bv. Man Ray, The Gift, 1921 “komt het gevoel naar boven ongebonden, en daardoor ontspoord te zijn; dit gevoel houd ik voor het vruchtbaarste dat er bestaat.” (Breton)
Surrealistische Manifesten Verbeelding centraal (tegen het realisme) Freud: droomwereld, het onbewuste “de toekomstige versmelting van deze beide ogenschijnlijk zo tegenstrijdige toestanden, droom en werkelijkheid, in een soort absolute realiteit, in een surrealiteit” “dictee van het denken, zonder controle van de reden (...) vrij van esthetische of ethische vooringenomenheid.” Het wonderlijke, afwijkende “De poëzie kan volledig compensatie geven voor alle leed en ellende die wij hebben te verduren.” « Het leven is elders »
Technische vernieuwing Cadavre Exquis Écriture automatique Breton & Soupault, Les Champs magnétiques Gebruik van dromen, droombeelden Samen-werken (blootleggen van collectief onderbewuste, ‘mentale besmetting’)
Surrealistische schilderkunst
Abstracte & Conceptuele varianten
Foto van Duchamps werk (Man Ray)
Fotografie (Man Ray)
Surrealistische Film
Un Chien Andalou (1929) ‘Slashing up eyeballs’ Luis Bunuel & Salvador Dali Geen duidelijk plot
Constructivisme/DE STIJL Tijdschrift (1917-1928) Directe Beelding: radicale autonomie, geen afbeelding Beeldende kunst (Mondriaan, Van Doesburg…) Literatuur (IK Bonset, Anthony Kok); Letterklankbeelden
Wat verandert er in het gedicht? Vrije vers (loslaten van rijm, strofenindeling, regelmaat van regellengte; vaak reductie regel tot kernwoord etc.) Associatief beeldgebruik (ipv symbolen) (cf. T.S. Eliot: objective correlative) Gedichten worden ‘moeilijker’ want betekenis is onduidelijk, ambigu, meer tussen de lijnen. [Nijhoff: ‘Lees maar. Er staat niet wat er staat.’] Geen ‘mimese’ (kopie van de werkelijkheid), maar een vaak geheimzinnige, eigenzinnige realiteit wordt opgeroepen in het gedicht [Wallace Stevens: ‘Things as they are / Are changed upon the blue guitar’] In Nederlandstalige literatuur: Van Ostaijen, Marsman (& Nijhoff)
Paul van Ostaijen (1896-1928) Music-Hall (1916): stadsleven, stedelijk levensgevoel Het Sienjaal (1918): humanitair expressionisme Berlijn: 2 ± dadaïstische bundels Nagelaten Gedichten: organisch expressionisme
De Feesten van Angst en Pijn veelkleurig manuscript – persoonlijke crisis
Vers 6
Bezette Stad ‘Verhaal’ over Antwerpen tijdens WOI (invasie, bezetting, stadsleven tijdens bezetting; aftocht) Politieke en culturele analyse van de Europese/Belgische samenleving Dadaïstische collage Typografisch experiment
‘Ritmiese typografie’
Entertainment
Politiek Tegen het Wereldberoemde Trio: Godsdienst & Vorst & Staat Tegen België (‘de [Duitse] bezetting houdt op // de [Belgische] bezetting begint’) Communistische, revolutionaire agenda Activistische poëtica
Modernisme (late Van Ostaijen & Martinus Nijhoff) Autonome poëtica: het gedicht is geen directe expressie van emoties (‘Een dichter schreit niet’) ‘Poëzie = woordkunst. Poëzie is niet: gedachte, geest, fraaie zinnen, is noch doctoraal, noch dada. Zij is eenvoudig een in het metafysiese geankerde spel met woorden’ [PvO] Autonoom ≠ wereldvreemd, zonder engagement Creatieve vorm [cf. Vorm of Vent] Nijhoff: formeel veel traditioneler (rijmende kwatrijnen, strofenbouw…), inventief gebruik van spreektaal