Het system der ken-/gemoedsvermogens
Historische context: Winckelmann; Lessing Johann Joachim Winckelmann : Ideeën over de navolging van de Griekse schilderkunst en beeldhouwkunst (1755 ): stille grootsheid een edele eenvoud Gotthold Ephraim Lessing : Laokoon oder über die Grenzen der Mahlerey und Poesie (1766)
Winckelmann en Lessing: Laokoon
Kant en het sublieme Verschil tussen het mooie en het sublieme: Vorm vs. “object even devoid of form”, “chaos” Oneindigheid/”limitlessness” “indirect”/”negative” pleasure; “check of the vital forces” Objecten in de natuur zijn alleen indirect subliem; het sublieme ligt in idee ë n van de rede, dus in de menselijke geest Strijd tegen zelfbehoud; hogere = morele vorm van zelfbehoud: mens stat boven/voorbij de natuur Typische emoties: Vrees; typische kwaliteiten: ontzettend,... Overeenstemming van het sublieme en het mooie: esthetische oordelen “singular, yet profess to be universally valid”
Traditionele voorbelden: onvoltooide kunstwerken
Kantiaanse voorbeelden: Interieurs van kerken
Schipbreuk met toeschouwer Van de Velde jr. Francis Bacon
Het traditionele sublieme: C.D. Friedrich
Het moderne sublieme: Andreas Gursky
“overhanging rocks”, “thunder-clouds” Paul Bril
Het sublieme is nu Barnett Newman