Paragraaf 5.4 De strijd om de school.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Ontstaan van politieke partijen
Advertisements

Liberalisme voor de rijken en Socialisme voor de arbeiders
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Koninkrijk Bingo. KONINKRIJK BINGO Wie was de eerste Nederlandse koning? VRAAG.
Gelijkheid voor iedereen
4.2 Deels ontzuiling, maar ook nieuwe verzuiling
Do’s and Don’ts presentaties
4.3 Politieke stromingen.
NL na 1945: Sober en spaarzaam
Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling
Politieke organisaties in de 19de en 20ste eeuw
de tijd van burgers en stoommachines
Hoofdstuk 6 Democratisering
Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa.
Het socialisme Paragraaf 7..
Parlementaire democratie
Liberalen, socialisten confessionelen
Het cultuurstelsel verdwijnt
Arbeiders komen op voor hun rechten.
De staatsinrichting van Nederland.
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
19de eeuw (5.1) Vanaf 1870 beheersen 3 kwesties de Nederlandse politiek -kiesrechtstrijd -sociale kwestie -schoolstrijd Rond die 3 kwesties vindt in Nederland.
Historisch overzicht Nederland
Geen vrouwen in de politiek
Verzuiling en ontzuiling in Nederland
§1 Nederland verzuilt.
H2 Politieke stromingen
Geschiedenis Module 2 par 5 t/m 8.
Geschiedenis Module 7 par 1 t/m 2.
De staatsinrichting van Nederland.
4.2: De geschiedenis van de NL democratie
Paragraaf 1.2 Bestuur en cultuur.
Paragraaf 3: kerk en school
Hoofdstuk 2. Recht op een stem
Historisch Overzicht Paragraaf 1.
Staatsinrichting, Paragraaf 2
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
4.2: De geschiedenis van de NL democratie Nakijken HC Opdracht vorige les afronden Huiswerk.
Vrijheid en democratie Democratisering in Nederland
Politieke partijen en stromingen tot 1940
De liberale revolutie in 1848
4.2: De geschiedenis van de NL democratie
Par 8 Opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw
Op weg naar een eerlijker bestuur
Hoofdstuk 4 Nederland verzuild en verzorgd
Nederland verzuild en verzorgd Par 1
Koning Willem II Zoon van de krachtdadige Willem I Was in 1848 bang zijn koningschap te verliezen Werd in één nacht liberaal Stemde in met de liberale.
De twintigte eeuw 1900 – 1919.
Politieke stromingen De confessionelen
Levensbeschouwing Christendom Religie op de openbare school.
Waarom stemde de Nederlanders, voor WOII, niet op de NSB
H3 Democratie in de 20 e eeuw Hoe hebben de rechtsstaat en parlementaire democratie zich ontwikkeld tussen 1920 en 1980?
Hoofdstuk 5: Wacht op onze daden! Wat hebben de Katholieken, Protestanten, Socialisten en vrouwen bereikt?
Hoofdstuk 5: Burgers en Stoommachines
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
De Grondwet van 1848.
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
Hier de titel van de presentatie invoegen
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
Geschiedenis van de parlementaire democratie in Nederland
§3.4 Politieke stromingen
De slimste mens.
Ter voorbereiding op de toets van as. woensdag.
Transcript van de presentatie:

Paragraaf 5.4 De strijd om de school

1848 De overheid stichtte altijd openbare scholen: neutrale scholen. In de nieuwe grondwet stond: vrijheid van godsdienst en onderwijs. Mensen mochten dus eigen scholen stichten. Katholieken en protestanten gaan dit dus ook doen. Dit worden: bijzondere scholen.

Betalen? Bijzondere scholen was geen probleem voor de overheid. Maar de overheid betaalde er niet voor. Er waren al genoeg openbare scholen!

Ruzie? Uiteindelijk kunnen de protestanten en katholieken hun scholen niet meer betalen. (teveel wetten en eisen) De staat weigert te betalen voor hun scholen. Openbare scholen kregen wel extra geld. = Schoolstrijd

Geloof In de Tweede Kamer zaten ook katholieken en protestanten. Zij werden confessionelen genoemd ( = gelovigen) Zij wilden juist wel geld aan bijzondere scholen geven. 1878: 1e protestantse politieke partij: Anti-Revolutionaire Partij. Leider: Abraham Kuyper. Schaepman wordt de leider van de katholieken.

Schoolstrijd De staat wil algemeen kiesrecht gaan invoeren. Dit willen de katholieken en protestanten juist niet. De katholieken en protestanten stellen een ruil voor: De confessionelen stemmen vóór algemeen kiesrecht, zodat die wet ingevoerd kan worden. De staat betaalt voortaan ook voor bijzondere scholen. De staat gaat akkoord, in 1917.

Verzuiling. Vanaf 1900: verzuiling Mensen hoorden bij een groep In NL: 4 groepen: Katholiek Protestants Socialistisch De rest/ neutraal.

Katholiek rond 1900 Als je katholiek was: Je ging naar een katholieke school Katholieke voetbalvereniging Katholieke krant Katholieke radiozender Katholieke vakbond Katholieke politieke partij Katholieke dokter Katholieke winkels Zo ook voor protestanten en socialisten en de rest

Begrippen Openbare scholen: neutrale scholen, opgericht door de staat. Bijzondere scholen: scholen die zijn opgericht door confessionelen. Schoolstrijd: politieke ruzie over de bijzondere scholen die geen geld van de staat kregen. Confessionelen: politieke groep voor mensen die geloof belangrijk vinden. Verzuiling: samenleving die is opgedeeld in groepen die geen contact met elkaar hebben.