De Membraanpotentiaal

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hartritmestoornissen en topsport De invloed van nurture op nature
Advertisements

Meten van bio-elektriciteit
Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Impulsgeleiding Thema 5.
Thema 5. Impulsgeleiding
“MAXIMAAL NA JE 50e”.
Angina Pectoris en Hartinfarct
Collegestof: Syllabi: zie Blackboard onder Course Documents
18.1 Natrium-Kalium pomp Buiten cel In cel.
Huisartsopleiding VUMC
Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Trainingsmethoden m.b.t. KRACHT
het Hodgkin-Huxley model:
College Hst 4 ElectroCardioGrafie Dr. Harold van Rijen
o.a. bij deelname in het verkeer
vwo C Samenvatting Hoofdstuk 9
College Hst 3, paragraaf 3.5&3.6
Bloedvaten en Bloeddruk
Regulatie van Cardiac Output
Herleiden (= Haakjes uitwerken)
Elke 7 seconden een nieuw getal
Lineaire functies Lineaire functie

Samenvatting Wet van Coulomb Elektrisch veld Wet van Gauss.
Neuron.
College 2: Uitbreiding Nernst naar meerdere ionen
Neurale Netwerken Kunstmatige Intelligentie Rijksuniversiteit Groningen April 2005.
In de hersenen.
Electrochemische analysemethodes
Eindwaarde renten ???.
Landbouw in Europa §2.2 Middellandse Zeegebied
P4.3: Klimaat en natuurlijke plantengroei. Neerslag Hoe ontstaat neerslag ? Opstijgende lucht koelt af, condenseert en regent uit! Hoe ontstaat neerslag.
Geleiding in vaste stoffen
BESPAREND EXPLOITEREN Inzet van instandhoudingsmiddelen in een Meerjaren Exploitatie Plan - Opsporen van quick wins door energiemonitoring - Duurzame vervangingsinvesteringen.
Hoofdstuk 2 Prikkels.
Lichaam en gedrag Harry Smit.
Centrale Zenuw Stelsel
Bitumeneigenschappen
Bloed weefselvocht epitheel cel intern milieu extern milieu.
Regeling Samenvatting 5A.
Synchroniseren van bio-elektriciteit
Passieve diffusie doorheen membraan
Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 1 AFI1
Opstellen reactievergelijkingen
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Hfst 1 paragraaf 3 Enkelvoudige ionen.
Elektronica I Oefeningensessie 4
De Meetcyclus Control en/of Feedback Object Signaal Meting Analyse
De Excitatie-Contractie koppeling
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
priemgetallen priemgetal:
Ons zonnestelsel op schaal
Vragen Wat zijn impulsen? Wat zijn receptoren? Wat is een neuron?
Hoofdstuk 7 Concept Check De evolutie van het hartinfarct Of
Paragraaf 2.4 Aan de celgrens.
Par Van prikkel naar impuls
Conductantie en Excitatie van Zenuwcellen en Zenuwen. Een elementair Beginsel voor Begrip van de Werking van ons Zenuwstelsel Dr. Ir. Lo J. Bour Afdeling.
Duurzame energie. Waterkracht Driekloven dam  De dam wordt 185 meter hoog en meter lang.  Het stuwmeer 663 kilometer lang,
Bas 4 Natrium-Kalium pomp
Dissimilatie Thema 1 stofwisseling.
Niet zenuwachtig worden, he?
18 brainwave.
Zoeken naar het evenwicht
H14 Zenuwstelsel.
Nakijken Opdracht 25.
Waarneming & Regeling 6 ©JasperOut.nl.
verwerking van prikkels
Overzicht van deze les Rustpotentiaal Actiepotentiaal Myelineschede.
Transcript van de presentatie:

De Membraanpotentiaal College Hst 3, paragraaf 3.2-3.4 De Membraanpotentiaal Dr. Harold van Rijen h.v.m.vanrijen@umcutrecht.nl

Impuls vorming en geleiding in het hart electrische impuls ontstaat in de sinusknoop, wordt over de boezems geleid naar de AV-knoop. De voorgestelde banen in het atrium zijn op z’n zachtst gezegd discutabel. Waarschijnlijk afwezig dus. In de AV-knoop wordt de impuls zeer traag voortgeleid (vulling ventrikels) om vervolgens via het specifiieke geleidingssysteem (His-bundel- bundeltakken-purkinje vezels) snel te geleiden naar de Apex (hartpunt) en vervolgens het hele ventriculaire myocard te activeren. electrische activatie volgorde = contractie volgorde door excitatie-contractie koppeling

Membraanpotentiaal Membraanpotentiaal is een electrisch potentiaalverschil tussen binnenzijde cel en buitenzijde cel (=altijd 0mV)

Ion concentraties Een van de factoren die een belangrijke rol speelt bij het ontstaan en in stand houden van de memebraanpotentiaalk is het feit dat er verschillen zijn in ionconcentraties tussen de intracellulaire (cytoplasma) en extracellulaire vloeistof. 5

Kalium-Nernstpotentiaal 5 mM K+ 5 mM X- 150 mM K+ 150 mM X- EK=-90 mV Behalve dit verschil in ionconcentraties is ook de geleidbaarheid belangrijk. Bv. hier voor kalium Intra- en extracellulair is de kaliumconcentratie verschillend, maar door de aanwezigheid van dezelfde concentratie van een X-anion is er wel electrische neutraliteit in de cell. Membraanpotentiaal os dus 0 mV. Wanneer nu echter de cel specifiek permeabel wordt gemaakt door kalium-ionkanalen zullen de kaliumionen naar buiten diffunderen met hunne chemische gradient mee. Doordat positieve lading de cel verlaat zal de membraanpotentiaal negatief worden. Hierdoor wordt het steeds moeilijker voor positieve lading om de cel te verlaten totdat er evenwicht is tussen de electrische en chemische gradient voor kalium ionen. De ligging van dit electrochemisch evenwicht is uit te rekenen met de Nernst-vergelijking. In dit geval voor kalium is dit -90 mV. Voor de instelling van zo’n evenwicht gaan slechts enkele duizenden ionen over de membraan en hebben dus geen invloed op de ionconcentratie. Nernst-vergelijking E= R·T F·z ln [out] [in] = 8.3·310 9.64·104·1 ln [5] [150] = -0.091 V ≈ -90 mV

Natrium-Nernstpotentiaal ENa=+60 mV 15 mM Na+ 15 mM X- Gelijksoortig verhaal voor Natrium, maar nu chemische kracht naar binnen, electrische kracht naar buiten 150 mM Na+ 150 mM X- Nernst-vergelijking E= R·T F·z ln [out] [in] = 8.3·310 9.64·104·1 ln [150] [15] = 0.060 V ≈ +60 mV

Membraan potentiaal Goldman-Hodgkin-Katz-vergelijking 150 mM K+ 150 mM X- 5 mM K+ 5 mM X- EK=-90 mV 15 mM Na+ 15 mM X- 150 mM Na+ ENa=+60 mV 1 ATP 2 K+ 3 Na+ R·T F·z ln ·[K+]o PK ·[K+]i ·[Na+]o +PNa +P Na ·[Na+]i Vm= bv in neuron: PK>>PNa Vm=-70 mV In een cel zijn meerdere nernstpotentialen veantwoordlijk voor de ligging van de membraanpotentiaal. De acutele ligging is afhankelijk van de geleidbaarheid van de membraan voor verschillende ionen op dat moment. De evenwichtspotentiaal van het iom met de grootsts geleidbaarheid zal dan de grootste nadruk kunne leggen op de membraanpotentiaal. In dit geval bv is de PK>>PNa (bv 95:1). De membraanpotentiaal ligt dan dus dicht bij de EK. Dit is uit te rekenen met de GHK- vergelijking

Factoren die membraanpotentiaal beinvloeden geleidbaarheid voor verschillende ionen concentraties binnen/buiten van ionen Is normaliter constant

toegenomen Na+ geleidbaarheid ENa=+60 mV 0 mV toename GNa: Toename van bijdrage ENa aan Vm: Depolarisatie Vm=-70 mV EK=-90 mV Vm minder negatief: Depolarisatie

toegenomen K+ geleidbaarheid ENa=+60 mV 0 mV Als GK verder toeneemt wordt invloed EK nog groter: Hyperpolarisatie Vm=-70 mV EK=-90 mV Vm negatiever: hyperpolarisatie

Actiepotentiaal Tijdelijke regeneratieve verandering van de membraanpotentiaal, veroorzaakt door tijdelijke veranderingen van membraanpermeabiliteit voor specifieke ionen.