H 22: Brutowinstopslagmethode

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H20:Voorraadwaardering
Advertisements

Zelfstandig Leren Lezen
Voorraadwaardering Technische en economische voorraad FIFO methode
H 29: Kostprijs bij heterogene producten
Een volledig voorbeeld
Opdracht Gerealiseerde omzet 125%
Opdracht Begroting - rekening.
14 februari 2014 Ondernemersplan - Financieel plan.
Opdracht: ‘Tel uit je winst’
Planning Budgetten Break-even analyse
H 27: Kostprijs bij homogene productie.
EMZ2 H1 De functionele indeling
Klaas koopt een bank voor in de winkel, waarop mensen kunnen zitten
Hoofdstuk 5: Werken voor de winst
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Balans Textra Gebouwen€ Eigen vermogen€ Inventaris€ Lening€ Machine€ % Hypothecaire lening€ Bedrijfsauto€
Omzet.
Verkoopresultaat Niveau 3 Kerntaak 5 Blz. 63.
H1.3 prijsberekening detailhandel 23 november 2012
6.1 Wat wordt de prijs? Winkeliers mogen zelf weten voor welke prijs ze hun producten verkopen. Hoe berekenen ze die prijs? Wat hebben vraag en aanbod.
Voorlichting profielkeuze
Economie H3b 26 maart  Bespreken SO  Vragen over stof?  Laatste kans op vakhulp.
Hoofdstuk 2: § 2.1: Procenten
H 28: Nacalculatie bij homogene productie
Brutowinstopslagmethode
Agenda  Lessen (6)  tot  hs 30
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
Nettowinstopslagmethode
Goedemiddag H3b.
A5 Management & Organisatie
Toegevoegde Waarde Productie = inkomen.
Hoofdstuk 5 “Een eigen bedrijf”
Een verandering = -Een afname -Een toename (nieuwe bedrag – oudste bedrag) : oudste bedrag X 100 =...%
Omzet = de verkoopopbrengst in een bepaalde periode
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken,
Exploitatiebegroting
6.2 Maak je winst? Wat is het verschil tussen omzet en afzet?
Algemene Ondernemersvaardigheden
Hoofdstuk 2.
Stap 3; Constant of Variabel?
Exploitatiebegroting Deel 2
5.1 Hoeveel kost dat? Afzet is het aantal producten dat een bedrijf verkoopt. Vermenigvuldig je de afzet met de verkoopprijs (excl. btw) dan weet je wat.
Economie H1 Omzet en winst Manager Handel.
Bedrijfseconomie H3 Omzet en marge Junior accountmanager.
Verkoopcijfers H1 Omzet en winst Eerste verkoper.
Hoe komt de verkoopprijs van een ijsje tot stand?
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
Aantekeningen hfst 6.
Voorraadwaardering (FIFO)
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Hoofdstuk 6 Productie.
Pag 137 t/m 143. Waar gaan we het vandaag over hebben? samenvatten vorige week / toets Prijsberekening in de detailhandel Maar nu eerst …….. Een filmpje.
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
omzet, inkoopwaarde, bedrijfskosten en nettoresultaat
Peter van den Brink Guido Kool
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
Brutowinst en nettowinst
Vmbo 2 economie Goede producten?
Omzet en inkoopwaarde.
De brutowinstmethode  .
Welkom havo/vwo 3..
Examenopgave Havo M&O opgave 3
Afzet = Aantal verkochte producten
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Hoofdstuk Omzet, kosten, winst
Hoofdstuk De exploitatiebegroting (exploitatiebudget)
Financieel 1.
BASISREKENVAARDIGHEDEN
BASISREKENVAARDIGHEDEN
Transcript van de presentatie:

H 22: Brutowinstopslagmethode Uiteindelijk moet elk bedrijf aan een klant de verkoopprijs bekend maken. Er is immers geen klant die iets koopt als hij niet weet wat hij er voor moet betalen. Een eenvoudige manier om de verkoopprijs te berekenen is de brutowinstopslag-methode. Schema brutowinstopslagmethode: Inkoopprijs A Brutowinst…% van A B + Verkoopprijs excl BTW C BTW (21 of 6 %) van C D + Verkoopprijs incl BTW E

§ 22.3: Voorcalculatorische nettowinst bij de brutowinstopslagmethode Voorcalculatorisch betekent dat je de nettowinst uitrekent op basis van verwachtingen. Verband brutowinst en nettowinst in een schema: Omzet (verwachte afzet x verkoopprijs, excl BTW) Verwachte begrote inkoopwaarde van de omzet - Verwachte brutowinst Verwachte overige opbrengsten + Verwachte kosten - Verwachte nettowinst

§ 22.4: Nacalculatorische nettowinst bij de brutowinstopslagmethode Nacalculatorisch betekent dat je de nettowinst uitrekent op basis van de werkelijke gegevens. Verband brutowinst en nettowinst in een schema: Omzet (werkelijke afzet x verkoopprijs, excl BTW) Werkelijke begrote inkoopwaarde van de omzet - Werkelijke brutowinst Werkelijke overige opbrengsten + Werkelijke kosten - Werkelijke nettowinst

Voorbeeld: Emre Wiltink verkoopt het product Gruyt voor de prijs van € 41, exclusief 19% omzetbelasting. Voor de maand augustus 2007 heeft hij de volgende verwachte gegevens verzameld: – inkoop en afzet 40.000 stuks; – inkoopprijs € 28,90 per product; – interestkosten € 13.900; – interestopbrengsten € 1.500; – verkoopkosten € 39.700; – algemene kosten € 27.800; – loonkosten € 35.600; – inkoopkosten € 41.200.   Begin september komen de werkelijke cijfers over augustus 2007 ter beschikking: – inkoop en afzet 41.500 stuks; – inkoopprijs € 29,16 per product; – interestkosten € 12.900; – interestopbrengsten € 1.800; – verkoopkosten € 49.900; – algemene kosten € 28.000; – loonkosten € 45.200; – inkoopkosten € 50.500. Bereken voor augustus 2007: a de verwachte brutowinst. b de verwachte overheadkosten. c de verwachte nettowinst. d de gerealiseerde nettowinst.

a 40.000 x (€ 41 – € 28,90) = € 484.000 b Interestkosten € 13.900   b Interestkosten € 13.900 Verkoopkosten € 39.700 Algemene kosten € 27.800 Loonkosten € 35.600 Verwachte overheadkosten € 117.000 c Verwachte brutowinst € 484.000 Verwachte interestopbrengsten € 1.500 € 485.500 Verwachte overheadkosten € 117.000 Verwachte inkoopkosten € 41.200 Verwachte bedrijfskosten € 158.200 Verwachte nettowinst € 327.300 d Gerealiseerde brutowinst 41.500 x (41 - € 29,16) =€ 491.360 Interestopbrengsten € 1.800 € 493.160 Interestkosten € 12.900 Verkoopkosten € 49.900 Algemene kosten € 28.000 Loonkosten € 45.200 Overheadkosten € 136.000 Inkoopkosten € 50.500 Bedrijfskosten € 186.500 Gerealiseerde nettowinst € 306.660