d Impressionisme 1870 – 1910 d Pointillisme / Divisionisme vanaf 1885 d Postimpressionisme d Expressionisme begin 20ste eeuw
Impressionisme 1870 – 1910 d impressie - indrukken in beeld - objectief d onderwerpen uit de directe omgeving, waaronder veel landschappen d licht en atmosfeer d plein air, buiten naar de natuur d toevallige composities en abrupte afsnijdingen d weinig onderscheid tussen vorm en kleur d schaduw heeft ook kleur d l’art pour l’art = de kunst om zichzelf
Schilderkunst Monet Waterlelies 1899 - 1900 Kathedraal van Rouen 1892 - 1893
Manet Muziek in de Tuilerieën 1862
Manet De bar in de Folies-Bergeres 1882
Degas
Pointilisme – Divisionisme (verdeling kleur) vanaf 1885 d aparte groep d neo impressionisme - voortbouwen op kleurgebruik impressionisten d kleuren worden zonder mengen met stippels (point) naast elkaar gezet d het oog van de kijker mengt de kleuren = optische menging d wetenschap van kleur, kleurtheorieën worden bestudeerd d geen zwart
Schilderkunst Signac Baders in Asnieres 1883-1884
Palais des Papes Avignon 1900
Beeldhouwkunst Rodin d eigenschap van materiaal zichtbaar d emotie zichtbaar d symboliek Honoré de Balzac 1897 De denker 1881
Post impressionisme 1884 - 1900 d afzetten tegen oppervlakkigheid van impressionisme d diepere betekenis van de zichtbare werkelijkheid d symbolische boodschap Uit het postimpressionisme ontstonden veel stromingen
Van Gogh d symbolische boodschap d de werkelijkheid als middel om gevoel uit te drukken d overdrijving - verandering Zonnebloemen 1889 De kamer van de kunstenaar in Arles 1889
De sterrennacht 1889
Cezanne Berg St. Victoire 1896
Gauguin Oviri (Wilde 1894-1895 Oviri (Wilde) 1894-1895
Expressionisme begin 20 ste eeuw d expressie – gevoel van binnenuit d toont pessimisme/angsten i.p.v. de schoonheid van het leven d groffe penseelstreek d grote kleurvlakken d vormgeving geinspireerd op primitieve (Afrikaanse) culturen Uit het expressionisme ontstonden alle abstracte stromingen (non-figuratieve kunst)
de individuele kunstenaar Munch De schreeuw 1895
Kunstenaarsgroep Die Brucke d verzet tegen academische naturalisme d meer of mindere maten figuratief Kirchner Nolde Zelfportret als soldaat 1915 De dans om het gouden kalf 1910
Kunstenaarsgroep Die Blaue Reiter Marc d kunstenaars werken vanuit hun gevoel d felle kleuren, natuur, paarden Kandinsky Laatste oordeel 1912 De toren van blauwe paarden 1913
Kunstenaarsgroep Les Fauves / Fauvisme (wilde dieren) d herkenbare vormen sterk vereenvoudigd d onnatuurlijk kleurgebruik Matisse De rode kamer 1908 Madame Matisse 1905
Beeldhouwkunst d drama d weinig details d eigenschap van het materiaal was belangrijk Brancusi Vogel in de ruimte 1928 De kus 1907