Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 2009 - 2010
Coördinatie Definities 7 componenten van coördinatie Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie Coördinatie Definities 7 componenten van coördinatie Handelingssnelheid Van waarnemen tot uitvoeren Coördinatie in het voetbal
1. Definities Coördinatie = Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 1. Definities Coördinatie = het vermogen van het zenuwstelsel om motorische prikkels aan de juiste spiergroepen door te geven, zodat daaruit een aan de omstandigheden aangepaste, ruimtelijk en tijdelijk precieze, doelmatige en economische bewegingsuitvoering voortvloeit. (Kiphard) de organisatie van de sturing van het bewegingsapparaat (afhankelijk van de context waarbinnen bewegingen zich afspelen). (Savelbergh) het harmonisch en economisch samenwerken van spieren, zenuwen en zintuigen om doelgerichte, stabiele bewegingsakties en snelle situatie-aangepaste reacties ( reflex ) tot stand te brengen. (Symons)
1. Definities Coördinatie = bewust, juist en aangepast bewegen Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 1. Definities Coördinatie = bewust, juist en aangepast bewegen cruciaal in vorming van sporter/atleet in het algemeen, maar ook specifiek in vorming van complete voetballer staat in relatie met kracht snelheid uithouding lenigheid
1. Definities Situering coördinatie Optimaal Coördinatie Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 1. Definities Situering coördinatie Componenten 1. Reactievermogen 2. Koppelingsvermogen 3. Oriëntatievermogen 4. Differentiatievermogen 5. Evenwichtsvermogen 6. Wendbaarheid 7. Ritmegevoel Coördinatie Optimaal Bewegingsverloop Techniektraining & Motorisch leren Kracht Snelheid Lenigheid Uithouding © Vrijens, Bourgois, Lenoir: “Basis voor verantwoord trainen”
2. 7 componenten van coördinatie Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 2. 7 componenten van coördinatie 1. Reactievermogen (zie snelheid) = het vermogen om snel te kunnen reageren op een auditief, visueel of tactiel signaal (= beweging inzetten en uitvoeren) in voetbal speelt ook timing rol (= wanneer zet ik welke actie in) vb: middenvelder (8) krijgt de bal en ziet in een ooghoek de flankspeler (7) diep gaan in de ruimte. 8 reageert op dit visueel signaal met een dieptepas in de ruimte voor 7. 2. Koppelingsvermogen = het vermogen om deelbewegingen (voetbalacties) optimaal met elkaar af te wisselen, in elkaar te laten overgaan of tegelijkertijd uit te voeren vb: 9 controleert een hoge voorzet met de borst en trapt onmiddellijk na de controle op doel
2. 7 componenten van coördinatie Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 2. 7 componenten van coördinatie 3. Oriëntatievermogen = het vermogen om de lichaamshouding aan te passen in ruimte en tijd in functie van een actie met een bepaald doel (trap, voorzet, dribbel, …) vb: gerichte of georiënteerde controle in de ruimte om vrij op doel te kunnen schieten 4. Differentiatievermogen = het vermogen om binnen een globale beweging, deelbewegingen zeer precies te kunnen uitvoeren vb: aanpassen van de armpositie tijdens zweeffase door keeper in functie van effect op de bal (bal valt sneller, later, … dan eerst ingeschat)
2. 7 componenten van coördinatie Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 2. 7 componenten van coördinatie 5. Evenwichtsvermogen = het vermogen om evenwicht te behouden of te herstellen na verstoring vb: een speler spurt met de bal aan de voet en moet een tackle ontwijken. Door de tackle wordt hij uit evenwicht gebracht en moet dit herstellen om in balbezit te blijven. 6. Wendbaarheid = de mate waarin men zich tijdens een voetbalactie kan aanpassen aan waargenomen situatieveranderingen vb een verdediger wordt omspeeld en moet zo snel mogelijk omdraaien om zijn verdedigende positie weer te kunnen innemen of negatieve druk te zetten.
2. 7 componenten van coördinatie Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 2. 7 componenten van coördinatie 7. Ritmegevoel = het gevoel om de temporele structuur van deelbewegingen in te kunnen schatten vb: het typische ritme van een schaarbeweging of een ‘zidane/spin’-beweging
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 3. Handelingssnelheid e De 7 componenten van coördinatie, gecombineerd met de kracht, snelheid, lenigheid en uithouding van een speler resulteren in een bepaalde handelingssnelheid die leidt tot het bewegingsverloop. Door invloed van techniektraining en het motorisch leren door de speler kan deze handelingssnelheid worden verhoogd, met een optimaler bewegingsverloop tot gevolg. Coördinatie Optimaal Bewegingsverloop Techniektraining & Motorisch leren Kracht Snelheid Lenigheid Uithouding 7 Componenten
3. Handelingssnelheid Handelingssnelheid FYSIEKE HANDELINGSSNELHEID Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 3. Handelingssnelheid Handelingssnelheid TECHNISCHE HANDELINGSSNELHEID FYSIEKE HANDELINGSSNELHEID TACTISCHE HANDELINGSSNELHEID
4. Van waarnemen tot uitvoeren Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 4. Van waarnemen tot uitvoeren Waarnemingsstructuren Verwerkings-, programmering- & uitvoeringsstructuren
4.1. Waarnemingsstructuren Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 4.1. Waarnemingsstructuren bij het analyseren van spelfasen staat waarnemen centraal bij spelvormen tijdens de training is aandacht nodig voor lichaamsperceptie ruimteperceptie tijdsperceptie
4.1. Waarnemingsstructuren Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 4.1. Waarnemingsstructuren lichaamsperceptie = het vermogen om de positie en de houding van het eigen lichaam waar te nemen wordt getraind door het opdoen van bewegingservaring werken aan looptechniek, statisch en dynamisch evenwicht, … werken van dominantie naar lateralisatie vb: ontwikkelen tweevoetigheid tijdsperceptie (= timing) = het vermogen om zichzelf te situeren in de tijdspanne waarin bewogen wordt vb: kopduel, aanvaller die buitenspelval vermijdt, doorsteekpass in de loop, …
4.1. Waarnemingsstructuren Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 4.1. Waarnemingsstructuren ruimteperceptie = (bewust) waarnemen van de positionering van het eigen lichaam binnen de speelruimte waarin bewogen wordt belangrijke factor bij het nemen van tactische beslissing vb: opzetten buitenspelval als verdediger, keuze voor dribbel, pass of trap hou steeds rekening met de plaats op het veld, de richting waarin wordt gespeeld, de afstand en de opstelling als speler en als ploeg steeds in functie van de spelsituatie (medespelers, tegenspelers, balbezit, balverlies, omschakeling, …)
4.2. Verwerkings-, programmerings- en uitvoeringsstructuren Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 4.2. Verwerkings-, programmerings- en uitvoeringsstructuren wat we waarnemen (zien) moeten we kunnen analyseren en interpreteren (denken) om een gepast bewegings-antwoord te creëren (programmeren), te kiezen en te kunnen geven (uitvoeren). veelvuldig herhalen leidt tot een betere coördinatie, wat resulteert in meer economische bewegingen en minder energieverlies een goede coördinatie zorgt voor een beter balgevoel wat het makkelijker maakt om basistechnieken aan te leren
5. Coördinatie in voetbal per Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5. Coördinatie in voetbal per 1. voetbaltechniek coördinatie en voetbaltechniek technische coördinatie of balbeheersing tactische coördinatie of spelbeheersing lichaamscoördinatie of lichaamsbeheersing 2. looptechniek het looppatroon van een voetballer aandachtspunten sprinttechniek 3 loopfasen oefenstof
5.1. Voetbaltechniek coördinatie en voetbaltechniek Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.1. Voetbaltechniek coördinatie en voetbaltechniek bepaalt het vermogen om bewegingstechniek (snel) aan te leren zorgt voor samenspel tussen zintuiglijke waarneming (sensorisch) en lichamelijke uitvoering (motorisch) techniek moet vooral ook in voetbalspecifieke situaties worden getraind leer techniek van bij begin goed aan, want eens foutief aangeleerd, is het zeer moeilijk en tijdrovend om af te leren de 7 componenten van coördinatie hebben invloed op techniek
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.1. Voetbaltechniek coördinatie – voetbaltechniek – behendigheid – vaardigheid herhaling van een beweging of een combinatie van verschillende bewegingen zorgt voor een aanpassing in het zenuwstelsel en een betere coördinatie het verbeteren van de coördinatie zorgt ervoor dat meer en meer info onbewust wordt verwerkt en resulteert in een verhoogde automatisering (speler moet minder nadenken bij een beweging) het automatiseren van voetbaltechnieken via techniektraining is energiebesparend en meer aandacht kan besteed worden aan wat in de omgeving gebeurt en niet enkel aan uitvoering van de technische beweging vb: een 10 die de bal meer geautomatiseerd controleert (minder aandacht nodig, sneller uitgevoerd), ziet sneller dat de 9 is afgehaakt en heeft meer tijd voor een goede pass.
5.1. Voetbaltechniek technische coördinatie of balbeheersing Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.1. Voetbaltechniek technische coördinatie of balbeheersing verschillende aspecten spelen een rol: globaal dynamische coördinatie (lichaamsbeheersing) = coördinatie van het volledige lichaam “Toen iedereen nog op straat voetbalde, kon je je niet laten vallen. Dat deed pijn. Om overeind te blijven had je een goede lichaamstechniek nodig.” (Johan Cruyff) een goed lichaamsbesef bevordert doelbewust handelen vb: lopen, gaan, stappen, springen, … proprioceptie = het gevoel in de spieren en de feedback door het eigen lichaam over het resultaat van de uitvoering vb: het gevoel in het trapbeen bij het nemen van een vrije trap
5.1. Voetbaltechniek intermusculaire coördinatie Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.1. Voetbaltechniek intermusculaire coördinatie = samenwerking tussen spieren of spiergroepen vb: samentrekken en ontspannen van agonisten en antagonisten bij een trap op doel oog – hand coördinatie = vaardigheid om de handen te sturen in functie van wat de ogen zien vb: hoge bal plukken, redding met 1 hand, … oog – voet coördinatie vb: balcontrole, leiden, trappen, …
5.1. Voetbaltactiek: spelbeheersing Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.1. Voetbaltactiek: spelbeheersing tactische coördinatie of spelbeheersing voetballen = vooruit denken als een schaker anticiperen op komende spelfases is cruciaal om dit te trainen moet je trainen in context die de wedstrijdsituaties zo dicht mogelijk benadert ideaal zijn kleine wedstrijdvormen (K+2vs2+K, K+3vs3+K, K+4vs4+K): minder actoren meer balcontacten overzichtelijker meer en duidelijkere leermomenten
5.2. Looptechniek het looppatroon van een voetballer Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.2. Looptechniek het looppatroon van een voetballer veldspelers leggen gemiddeld 8 tot 12km af per wedstrijd de afgelegde afstand varieert met de positie van de speler (middenveldspelers grootste afstand) ca. 25% van de afstand stappen - 37% joggen - 20% lopen - 11% spurten - 7% achteruit stappen elke wedstrijd vraagt gemiddeld 800 tot 1200 verschillende opeenvolgende acties per speler (joggen, spurten, stoppen, joggen, draaien, springen, koppen, joggen, spurten, tackelen,…) minder dan 2% van de activiteit gebeurt in balbezit een wedstrijd bestaat dan uit korte spurts van 3-5 seconden (ongeveer tot 30m), afgewisseld met periodes van lopen of joggen van 30-90 seconden
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.2. Looptechniek aandacht voor looptechniek bij voetballers is belangrijk een goede looptechniek zorgt voor een hogere snelheid en is energiebesparend een verbeterde looptechniek heeft bovendien een grote invloed op het sprintvermogen lopen in atletiek ≠ lopen in voetbal, maar is wel de basis 1 lijn, zonder contact vs. remmen, opnieuw versnellen, hoeken lopen, duel,…
Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.2. Looptechniek aandachtpunten sprinttechniek (gebaseerd op atletiek): ontspannen lichaams- en hoofdhouding belangrijk werkpunt bij voetballers die vaak ‘verkrampt’ sprinten armzwaai voorwaarts (gekruiste coördinatie) hak in de bil (hielen zitvlak) na de afstoot (zwaaibeen) stevige knie-inzet (zwaaibeen) tenen optrekken (zwaaibeen) hiel onder knie (zwaaibeen) klauwend lopen (grond aanvallen met de voorvoet) enkelstrekking (afstootbeen)
5.2. Looptechniek 3 fases van goede looptechniek (niet sprinten) Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.2. Looptechniek 3 fases van goede looptechniek (niet sprinten) fase 1: remfase start: eerste contact met de grond (voet voor het lichaamszwaartepunt) einde: voet onder het lichaamszwaartepunt actief de grond aanvallen 1e contact: buitenkant voet/hiel vertragings- of afremmingsperiode
5.2. Looptechniek: uitvoering Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.2. Looptechniek: uitvoering 3 fases van goede looptechniek (niet sprinten) fase 2: impulsfase start: voet onder het lichaamszwaartepunt einde: voet los van de grond verder afrollen voet (van buiten naar binnen en van hiel naar voorvoet) steunbeen volledig strekken (ook in de enkel!)
5.2. Looptechniek: uitvoering Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.2. Looptechniek: uitvoering 3 fases van goede looptechniek (niet sprinten) fase 3: doorhaalfase start: voet los van de grond einde: opnieuw contact met de grond na uitzwaai hak in de bil en knie voorwaarts brengen voorwaarts zwaaien onderbeen voorbereiden voetplaatsing
5.2. Looptechniek oefenstof cruciale periode: 7 tot en met 12 jaar Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.2. Looptechniek oefenstof cruciale periode: 7 tot en met 12 jaar periode waarin motorische vaardigheden snelst worden opgepikt starten jeugdige leeftijd = winst lange termijn voordelen van een goede loopscholing economischer looppatroon (kan een speler langer volhouden) ontspannen, onverkrampte loophouding (ook bij vermoeidheid) efficiënter voetbal minder kwetsuren solide basis om verder te bouwen aan technische vaardigheden
5.2. Looptechniek oefenstof lopen in voetbal ≠ lopen in atletiek Trainer B Voetbal (UEFA B) - Sportspecifiek Gedeelte - Toegepaste Trainingsmethodiek - Coördinatie 5.2. Looptechniek oefenstof skippings hiellift (training hamstrings) romphouding scharend lopen (gestrekte benen, op voorvoeten) loopsprongen bijtrekpas “Zorba” of “Sirtaki” – zijwaartse kruispas touwspringen, triplings, verend lopen (snelheid) trainen van knie-inzet (loopsprongen) (snelheid) paslengte vergroten en vervolgens pasfrequentie opdrijven (snelheid) lopen in voetbal ≠ lopen in atletiek gebruik ook richting- en snelheidsveranderingen, startsignalen, hulpmiddelen (hoepels, loopladder, …)