Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling Staatsinrichting 3+4 1848-1920 Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling
Exameneis uitleggen waarom bepaalde groepen in de samenleving aan het eind van de 19e eeuw zich tot liberalisme, socialisme, christelijk politiek denken dan wel feminisme aangetrokken voelden
Exameneisen beschrijven hoe de toenemende politieke en maatschappelijke participatie van burgerij, protestanten, rooms-katholieken, arbeiders en vrouwen in de tweede helft van de 19e eeuw leidde tot bewustwording van eigen identiteit en tot (verdere) emancipatie van deze groepen: - streven naar uitbreiding van kiesrecht/ algemeen kiesrecht/ actief en passief kiesrecht/ van districtenstelsel naar evenredige vertegenwoordiging/ kiesdeler - financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs/ schoolstrijd/ Pacificatie van 1917 - ontstaan verzuiling in partijen/ media/ onderwijs/ verenigingsleven/ vakbonden
Algemeen Kiesrecht 1848 – 1887: Censuskiesrecht 1887: Afschaffing censuskiesrecht Nog wel enkele persoonlijkheid eisen 1917: Alle mannen kregen kiesrecht 1917: vrouwen krijgen passiefkiesrecht Gekozen worden 1919: Vrouwen krijgen actiefkiesrecht Mogen kiezen
Van districtenstelsel naar evenredige vertegenwoordiging Districtenstelsel: Kiesstelsel waarbij Nederland in evenveel districten is verdeeld als er Kamerzetels zijn. Per district kan één politicus de vertegenwoordiger worden. Evenredige vertegenwoordiging: Kiesstelsel waarbij iemand een Kamerzetel krijgt als hij of zij de kiesdeler haalt. Dit werd in 1917 ingevoerd.
Wat is de kiesdeler? Kiesdeler = aantal uitgebrachte geldige stemmen gedeeld door het aantal beschikbare zetels. Tweedekamer = 150 zetels Voorbeeld: 150.000/150=1000 (kiesdeler) In 2010 uitgebrachte stemmen: kiesdeler = 9305647/150= 62038
Schoolstrijd De strijd om financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs aan openbaar onderwijs.
Pacificatie - 1917 Letterlijk vredesstichting. In dit geval vrede over de schoolstrijd en de strijd om het algemeen kiesrecht (1917). De schoolstrijd werd opgelost doordat iedereen, onder bepaalde voorwaarden, een eigen school mocht oprichten die dan gefinancierd werd door de staat
Verzuiling Er waren vier zuilen: protestant, katholiek, socialistisch en liberaal. Zij probeerden alles zoveel mogelijk binnen de eigen groep te houden. Verzuilingsproces in gang gezet door Kuyper. Hij besefte dat hij van NL geen christelijke natie kon maken, dus streefde hij naar soevereiniteit in eigen kring. De staat mocht zich volgens hem niet bemoeien met het gezin, de kerk, het onderwijs en de gezondheidszorg.
Verzuiling 2 Al snel beschikten op den duur alle zuilen over een eigen krant, vakbond, verenigingen, politieke partij en universiteit. Politieke samenwerking blijft echter mogelijk. Binnen zuilen bestond een groot saamhorigheidsgevoel, waardoor politieke kwesties dmv onderhandelen altijd wel werden opgelost.
Verzuiling 3
Herzuiling in de 20ste eeuw