Onderzoeksdag Associatie Universiteit & Hogescholen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Zullen we het over opleidingsdidactiek hebben? bijvoorBeeld over exemplarische opleidingsdidactiek? Jo van den Hauwe Bart van der Leeuw HSN 25 Den Haag,
Advertisements

Nut en noodzaak van evaluatieonderzoek
Workshop ontwerpgericht onderzoek Utrecht 14 febr. Anjette van de Ven
Jeanine Spierings & Luca Lopes de Leao Laguna HvA Onderwijsconferentie
Duurzaam inzetbaar gedurende de hele levensloop
Universiteit Antwerpen Karel de Grote-Hogeschool
1 Resultaten marktonderzoek RPM Zeist, 16 januari 2002 Door: Olga van Veenendaal, medew. Rothkrans Projectmanagement.
Praktijkgericht onderzoek divers, complex en methodologisch veeleisend
STRATEGISCHE PLANNING
Kwalitatieve onderzoeksdesigns
'Evidence': recepten voor de onderwijsprofessional?
Ontwerpprojecten In de praktijk
Fietsen in Tilburg Fietsberaad 16 maart 2006 Fietsen en Luchtkwaliteit Liesbeth Trip.
Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren
1212 /mhj Quo vadis, (Bio) Medisch Ingenieur? Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven in samenwerking met Universiteit Maastricht Dick.
Opvoeding en ondersteuning van personen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen Annette van der Putten ‘s Heeren Loo/ Rijksuniversiteit.
Ontwerpgericht onderzoek als onderzoeksstrategie
Concept Opdrachtgever: Agentschap Ondernemen (AO). In het kader van ondernemingsplanwedstrijd (OPW) Vlaanderen, dé officiële ondernemingsplanwedstrijd.
Risicomanagement Beperking van vrijheid of ruimte voor kansen
Reflectievaardigheden en instrumenten
En de toepassing van VO&O in INHOLLAND
Wat is actieonderzoek? Reflecteren op eigen handelen en de situatie waar dat handelen plaatsvind Op basis van de verkregen inzichten het handelen verbteren.
Professionele ontwikkeling
Datum universitair onderwijscentrum groningen Presentatie onderzoeksproject TCCR, 23 juni 2009 Siebrich de Vries,
Oplossingsgericht coachen voor Studieloopbaanbegeleiding
Onderzoek in de praktijk: Wat en hoe?
Onderzoek in het hbo/op de lerarenopleiding? Waarom, hoe en waartoe?
Titel auteur oktober /10 Verbinden van Onderwijs en Onderzoek Ontwerpgerichte kennisontwikkeling, praktijkgericht onderzoek door studenten en docenten.
Begeleiden van Praktijkonderzoek
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Pabo Netwerkbijeenkomst 9 juni 2006 De pedagogische opdracht van de pabo Betekenisvolle en zinvolle kennis van de pedagogiek.
De kwaliteit van het aardrijkskundeonderwijs op de pabo
Grenzen aan evidence-based werken in de lokale public health praktijk
Workshop Reflecteren 3 februari 2011
GROEN PROEVEN Workshop 31 maart 2011 Reflectie binnen de PvB
Startbijeenkomst benchmarking Publiekszaken
De praktijk van 1cijferHO
Project Informatiekunde werkgroepsbijeenkomst 17 april 2003.
Competentiegericht onderwijs: wat is het (en wat niet)? Het Groene Leertraject oktober 2008 Dr. F Meijers.
Teamontwikkelplannen in het MBO
Ontwerponderzoek als voorbeeld van praktijkgericht onderzoek
Ontwerpgericht onderzoek naar leren tussen generaties in organisaties
Management development lectoren HRO
Collectief leren in schoolteams
DE GOMA; VAN 0 NAAR BETER EEN ANALYSE BIJ DE 0-METING BETREFFENDE DE BEKENDHEID, TOEPASSING EN NALEVING VAN DE GOMA, MEDE IN RELATIE TOT BEVINDINGEN UIT.
Beoordelen van praktijkonderzoek Quinta Kools (q.
Leeromgeving als katalysator voor leren voor duurzame ontwikkeling Het Groene Onderwijs & LvDO NRO 14 november 2014 Stan Frijters
Honoursonderwijs in HBO
MBO PERSPECTIEF 1 Diverse afdelingen met diverse specialisaties/ technische takken MBO ers laten leren vanuit concrete ervaringen Nieuwsgierigheid van.
Den Haag 13 november 2012 i-COACH Opleiding i-COACH 2012 Leontine van Schie Ruud Westra 1.
Congres congresnaam Naam medewerk(st)er Functie medewerk(st)er KENNIS VAN ONDERWIJS advies Ontwikkeling en benutting.
Meer innovatieve professionals
Hogeschool Rotterdam, Opleiding Vastgoed & Makelaardij drs. ing. M.M.A. Scheepers Collegejaar college.
De vele gezichten van praktijkgericht onderzoek
SPH deeltijd jaar 2 onderzoeksvaardigheden.
Productbespreking 2 la 3 1 december Goed: Relevante onderwijsvernieuwingen! Marcia: handelingsgericht werken Manon: actief leren Sandra: betekenisvol.
Naar een leerlijn ‘onderzoekende houding’ ECENT conferentie, 5 juni 2009 Ton van der Valk, Universiteit Utrecht FIsme; Junior College Utrecht.
Onderzoek op hogescholen: de oogst na 10 jaar Prof.dr.Cees Karssen Emiritus rector magnificus Wageningen Universiteit Voorzitter Commissie Tussentijdse.
Zorg dat de Docent blijft: Maak van Onderzoek een spannende Onderneming! Joseph Kessels De Haagse Onderzoeksdagen De Haagse Hogeschool 13 april 2011.
Duurzaam HRM methodologische uitgangspunten 8 mei 2014 Dr. Leni Beukema.
Het toetsen van onderzoekend vermogen in het afstudeerprogramma
Leerling- kenmerken Motivatie (2) Thema januari 2016.
Workshop Peer Review audit Kennisdag 5 juni 2014 Meta Peek.
Auteur: Anneke de Jong, Marja Legius en Lieven De Maesschalck Datum: 30 maart 2016 Onderzoekend vermogen.
De toetsing getoetst: De kwaliteit van toetsing op de lerarenopleiding onder eigen loep Martijn Peters Fedor de Beer Tamara van Schilt-Mol.
“Aanbestedingsvormen in perspectief”
aantrekkingskracht van informatica
Workshop academisch schrijven
Begeleiden van Praktijkonderzoek
Ontwerponderzoek.
A Pallette of Actionable Knowledge (Pack-model)
Transcript van de presentatie:

De waarde van kennis en het onderzoek binnen het professioneel gericht hoger onderwijs Onderzoeksdag Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen, 2 maart 2012 Dr. Daan Andriessen HBO-hoogleraar Intellectual Capital Hogeschool Inholland Haarlem, Nederland

Beperkingen van het lineaire innovatiemodel Aanbod Vraag Overheid financiert wetenschappelijk onderzoek Meer wetenschappelijke kennis Meer toegepaste wetenschap en technologie Toegepast Praktijk Meer economische groei Fundamenteel Theorie Knelpunten die mede leiden tot de ‘kennisparadox’: Cyclustijden van iedere stap verschillend Elke stap kent andere groepen spelers met verschillende afrekenmechanismen Deze groepen spreken ook nog eens een verschillende taal Model is onvoldoende vraag-gestuurd Wetenschappelijke kennis op een voetstuk; andere kennis gediskwalificeerd Bron: Vasbinder, J.W. en Groen, T. (2002) Tussen Kennis en Profijt; hoe onze samenleving veel meer kan halen uit kennis. Prisma & Partners. www.prisma.nl De cyclustijden van iedere stap zijn verschillend. Wetenschappers hebben nu eenmaal een andere tijdhorizon dan bedrijven die nieuwe producten op de markt willen brengen. Elke stap kent andere groepen spelers met verschillende afrekenmechanismen. Wetenschappers worden beoordeeld op hun publicaties, bedrijven op hun omzet en winst. Deze twee groepen spreken ook nog eens een verschillende taal. De taal van wetenschap is fundamenteel anders dan de taal van het zakendoen. Het model is onvoldoende vraag-gestuurd. De nieuwe kennis komt primair voort uit de nieuwsgierigheid van de wetenschapper. Praktische relevantie wordt in het huidige wetenschappelijke systeem van ‘publish or perish’ steeds minder van belang. Wetenschappelijke kennis wordt op een voetstuk geplaatst en daarmee worden andere vormen van kennis gediskwalificeerd. Op alle wetenschappelijke terreinen is het empirisch- analytische model dominant waarbij er slechts ruimte is voor één waarheidsdefinitie. Wetenschappers worden beoordeeld op hun grondigheid, hun ‘rigor’ en niet op hun relevantie, hun ‘relevance’ (Schön, 1983). In de sociale wetenschappen, waaronder de economie en de bedrijfskunde, kun je met het empirisch-analytische model onvoldoende uit de voeten wanneer je resultaten wilt behalen die niet alleen grondig maar ook nog relevant zijn. Bron: Vasbinder & Groen (2002) © 2004 Daan Andriessen

Soort kennis is ook mede oorzaak kennisparadox Startvraag in universitair onderzoek is vaak theorie gedreven Universitair onderzoek richt zich primair op verklaren en minder op verbeteren. Verklaren volgens traditionele wetenschappelijke criteria leidt tot reductionisme y=f(x) Verklaren is noch noodzakelijke, noch voldoende voorwaarde voor verbeteren Bv: “Houding tov werk verklaart voor 59% de effectiviteit van een werknemer” (Harrison, Newman & Roth, Academy of Management Journal, April 2006) Er is in aanvulling op verklarende kennis behoefte aan ‘handelingskennis’ uit praktijkgericht onderzoek Universitair onderzoek richt zich primair op verklaren en minder op verbeteren. Dus dit onderzoek laat een gat liggen. Verklaren volgens traditionele wetenschappelijke criteria leidt tot reductionisme. De manier van verklaren is gericht op een toetsbaar causaal model met zo weinig mogelijk variabelen en een zo groot mogelijke verklaringskracht. Dit leidt tot het reduceren van de complexe werkelijkheid en het onder controle brengen van variabelen die juist bij verbeteren cruciaal zijn. In de organisatiekunde en andere sociale wetenschappen leidt dit tot stochastische modellen en waarschijnlijkheidsuitspraken waar je in de praktijk weinig aan hebt. In de praktijk is de context cruciaal, alsmede multicausaliteit, zachte variabelen, weinig waarnemingen Harrison, Newman & Roth (Academy of Management Journal, April 2006): Houding tov werk verklaart voor 59% de effectiviteit van een werknemer Verklaren is noch noodzakelijke, noch voldoende voorwaarde voor verbeteren Vaak zijn onafhankelijk variabelen niet of moeilijk manipuleerbaar (houding tov werk) Vaak is succes van praktijktheorie niet te verklaren (b.v. als je wilt dat iemand aardig tegen jou doet, doe dan ook aardig tegen hem) We leren het meest van de praktijk, maar we staan er zelden bij stil Systematisch analyseren en expliciteren van praktijktheorie gebeurt zelden want daar is in de praktijk gene tijd voor Je moet daarbij over individuele gevallen heen kijken, en wie moet dat doen? Nieuwe praktijktheorie = innovatie

Spanning tussen onderzoek en praktijk Onderzoeksituatie Praktijksituatie Vaak geen directe probleemeigenaar Algemene onderzoeksvraag Vergelijkbare situaties Repliceerbaar, betrouwbaar, valide, controleerbaar Nieuwe, generaliseerbare kennis Publicaties Concrete probleemeigenaar Concreet probleem Unieke situatie Relevant, begrijpelijk, tijdig, haalbaar, betaalbaar, houdbaar Concrete oplossing Toegevoegde waarde

Traditionele lineaire innovatiemodel Overheid financiert wetenschappelijk onderzoek Meer wetenschappelijke kennis Meer toegepaste wetenschap en technologie Meer economische groei Aanbod Vraag Fundamenteel Toegepast Theorie Praktijk Alternatief: ontwerpgericht onderzoek Bron: Vasbinder, J.W. en Groen, T. (2002) Tussen Kennis en Profijt; hoe onze samenleving veel meer kan halen uit kennis. Prisma & Partners. www.prisma.nl De cyclustijden van iedere stap zijn verschillend. Wetenschappers hebben nu eenmaal een andere tijdhorizon dan bedrijven die nieuwe producten op de markt willen brengen. Elke stap kent andere groepen spelers met verschillende afrekenmechanismen. Wetenschappers worden beoordeeld op hun publicaties, bedrijven op hun omzet en winst. Deze twee groepen spreken ook nog eens een verschillende taal. De taal van wetenschap is fundamenteel anders dan de taal van het zakendoen. Het model is onvoldoende vraag-gestuurd. De nieuwe kennis komt primair voort uit de nieuwsgierigheid van de wetenschapper. Praktische relevantie wordt in het huidige wetenschappelijke systeem van ‘publish or perish’ steeds minder van belang. Wetenschappelijke kennis wordt op een voetstuk geplaatst en daarmee worden andere vormen van kennis gediskwalificeerd. Op alle wetenschappelijke terreinen is het empirisch- analytische model dominant waarbij er slechts ruimte is voor één waarheidsdefinitie. Wetenschappers worden beoordeeld op hun grondigheid, hun ‘rigor’ en niet op hun relevantie, hun ‘relevance’ (Schön, 1983). In de sociale wetenschappen, waaronder de economie en de bedrijfskunde, kun je met het empirisch-analytische model onvoldoende uit de voeten wanneer je resultaten wilt behalen die niet alleen grondig maar ook nog relevant zijn. © 2004 Daan Andriessen

KENNISSTROOM PRAKTIJKSTROOM KENNIS MOBILISEREN KENNIS ONTWIKKELEN Casus PROBLEMEN OPLOSSEN LEREN 1 casus is geen casus Meerdere casussen nodig om deze vragen te beantwoorden en tegelijkertijd plausibele, rivaliserende verklaringen voor het succes en falen te achterhalen. Dit heeft ook gevolgen voor de financiering van dit onderzoek want: Succes is niet gegarandeerd (v.b. van bedrijf dat onderdelen voor vrachtwagens maakt waar ik uit ben geschopt halverwege een test om een kennisplan te maken) – meeste van geleerd over omstandigheden waaronder zoiets succesvol kan zijn Geen klant wil betalen voor generieke praktijktheorie, wel mogelijk voor individuele oplossing. Wie betaalt het werk in de kennisstroom? Basisfinanciering noodzakelijk. Wouter Bos ziet het verkeert als hij zegt dat lectoraten door opdrachtonderzoek moeten worden gefinancierd.

KENNISSTROOM PRAKTIJKSTROOM 1.THEORIE 2.ONDERZOEKS-AGENDA Theoretisch kader 2.ONDERZOEKS-AGENDA Kennis-probleem 3. (HER) ONTWERPEN Concept oplossing 9.REFLECTIE Successen & verbeteringen Match ? Casus 1 Agenda van de opdrachtgever 4.DIAGNOSE Praktijk-probleem 5.ACTIE PLANNING Specifieke oplossing PRAKTIJKSTROOM 8.VASTSTELLEN VAN LEREN Bevindingen 6.IMPLEMEN-TATIE Vastgelegde ervaringen 7.EVALUATIE Effecten van acties Gevolgen hiervan zijn groot: Specifieke aanpak van HBO onderzoek: altijd een praktijkstroom en een kennisstroom (ook nog een competentiestroom) Kennisstroom start met een onderzoeksagenda en een kennisvraag (hoe vraag) op basis van reeds beschikbare theorie (b.v.Hoe kunnen CoP’s succesvol levend worden gehouden?) . Vanwege het primaat van het ontwikkelen van nieuwe praktijkkennis geldt dus niet: u vraagt wij draaien. Het lectoraat bepaalt welke praktijkkennis ontwikkeld gaat worden en zoekt daar casussen bij. In kennisstroom wordt generieke oplossing ontwikkeld. (b.v. methode voor succesvol inzetten van Community of Practice als middel tot kennisdelen en professionalisering) Selectie van praktijkproblemen Daarna wordt een casus gezocht waar een probleem speelt waarvoor de oplossing een oplossing kan zijn (b.v. een grote bank). Maar diagnose is belangrijk! Daarvoor is helaas altijd een bepaalde bril nodig en die komt uit de theorie (hoe goed wordt bij deze bank kennis gedeeld) De generieke oplossing wordt specifiek gemaakt (b.v. deelnemers blijken minder tijd te hebben, ICT biedt andere functionaliteit) Specifieke oplossing wordt geïmplementeerd en geëvalueerd en geleerde lessen worden expliciet gemaakt. Mogelijkerwijs was de diagnose verkeerd en moet je opnieuw beginnen Kennis mobiliseren en ontwikkelen Bij het maken van het ontwerp ga je uit van wat we al weten (zowel verklarende als praktijktheorie). Zoveel mogelijk gebruik maken van al bekende ‘genererende mechanismen’) (b.v. techniek van de dialoog in CoP) Na de casus stel je vast wat geleerd is over: Wat werkt wel en wat niet Wanneer werkt het wel en niet> Waarom werkt het wel en niet (genererende mechanismen = verklaringen verbeteren) Bijdrage aan verklarende theorievorming!

KENNISSTROOM PRAKTIJKSTROOM 1.THEORIE 2.ONDERZOEKS-AGENDA Theoretisch kader 2.ONDERZOEKS-AGENDA Kennis-probleem 3. (HER) ONTWERPEN Concept oplossing 9.REFLECTIE Successen & verbeteringen 10.KENNIS ONTWIKKELING Ontwerpkennis Match ? Casus n Casus 2 Casus 1 Agenda van de opdrachtgever 4.DIAGNOSE Praktijk-probleem 5.ACTIE PLANNING Specifieke oplossing PRAKTIJKSTROOM 8.VASTSTELLEN VAN LEREN Bevindingen 6.IMPLEMEN-TATIE Vastgelegde ervaringen 7.EVALUATIE Effecten van acties Gevolgen hiervan zijn groot: Specifieke aanpak van HBO onderzoek: altijd een praktijkstroom en een kennisstroom (ook nog een competentiestroom) Kennisstroom start met een onderzoeksagenda en een kennisvraag (hoe vraag) op basis van reeds beschikbare theorie (b.v.Hoe kunnen CoP’s succesvol levend worden gehouden?) . Vanwege het primaat van het ontwikkelen van nieuwe praktijkkennis geldt dus niet: u vraagt wij draaien. Het lectoraat bepaalt welke praktijkkennis ontwikkeld gaat worden en zoekt daar casussen bij. In kennisstroom wordt generieke oplossing ontwikkeld. (b.v. methode voor succesvol inzetten van Community of Practice als middel tot kennisdelen en professionalisering) Selectie van praktijkproblemen Daarna wordt een casus gezocht waar een probleem speelt waarvoor de oplossing een oplossing kan zijn (b.v. een grote bank). Maar diagnose is belangrijk! Daarvoor is helaas altijd een bepaalde bril nodig en die komt uit de theorie (hoe goed wordt bij deze bank kennis gedeeld) De generieke oplossing wordt specifiek gemaakt (b.v. deelnemers blijken minder tijd te hebben, ICT biedt andere functionaliteit) Specifieke oplossing wordt geïmplementeerd en geëvalueerd en geleerde lessen worden expliciet gemaakt. Mogelijkerwijs was de diagnose verkeerd en moet je opnieuw beginnen Kennis mobiliseren en ontwikkelen Bij het maken van het ontwerp ga je uit van wat we al weten (zowel verklarende als praktijktheorie). Zoveel mogelijk gebruik maken van al bekende ‘genererende mechanismen’) (b.v. techniek van de dialoog in CoP) Na de casus stel je vast wat geleerd is over: Wat werkt wel en wat niet Wanneer werkt het wel en niet> Waarom werkt het wel en niet (genererende mechanismen = verklaringen verbeteren) Bijdrage aan verklarende theorievorming!

KENNISSTROOM PRAKTIJKSTROOM 1.THEORIE 2.ONDERZOEKS-AGENDA Theoretisch kader 2.ONDERZOEKS-AGENDA Kennis-probleem 3. (HER) ONTWERPEN Concept oplossing 9.REFLECTIE Successen & verbeteringen 5.ACTIE PLANNING Specifieke oplossing PRAKTIJKSTROOM Casus 1 Agenda van de opdrachtgever 4.DIAGNOSE Praktijk-probleem 8.VASTSTELLEN VAN LEREN Bevindingen 6.IMPLEMEN-TATIE Vastgelegde ervaringen 7.EVALUATIE Effecten van acties Gevolgen hiervan zijn groot: Specifieke aanpak van HBO onderzoek: altijd een praktijkstroom en een kennisstroom (ook nog een competentiestroom) Kennisstroom start met een onderzoeksagenda en een kennisvraag (hoe vraag) op basis van reeds beschikbare theorie (b.v.Hoe kunnen CoP’s succesvol levend worden gehouden?) . Vanwege het primaat van het ontwikkelen van nieuwe praktijkkennis geldt dus niet: u vraagt wij draaien. Het lectoraat bepaalt welke praktijkkennis ontwikkeld gaat worden en zoekt daar casussen bij. In kennisstroom wordt generieke oplossing ontwikkeld. (b.v. methode voor succesvol inzetten van Community of Practice als middel tot kennisdelen en professionalisering) Selectie van praktijkproblemen Daarna wordt een casus gezocht waar een probleem speelt waarvoor de oplossing een oplossing kan zijn (b.v. een grote bank). Maar diagnose is belangrijk! Daarvoor is helaas altijd een bepaalde bril nodig en die komt uit de theorie (hoe goed wordt bij deze bank kennis gedeeld) De generieke oplossing wordt specifiek gemaakt (b.v. deelnemers blijken minder tijd te hebben, ICT biedt andere functionaliteit) Specifieke oplossing wordt geïmplementeerd en geëvalueerd en geleerde lessen worden expliciet gemaakt. Mogelijkerwijs was de diagnose verkeerd en moet je opnieuw beginnen Kennis mobiliseren en ontwikkelen Bij het maken van het ontwerp ga je uit van wat we al weten (zowel verklarende als praktijktheorie). Zoveel mogelijk gebruik maken van al bekende ‘genererende mechanismen’) (b.v. techniek van de dialoog in CoP) Na de casus stel je vast wat geleerd is over: Wat werkt wel en wat niet Wanneer werkt het wel en niet> Waarom werkt het wel en niet (genererende mechanismen = verklaringen verbeteren) Bijdrage aan verklarende theorievorming!

KENNISSTROOM PRAKTIJKSTROOM 1.THEORIE 2.ONDERZOEKS-AGENDA Theoretisch kader 2.ONDERZOEKS-AGENDA Kennis-probleem 3. (HER) ONTWERPEN Concept oplossing 9.REFLECTIE Successen & verbeteringen 10.KENNIS ONTWIKKELING Ontwerpkennis 5.ACTIE PLANNING Specifieke oplossing PRAKTIJKSTROOM Casus n Casus 2 Casus 1 Agenda van de opdrachtgever 4.DIAGNOSE Praktijk-probleem 8.VASTSTELLEN VAN LEREN Bevindingen 6.IMPLEMEN-TATIE Vastgelegde ervaringen 7.EVALUATIE Effecten van acties Gevolgen hiervan zijn groot: Specifieke aanpak van HBO onderzoek: altijd een praktijkstroom en een kennisstroom (ook nog een competentiestroom) Kennisstroom start met een onderzoeksagenda en een kennisvraag (hoe vraag) op basis van reeds beschikbare theorie (b.v.Hoe kunnen CoP’s succesvol levend worden gehouden?) . Vanwege het primaat van het ontwikkelen van nieuwe praktijkkennis geldt dus niet: u vraagt wij draaien. Het lectoraat bepaalt welke praktijkkennis ontwikkeld gaat worden en zoekt daar casussen bij. In kennisstroom wordt generieke oplossing ontwikkeld. (b.v. methode voor succesvol inzetten van Community of Practice als middel tot kennisdelen en professionalisering) Selectie van praktijkproblemen Daarna wordt een casus gezocht waar een probleem speelt waarvoor de oplossing een oplossing kan zijn (b.v. een grote bank). Maar diagnose is belangrijk! Daarvoor is helaas altijd een bepaalde bril nodig en die komt uit de theorie (hoe goed wordt bij deze bank kennis gedeeld) De generieke oplossing wordt specifiek gemaakt (b.v. deelnemers blijken minder tijd te hebben, ICT biedt andere functionaliteit) Specifieke oplossing wordt geïmplementeerd en geëvalueerd en geleerde lessen worden expliciet gemaakt. Mogelijkerwijs was de diagnose verkeerd en moet je opnieuw beginnen Kennis mobiliseren en ontwikkelen Bij het maken van het ontwerp ga je uit van wat we al weten (zowel verklarende als praktijktheorie). Zoveel mogelijk gebruik maken van al bekende ‘genererende mechanismen’) (b.v. techniek van de dialoog in CoP) Na de casus stel je vast wat geleerd is over: Wat werkt wel en wat niet Wanneer werkt het wel en niet> Waarom werkt het wel en niet (genererende mechanismen = verklaringen verbeteren) Bijdrage aan verklarende theorievorming!

Verklarend en ontwerpend onderzoek vullen elkaar aan Concepten probleem-definitie Oplossings-richtingen Te verklaren oplossingen Verklaringen voor het probleem Verklaringen voor de oplossing Toepassings-domein van theorie Meetinstru-menten voor effectmeting Ontbrekende variabelen

Voor meer informatie: Joan van Aken en Daan Andriessen (red.) (2011) Handboek ontwerpgericht onderzoek, Den Haag, Boom Lemma Daan.Andriessen@inholland.nl