Burgers regelen het zelf

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 2 - Investituurstrijd.
Advertisements

Feodalisme en het hofstelsel
Afbeelding: Vorstendom (Rijnland-Palts)
Middeleeuwse steden H5 par. 5.3.
Karel en grote problemen
Tijdvak: Steden en Staten
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Samen leven langs de Nijl
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
De VS krijgen een modern bestuur
H.4 – Steden en Staten Paus en keizer De kruistochten Ontstaan steden
Het cultuurstelsel verdwijnt
13 kolonies vechten voor hun vrijheid
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
De Bataafse Revolutie Paragraaf 2.5.
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
Romeinen, Germanen en Kelten
Paragraaf 4.2 Vorige les: de opkomst van steden
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Les 5 - Groei van de Steden
Kenmerk 23 Streven naar Absolutisme Les 1: Centralisering van de macht
Strijd tussen De Kerk en De Staat Les 8 - Investituurstrijd
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Macht van de steden.
Paragraaf 2 Het cultuurstelsel.
Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand.
Hoofdstuk 2.
Het bestuur van de stadstaat
Europa wordt christelijk
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
6.2 Zelfstandige burgers.
De opkomst van de middeleeuwse stad
Machtige heren, halfvrije boeren
Leidens ontzet 3 oktober.
Vrijheidsrechten en politieke rechten in Nederland
BRUGGE: STAD IN DE MIDDELEEUWEN
Republiek versus Frankrijk
Absolutisme vs Regenten
Goed voorbereid naar de Pabo!
Steden monniken, ridders, steden & staten
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Geschiedenis hoofdstuk 1
Strijden of sporten Paragraaf 3.4.
Hoofdstuk 3.
Hoofdstuk V: Rome Les 3 - par 2 – Romeinse samenleving
Paragraaf 1: Kolonies inpikken.
Wat de Nederlandse Opstand is
Hoofdstuk III: Griekenland Les 3: Par 2, Het bestuur van de polis
Het bestuur van de stadstaat
De late middeleeuwen, 900 – 1600.
Baas boven baas.
Bestuur in andere landen
DE LATE MIDDELEEUWEN De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
De Republiek der zeven verenigde nederlanden
De liberale revolutie in 1848
Wat is een Hanze?.
Paragraaf 2 Er komen weer steden.
Tijd van steden en staten
Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
Van gewesten naar eenheidsstaat
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Het land van de farao Hoofdstuk 2.
Revoluties in Europa.
Kenmerkend aspect: Staten werden gevormd en door centralisatie werd het bestuur efficiënter.
4.1 de Pruikentijd.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Steden en kruistochten
§2.1 Van stad tot wereldrijk
Transcript van de presentatie:

Burgers regelen het zelf Paragraaf 5.2 Burgers regelen het zelf

Stadsrechten Sommige steden in Nederland kregen stadsrechten. Dan mag een stad zelf wetten maken en zelf rechtspreken. Ze mogen wallen en muren om de stad bouwen. Hoefden geen tol te betalen.

Amsterdam kreeg stadsrechten van graaf Floris V in 1275. Verdere uitbreidingen kwamen in 1304. Dordrecht was eerder: al in 1220. Ze mochten ook tol heffen. Zo kon een stad veel geld verdienen aan alle handelaren die voorbij kwamen.

Andere oude steden: Den Bosch Rotterdam ( een haven bij de dam van de rivier de Rotte)

Machtige steden De stadsrechten staan in een officieel document. Koningen, graven en hertogen konden dit aan een stad geven. Dit doen ze alleen voor heel veel geld. Koningen konden hier weer hun land mee besturen en oorlogen betalen.

Steden steunden ook koningen, graven en hertogen tegen lagere leenmannen. Steden leverden soms soldaten om zo tegen lagere edelen te vechten. Lagere edelen verloren macht, en de koning werd weer machtiger. Maar de koning was wel afhankelijk van deze steden. Dus deze steden werd ook machtig.

Vrije burgers Veel mensen wilden in de steden wonen. Binnen de stadsmuren was het veilig. Maar nog belangrijker: stadsbewoners zijn vrij. Edelen hadden niets over hun te zeggen. Ze zeiden: “stadslucht maakt vrij”.

Alleen burgers hadden alle rechten, zoals: Zij mochten lid worden van een gilde of de schutterij: vrijwillige politie. Burgers mochten ook niet gestraft worden door een edelman, maar hadden recht op een stedelijke rechtbank. Alle burgers samen: burgerij.

Niet iedereen had dezelfde rechten. Vrouwen konden geen burger worden. En ook de meeste arbeiders konden geen burger worden. Zij verhuisden vaak van stad naar stad voor werk.

Stadspoorten Middeleeuwse steden hadden muren met torens, poorten en ophaalbruggen. Dit was om de stad te beschermen tegen rovers, bendes en edelen met legers. Vaak bewaarden ze veel voedsel om een belegering te doorstaan.

Ook in vredestijd gingen de poorten ‘s nachts dicht. Niemand kon erin of uit.

Stadsbestuurders Het was altijd druk in de steden. Zie afbeelding 10 in tekstboek: Gebouw: de Waag: daar werden goederen gewogen. In steden waren ook keurmeesters: zij keurden de producten van de handelaren.

Er was ook een schout. Hij was de voorzitter van de rechtbank en voorzitter van het bestuur van de stad. Later wordt hij burgemeester genoemd.

Andere bestuurders en rechters in de stad werden schepenen genoemd. Samen met de burgemeester/schout bestuurden zij de stad vanuit het raadhuis.

Voor het bestuur werkten nog meer ambtenaren, zoals oproepers, artsen, poortwachters, klokkenluiders, vuilopruimers, ziekenverzorgers en schoolmeesters.

Eerst had de koning, graaf of hertog nog wel invloed op de stad. Hij gaf de stad stadsrechten en bepaalde wie er schout werd. Maar later veranderde dat. Steden gingen zelf burgemeesters kiezen.

Dat gebeurde dan vaak door een groep rijke burgers. Zij vormden de vroedschap. Zij controleerden de burgemeester ook. Vaak bepaalden rijke families wat er in een stad gebeurde. Zij leverden de schepenen, burgemeester en vroedschapsleden.

Geld haalden ze uit de belastingen om al deze banen te betalen.

Einde