Mengen Doel: twee of meerdere stoffen bewerken tot ze een eeindproduct geven dat meer uniform is dan het oorspronkelijk product academiejaar 2005.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Deeltjesmodel oplossingen.
Advertisements

§3.7 Krachten in het dagelijks leven
Voorraadwaardering Technische en economische voorraad FIFO methode
Energie Wanneer bezit een lichaam energie ?
De Duiksport Door Bob De Kinder 6de jaar industriële wetenschappen.
Kracht.
achtergronden Lden en Lnight
Soorten evenwichten 5 Havo.
Materialen en moleculen
Beleggingsstudieclub
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Milieubalans 2005 Milieu- en Natuurplanbureau. Milieubalans 2005, 10 mei Europese milieueisen maken aanvullend Nederlands beleid noodzakelijk Nederland.
Physics of Fluids – 2e college
White: Fluid Mechanics (McGraw-Hill) (W)
Start Wat is plasma.
Centrale Verwarming Onderzoek naar warmteoverdrachtsproces in huis.
Stoffen en stofeigenschappen
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
Overal ter wereld schieten vrijheidsstrijders
“De mens tussen de sterren”
DEELBAARHEID Een stof kan in kleinere deeltjes gesplitst worden.
Krachten.
Samenvatting Wet van Coulomb Elektrisch veld Wet van Gauss.
de wereld van lage Reynoldsgetallen
VLECHTWERK voor vrouwen en mannen met ambitie
Afschuifstijfheid en maximale schuifspanning van rechthoekige kokerprofielen Jelle de Wit 6 juni 2005 CT3000.
ontleedbarestoffen (bestaan uit moleculen dus meerdere atoomsoorten)
2.6 Welke stoffen lossen op in water?
Rekenen met atomen De mol.
Hoofdstuk 6: QUIZ!.
Welke van onderstaande keuzemogelijkheden is geen stofeigenschap?
Hoe je krachten meet Het begrip veerconstante
dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007
De wetten van Newton en hun toepassingen
6. Mechanische scheidingsmethoden
Centrifugale separatie en membraanfiltratie in de voedingsindustrie
Les 2 Elektrische velden
Elektriciteit 1 Les 4 Visualisatie van elektrische velden
Arbeid en kinetische energie
warmte Warmte is een energievorm en is niet hetzelfde als temperatuur.
V5 Chemische evenwicht H11.
27 oktober 2005 Communicatiecampagne Eerste bedenkingen.
Samenvatting H 8 Materie
Viscositeit Phoebe Böhm LO42a.
Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Voorlichtingsdag 19 oktober oktober
Natuurkunde presentatie paragraaf 3.1 & 3.2
Stoffen en hun eigenschappen
Paragraaf 3.1.
Temperatuur en volume: uitzetten of krimpen
Hoofdstuk 3 §1 en §2 Stoffen en hun eigenschappen.
Gelijkstroomkringen (DC)
Physics of Fluids 4 Viscous flows
Voorlichting fysieke belasting
Conceptversie.
December 20, y750 – Site Visit The VieDome concept (Text: M.H. Janssen; Photographs J. van Deursen) Info:
Elektronica en Straling
Samenvatting Conceptversie.
Belgacom Translation Services A Partner in Your Process
FOM netwerkdag electronica van 23 Printed circuit boards.
Universiteit Leiden, Opleiding Natuur- en Sterrenkunde Macroscopisch transport.
LES 2 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 4 M&O hoofdstuk 9, opgave 1-2.
Stroming rond deeltjes
Herhaling Hoofdstuk 4: Breking
Stroming rond deeltjes
Carbon Black.
Stroming rond deeltjes
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Rekenen met atomen De mol.
Kracht Module 3 Basisstof 5.
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
Transcript van de presentatie:

Mengen Doel: twee of meerdere stoffen bewerken tot ze een eeindproduct geven dat meer uniform is dan het oorspronkelijk product academiejaar 2005

De mengindex Als een twee-component mengsel bemonsterd wordt aan het begin van de menging(ongemengd mengsel) dan zullen de meeste monsters bestaan uit één van de componenten Als menging plaatsgrijpt dan zullen de monsters een meer uniforme samenstelling krijgen die een bepaald gemiddelde benaderd Een van de methoden om de veranderende samenstelling te evalueren is de standaard deviatie van elke fractie in opeenvolgende monsters te bepalen academiejaar 2005

Mengindex ctd Een manier om de menging te beoordelen is gebruik te maken van de mengindex academiejaar 2005

Mengindex academiejaar 2005

De mengtijd I= 1 - M ln I = - K tm met K de mengsnelheidsconstante die varieert met het type menger en de aard van de componenten met tm (s) de mengsnelheid (variabel) academiejaar 2005

0 min 10 min 15 min 20 min 25 min 1 10,1 14,5 18,2 19,2 20,4 2 30,7 18,1 25,3 21,0 20,6 3 26,0 17,0 20,2 20,5 4 26.5 25.9 21.1 22.1 5 13.2 21.0 17.6 21.5 22.0 6 16.9 17.8 23.5 7 20.5 16.5 25.0 20.1 20.8 8 19.0 21.2 17.1 9 27.0 25.1 19.1 21.3 10 11.3 13.8 21.4 X S² VC 19.3 6.96 36.0 20.0 4.58 22.9 20.7 3.34 16.1 0.91 4.3 0.53 2.5 academiejaar 2005

academiejaar 2005

academiejaar 2005

academiejaar 2005

simulaties http://lcvmsun9.epfl.ch/~moakher/mixing/ academiejaar 2005

Mengen van vloeistoffen In dit verband moet men het onderscheid maken tussen : - mengbare vloeistoffen ‑ niet mengbare vloeistoffen ‑ verdunde suspensies * convectiestroming : spontaan a.g.v. temperatuursverschil of concentratieverschil * circulatiestroming : menging met roerders, menging is afhankelijk van de dichtheid en van de viscositeit van de vloeistoffen academiejaar 2005

Mengen van vloeistoffen Diverse roerdertypes Blad- of plaatroerders Schroefroerders of propellers Turbineroerders academiejaar 2005

academiejaar 2005

academiejaar 2005

Mengen vloeistof-vast fluïdum in rust kracht nodig om een oneindig dun laagje fluïdum t.o.v. het stilstaande fluïdum voort te bewegen met een constante snelheid overeenkomstig het stationair snelheidsprofiel, wordt gegeven door de wet van Newton : F = ‑ A.  .dv/dx dv/dx < 0 , de snelheid neemt af A : contactoppervlak van fluïdumlaag dx : dikte van fluïdumlaagje dv : snelheidsverval in fluïdumlaagje met dikte dx µ : dynamische viscositeit Voor een totale fluïdumdikte d ( dx : 0  d) wordt F = A. µ .v/d academiejaar 2005

F/A =   = schuifspanning * [µ] = N.s /m² = kg/m.s * poise = eenheid van dynamische viscositeit = kracht nodig om een dun laagje fluïdum, met 1 cm² contactopper­ vlak, met een snelheid van 1 cm/s te verplaatsen t.o.v. een ander laagje waarvan het 1 cm verwijderd is. 1 poise = 1 dyne.s/cm² = 10‑5 N.s/cm² = 0.1 kg/m.s * kinematische viscositeit  = µ /  [ ] = m²/s ‑ Gassen en vloeistoffen in stationair regime ‑‑> Newtoniaanse media  = ‑ µ . dv / dx ‑ Suspensies, verven, pasta's en plastics ‑‑> Niet‑Newtoniaanse media  =  0 + µ '(dv/dx)n academiejaar 2005

 =  0 + µ '(dv/dx)  0 > 0 N = 1 Zie verder cursus: Fysische eigenschappen van vloeistoffen academiejaar 2005

Mengen vast-gas Fluïdisatie Drogen Vriezen Ventileren De minimumsnelheid voor fluïdisatie moet berekend worden uitgaande van het moment waarop fluïdisatie intreedt of waarbij  P gelijk is aan het gewicht van de materiaalkolom per eenheidsoppervlak.  P is afkomstig van 2 factoren : * de wrijvingsverliezen  Pw * en/of de kinetische energieverliezen  Pe bijgevolg is  P =  Pw +  Pe academiejaar 2005

Fluïdisatie De minimumsnelheid zal afhankelijk zijn van de aard van de stroming m.a.w. van het Reynoldsgetal D .  . v / µ of van de diameter van de deeltjes, de dichtheid de luchtsnelheid. in laminair regime voor een Re < 10 zij vooral de wrijvingsverliezen van belang in turbulent regime de kinetische energieverliezen bepalend De minimumsnelheid (v min) De maximumsnelheid : om pneumatisch transport te voorkomen  verlies aan materie Pas op: soms gewenst bij bvb pneumatisch transport, of stofafscheiding academiejaar 2005

Fluïdisatie ctd De belangrijkste voordelen van fluïdisatie zijn : ‑ intense menging : grotere homogeniteit van de vaste fase dan bij statisch opgestapeld materiaal ‑ een snelle en goede warmteoverdracht ‑ een groot contactoppervlak Mogelijke nadelen van de fluïdisatie : - erosie, slijtage van de apparatuur of duurder beschermd materiaal gebruiken ‑ verlies van fijne deeltjes moet tegengegaan worden De belangrijkste toepassingen van fluïdisatie: invriezen van losse partikels (diepvrieserwtjes), het drogen van granulaire bakkersgist, men spreekt hier resp. over wervelbed (fluidized bed) drogers en –vriezers. (zie bijlage fluid bed processing) academiejaar 2005

academiejaar 2005

academiejaar 2005

Mengen vloeistof-gas Vloeistof in gas: verstuiven Bvb. verstuivingsdrogen (sproeidrogen) Gas in vloeistof: aëreren, beluchten Productie van frisdranken academiejaar 2005

academiejaar 2005

Toepassing van spray dry: micro-encapsulatie academiejaar 2005