Functie en bouw van de luchtwegen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Welke functies zijn in het menselijk lichaam van direct levensbelang?
Advertisements

Soorten evenwichten 5 Havo.
Ademhaling Adembewegingen.
Gaswisseling & Zuurstoftransport.
Airway Clearance Therapy bij Cystic Fibrosis?
Anesthesie bij zwangeren
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Beste PEEP bepaling met behulp van de NICO
Spirometrie; wat is het en wat heb je eraan?
Diffusie, osmose en plasmolyse.
Anatomie en fysiologie - 3* NELOS
Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4
Verschillen tussen in- en uitgeademde lucht
Fysiologie Hoorcollege blok 1.3
Het reguleren van de ademhaling bij het gebruik van adembescherming
Hoofdstuk 6: QUIZ!.
Trainingsleer Eelbode Elke.
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Spirometrie; wat is het en wat heb je eraan?
14.5 Gaswisseling & Zuurstoftransport.
Deze wetten gelden voor ideale gassen die in een afgesloten
Samenvatting H3 Gaswisseling
ANZN 1e leerjaar - Les 14 - ©Matthieu Berenbroek,
Functie en bouw van de luchtwegen
Functie en bouw van de luchtwegen
ANZN 1e leerjaar - Les 15 - ©Matthieu Berenbroek,
Respiratie 4 + Spijsvertering 1
Voorbeeld toetsvragen
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
4.5 Samenstelling van mengsels
ZijActief Koningslust 10 jaar Truusje Trap
Voorrangsregels bij rekenen (1)
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
STOFFEN – HET MOLECUULMODEL
waarom plaatsen we onze verwarming onder het raam?
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
Ademhaling bij mens en zoogdier
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Trias: ventilatie- difussie – circulatie
ZijActief Koningslust
Inhoud les - Herhaling - Uitleg - Opdrachten - Film.
De chemische concentratie
Thema 2 Cellen § 2.4 Opname en afgifte van stoffen tussen cellen en het uit- of inwendig milieu.
ADEMHALING. Verbranding bij een kaars Kaarsvet + zuurstof  water + koolstofdioxide + energie Glucose + zuurstof  water + koolstofdioxide + energie Verbranding.
14 Je levensstroom 14.1 Continu transport Bloedvaten systeem, het hart
Gaswisseling en uitscheiding
Thema cellen Processen
3.1 Gaswisseling & Zuurstoftransport.
Thema 6: Gaswisseling en uitscheiding
Inhalatieanesthesie.
Gaswisseling & Uitscheiding
Anatomie & Fysiologie Voeding & gezondheid V21.
COPD en zuurstof Longpunt 16 september 2016 Jeanine Antons, longarts.
Psychofysiologische Methoden (deel 3)
Anatomie & Fysiologie Voeding & gezondheid V21.
Luchtwegen en longen Uitwendig milieu. Zorgt voor zuivering, verwarming, bevochtiging en keuren van lucht.
ADEMHALING Gaswisseling = uitwisselen van zuurstof tegen koolstofdioxide.
Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Inhalatieanesthesie.
Gaswisseling 4 VMBO - GT.
Les 1 Luchtwegen deel 1 Neusholte Mondholte Keelholte = farynx
Het respiratieapparaat
DE LONGEN.
Verbranding en ademhaling
Ademhaling.
Transcript van de presentatie:

Functie en bouw van de luchtwegen Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Het uitwisselingsproces van O2 en CO2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder plaats via osmose dan via diffusie (N) osmose diffusie bloedvat interstitium cellen O2 CO2 FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen. (J) `Neusvleugelen` of `neusvleugelademen` is een symptoom waarbij de neusvleugels opvallend gespreid worden tijdens de inademing in een poging meer zuurstof in de longen te krijgen. Neusvleugelen komt voor bij longontsteking, met name bij jonge kinderen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Astma bronchiale Typische zittende houding kortademige patiënt FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Ventilatie De hoeveelheid lucht die we in - en uitademen hangt af van de behoefte aan O2 en de te verwijderen hoeveelheid CO2 In rust ademfrequentie (f) = 12-16 keer per minuut FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Ventilatie Ademvolume = ademteug = ademdiepte = Tidal volume = VT = 500 ml. Ademminuutvolume = AMV = 16 x 500 ml = 8 liter FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Ventilatie: ademvolume Vt = 500 ml IRV = 2500 ml ERV = 1500 ml RV = 1500 ml TC = 6000 ml VC = 4500 ml FRC = 3000 ml FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Ventilatie: ademvolume Vt = teugvolume of ademteugvolume IRV = inspiratoir reserve volume ERV = expiratoir reserve volume RV = residu volume TC = totale capaciteit (IRV+Vt+ERV+RV) VC = vitale capaciteit (IRV+Vt+ERV) FRC = functioneel residuale capaciteit (ERV+RV) bij inspanning FRC lager, TC = 6000 IRV = 2500 ml VC = 4500 Vt = 500 ml ERV = 1500 ml FRC = 3000 RV = 1500 ml FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Longvolumina Totale longvolume bij vrouwen 30% lager X-thorax expiratoir en inspiratoir Totale longvolume bij vrouwen 30% lager FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivusFHV 2007/anatomie_fysiologie_doc_II1/N.van Roosmalen, M.Berenbroek, H.van Riel

Ventilatie De ademteug van 500 ml bestaat uit een ineffectief volume 150 ml en een effectief volume 350 ml. FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Ventilatie Dode ruimte deel van de ventilatie dat niet aan de gasuitwisseling deelneemt ± 150 cc, hiervoor genoemd het ineffectief deel. Neusholten, trachea, mond en keelholten, bronchi dus inhoud van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Ventilatie Bij iedere inademing vermengt 500 ml VT -150 ml dode ruimte = 350 ml met 3 l FRC (in rust 12%) FRC heeft een bufferwerking Dus 350 cc inademingslucht mengt zich met de 3 liter FRC Mengt NIET met de IRV want die doet niet mee met de ventilatie in rust FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Ventilatie Anatomische dode ruimte Fysiologische dode ruimte toevoerende luchtwegen Fysiologische dode ruimte groepen longblaasjes waar nauwelijks perfusie is Pathofysiologische dode ruimte Longfibrose, verbindweefseling van longblaasjes, verdikking diffusiemembraan Longemfyseem, vermindering diffusieoppervlak FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Ventilatie Met compliance wordt bedoeld de soepelheid waarmee het longweefsel de uitzetting van de thorax volgt hoge compliance: er kan meer lucht aangezogen worden Bij stijgen leeftijd afname longcompliance FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Stoornis in de ademhaling Ventilatie  1 De luchtweerstand is afhankelijk van de diameter van de luchtwegen Verhoging luchtweerstand, dus bemoeilijkte aanvoer van lucht Slijmophoping bij bronchitis Bij zwelling slijmvlies van de luchtwegen  vernauwing luchtwegen b.v. bronchitis, astma FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Stoornis in de ademhaling Ventilatie  2 Vernauwing van de luchtwegen door bijvoorbeeld slijmvlieszwelling Normaal Verkrampt slijmvlies zwelling van het slijmvlies FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Stoornis in de ademhaling Ventilatie  3 Bronchiaalspasmen bij astma bronchiale Tumor in de bronchiaalboom, bij bronchuscarcinoom Bij vernauwing van de luchtwegen b.v. fibrose (bronchiale en interalveolaire verbindweefseling) Bij dichtklappen van alveoli (longblaasjes) bij b.v. klaplong Bij obstructie van de luchtwegen door b.v. corpus aliënum (etensbrok) FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 17

Diffusie = gasuitwisseling FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Stoornis in de ademhaling Diffusie Water in de longblaasjes Tekort aan SURFACTANTS = mengsel van fosfolipiden en eiwit. Is een stof die een oppervlaktespanning verlagende werking heeft. Surfactants voorkomt dichtklappen alveoli en zorgt voor verdeling watermoleculen alveolusoppervlakte FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Stoornis in de ademhaling Perfusie Perfusie (bloeddoorstroming) Zorgt voor afvoer van zuurstof moet dus met de ventilatie matchen Occlusie (afsluiting) longslagadertje b.v. longembolie (prop = stolsel, vetbolletje{vetembolie}, ziektekiemen) Vernauwing longslagadertjes b.v arterio sclerose (slagaderverkalking) Laag hemoglobine gehalte FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Gasuitwisseling Een belangrijke voorwaarde voor diffusie en transport via het bloed is de oplosbaarheid van gas (O2 en CO2 ) in water De hoeveelheid in het plasma opgeloste O2 bepaalt de pO2 De hoeveelheid in het plasma opgeloste CO2 bepaalt de pCO2 Bloed bevat dan ook een speciale O2 transporteur in de vorm van hemoglobine in de erytrocyten FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Gasuitwisseling Zuurstof transport Gebonden aan het hemoglobine 4-O2 Binding gaat makkelijker naarmate verzadiging toeneemt, of nadat de eerste gebonden gaat het sneller. Binding = sO2 (saturatie) (>97 % normaal) Klein deel O2 lost vrij op in plasma Alleen opgeloste O2 kan door de cel worden opgenomen en geeft de spanning (pO2) FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Gasuitwisseling Zuurstof transport Zuurstofcapaciteit = de maximale hoeveelheid O2 die het Hb kan opnemen 5 l bloed neemt 50 x 20 = 1000 ml O2 op 250 ml O2 nodig voor de stofwisseling FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Gasuitwisseling Zuurstof transport Het totale zuurstofgehalte van het bloed is afhankelijk van: de hoeveelheid Hb (oftewel de hoeveelheid erytrocyten) het % van het Hb dat met zuurstof is verzadigd, de zuurstofsaturatie = sO2 = %HbO2 de opgeloste hoeveelheid O2 FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Gasuitwisseling Zuurstof transport In de weefsels vindt dit proces in omgekeerde volgorde plaats Door verbranding van O2 en glucose in de weefsels zal aldaar het pO2 dalen en het pCO2 stijgen Indien lagere p O2 geeft hemoglobine de gebonden O2 af aan bloed dus de opgeloste O2 blijft gelijk FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus

Gasuitwisseling Zuurstof transport Hierdoor diffusie van O2 naar weefsel Capillaire pO2 daalt en O2 moleculen laten los van Hb Op de plaats van O2 moleculen bindt zich een deel van de CO2 en H+ aan Hb FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus