NL na 1945: Sober en spaarzaam Hoofdstuk 6 paragraaf 1
NL na WO II: Na WO II was NL een chaos: Duitsers hadden alles kapotgemaakt of geroofd. NL moest opnieuw herbouw worden: wederopbouw. Tekort aan geld, voedsel en brandstof Wel hulp van VS, Marshallhulp. Vanaf jaren ‘50 enige economische groei.
Geld Veel mensen hadden oneerlijk geld verdiend in de oorlog. Zwarte handel in voedsel en brandstof. Verkopen van joodse bezittingen. = Oneerlijk geld Dit moet verdwijnen!
Oplossing: Alle Nederlanders moesten hun bankbiljetten inleveren bij de bank. (binnen 1 week) Dat geld kwam op een rekening te staan, die werd geblokkeerd. Staat ging uitzoeken hoe je aan dit geld was gekomen. Om toch geld te hebben, kregen alle Nederlanders 10 gulden om voedsel te kunnen kopen. Rest van geld was ongeldig.
Het tientje van Lieftinck
Economie We moesten veel gaan handelen met het buitenland Je producten moeten dan goedkoop zijn Dus de regering besloot om de lonen laag te houden. Ook de prijzen moesten laag blijven. Dus de overheid bepaalde tijdelijk de lonen en prijzen
Afspraken Overheid regelde lage lonen De bevolking ging hiermee akkoord. Mensen moesten sober leven; geen luxe Voor gezamenlijke afspraken: 1945: Stichting van de Arbeid. Werkgevers en werknemers gingen overleggen. Dit is het harmoniemodel:
Harmoniemodel: overheid werkgevers werknemers Regelt sociale wetten zoals pensioen Betalen geld voor sociale wetten werkgevers werknemers Werken voor lage lonen, zonder staken
Overheid Ging huizen bouwen Goedkope rijtjeshuizen
Economie groeit! NL kreeg ook Marshallhulp, dus rond 1950: Onze economie groeide!
Verzuiling Vanaf 1900: verzuiling Mensen hoorden bij een groep In NL: 4 groepen: Katholiek Protestants Socialistisch De rest/ neutraal.
Verzuiling Als je katholiek was: Je ging naar een katholieke school Katholieke voetbalvereniging Katholieke krant Katholieke radiozender Katholieke vakbond Katholieke politieke partij Katholieke dokter Katholieke winkels Zo ook voor protestanten en socialisten en de rest
Verzuiling radio Na komst van radio: Elke zuil kreeg eigen radiozender. Protestanten: NCRV (Nederlandse Christelijke Radio Vereniging) Katholieken: KRO (Katholieke Radio Omroep) Socialisten: VARA (Vereeniging van Arbeiders Radio Amateurs) Moderne protestanten: VPRO (Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep) Rest: AVRO (Algemene Vereniging Radio Omroep) Dit worden later ook de tv-zenders op Nederland 1,2 en 3
Na WO II Politieke partijen moesten gaan samenwerken om Nederland weer op te bouwen. Maar door bestaande verzuiling was dat lastig. 1951: eerste landelijke programma op TV. Iedereen was nieuwsgierig naar zo’n “beeldbuis”.
Dagelijkse leven: Overheid wilde het gezin beschermen Ouders kregen toeslag: kinderbijslag. Gezinspolitiek: alles regelen voor het gezin! (vooral confessionele partijen vonden dit belangrijk) Vrouw ging niet werken, maar zorgde voor de kinderen.
Eind jaren ‘50 Er kwam wat meer welvaart. Er waren ook meer arbeiders nodig. Dus vrouwen konden ook gaan werken. Minder controle thuis Maar wel sociale controle op straat:
Sociale controle Iedereen kende elkaar Kerk, familie en vrienden controleerden elkaar. Jongeren hielden zich aan de geldende Normen en waarden. Dit zijn ongeschreven regels in de samenleving.
The end