Basisstof 5 t/m 7 Genenparen Kruisingen Stambomen Erfelijkheid Basisstof 5 t/m 7 Genenparen Kruisingen Stambomen
Genenparen Homozygoot Heterozygoot Dominante gen Recessieve gen Gen symbolen.
Genenparen Genen komen in paren voor in lichaamscellen. Genenparen kunnen verschillen per individu. Denk daarbij maar aan dat we er allemaal verschillend uit zien.
Homozygoot Beide genen hebben dezelfde informatie voor een eigenschap. Mensen met steil haar hebben 2 genen met haarvorm steil haar. Mensen met blauwe ogen hebben 2 genen voor de kleur blauw.
Heterozygoot Beide genen hebben verschillende informatie voor een eigenschap. Het ene gen heeft bijv: informatie voor stijl haar en de het andere gen voor krullend haar. Het ene gen heeft informatie voor de kleur bruin en het andere gen heeft de kleur blauw voor ogen. In dit geval geen tussenvorm.
Dominante genen. Bruine ogen als je heterozygote genen hebt met zowel een blauw als bruin gen. Bij dominante genen komt 1 van de twee genen tot uiting. Dit gen noemen we het dominante gen. Bij onze oogkleur is het gen voor de kleur bruin dominant.
Recessieve genen Komen niet tot uit uiting als bij heterozygoze genen er een dominant gen aanwezig is. Het dominante gen is als het ware sterker dan het recessieve gen. Dominante genen verschillen per soort. Bij erwtenplanten is rood dominant over wit. Bij andere planten is dit anders.
Gen symbolen Om genen een betekenis voor ons te geven gebruiken we letters. A= Dominant gen.(hoofdletter) a= Recessief gen.(kleine letter) AA of aa = homozygoot dominante(AA) Heterozygoot recessief(aa) Aa = Heterozygoot.
Kruisingen Kruising Bevruchting Kruisingsschema Verhoudingen bij nakomelingen.
Kruising Twee verschillende organismen die verschillen in eigenschappen planten zich geslachtelijk voort. Bijvoorbeeld een man met homozygote genen voor blauwe ogen plant zich voort met een vrouw die heterozygoot bruine ogen heeft. De kleur blauw is recessief en bruin is dominant. Wat moeten we dan weten om dit te kunnen bestuderen. Dominantie, homozygoot, recessief. Hier geven we letters aan. A=Bruin(hoofdletter is dominant) a= blauw(kleine letter was recessief)
Het volgende krusingsschema Moeder Het volgende krusingsschema Bevruchting Vader Bevruchting
Verhouding in nakomenlingen Hoeveel nakomelingen met blauwe ogen? Hoeveel bruin? Hoeveel dominant homozygoot? Hoeveel recessief homozygoot? Hoeveel heterozygoot?
Stamboom