4.3 Politieke stromingen
Politiek: het bestuur van het land. Politieke stromingen: verschillende groepen mensen die allemaal andere ideeën hebben over hoe het land bestuurd moet worden.
Vrijheid Liberalisme / Liberaal Adam Smith, Schotse professor, schrijft een boek ‘ Rijkdom der volken’. Hoe kunnen volken rijk worden?? Mensen moeten zo veel mogelijk voor zichzelf opkomen en vrij zijn eigen keuzes te maken De regering moet zich zo min mogelijk bemoeien met het volk en de economie. Rijke mensen zullen de arme mensen helpen anders komen zij in opstand.
Gelijkheid Socialisme/ socialist ‘Wat heb je aan vrijheid als je arm bent?’ Gelijkheid, het verschil tussen arm en rijk moet kleiner. Arbeiders moeten de macht overnemen en het bezit gelijk onder de mensen verdelen. Als er algemeen kiesrecht is kunnen de arbeiders ook stemmen. Algemeen mannen kiesrecht: alleen alle mannen mogen stemmen (1917).
Voor God en vaderland Confessionelen / confessioneel. Confessie: is een moeilijk woord voor geloof. God heeft bepaald of je rijk of arm bent… Zitten tussen de Liberalen en socialisten in: willen wel meer vrijheid maar ook meer sociale wetten. Wel kiesrecht, maar niet voor vrouwen.
Strijd voor vrouwenrechten Feministen / Feminist Vrouwen hadden niet veel rechten. Werk en school. Dit kan alleen worden opgelost als de vrouwen ook mogen stemmen. Algemeen vrouwen kiesrecht: alle vrouwen mogen stemmen (1919). Algemeen kiesrecht: iedere volwassene mag stemmen.