Toepassingen 5L week 1: ‘Een nieuwe start’

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De gemiddelde leerling
Advertisements

Procenten Als je deze uitleg stap voor stap volgt, kun je na afloop prima rekenen met procenten Elke keer als je klaar bent met lezen, klik je op een toets.
Automatic Delivery Rewards Basisprincipes. Automatic Delivery Rewards •Automatic Delivery Rewards of ADR is een programma waarvoor Distributeurs en Klanten.
Rekenen met procenten Rekenen met procenten.
Gemiddelde * gemiddeld aantal punten * gemiddelde snelheid per uur
H 29: Kostprijs bij heterogene producten
“Ontwerp een eigen school” Leerarrangement KC Macht en Regels
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
Retail Marketing Services
Belastingstelsel Box 1 Het schijventarief.
Rekenen Cito M5 oefenen.
Rekenen Cito M6 oefenen.
Zorgverzekering Wat is het? Hoe werkt het?.
De verschillende fasen in de elektronische noterings- procedure.
H 27: Kostprijs bij homogene productie.
Hoofdstuk 8 Regels Ontdekken Sebnem YAPAR.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Rekenen met procenten Rekenen met procenten.
Vraag 1 Het oude record van Wadoebi op de 100 meter was seconden. Hij verbetert zijn record met 4/100ste seconde. Wat is zijn nieuwe record?
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
BZ voor de Klas 3 juni 2010.
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Elke 7 seconden een nieuw getal
Regels voor het vermenigvuldigen
Regelmaat in getallen (1).
Rijen Extra opgaven 5V A/C.
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
In dit vakje zie je hoeveel je moet betalen. Uit de volgende drie vakjes kan je dan kiezen. Er is er telkens maar eentje juist. Ken je het juiste antwoord,
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Opdracht 1 De lengte van Fres is 5,00 cm ^ 4,00 cm = 80 N ^
Afschrijving aanschafprijs : levensduur kapitaalgoedlevensduuraanschafprijsjaarlijkse afschrijvingen oven8 jaar € 8000 A ijskast6 jaar B € 300 frituur.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
Pietje heeft op 1 januari 2008 een bedrag van € 400 op een spaarrekening gezet. De rente is 3,5%. Hij laat de rente op de rekening staan. Op 1 januari.
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Een bakje kwark kost € 1,27. Hoeveel kosten vijf bakjes? 5 x € 1,27 = 5 x € 1,00 = € 5,00 5 x € 0,20 = € 1,00 5 x € 0,07 = € 0, € 6,35 Een.
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Hoofdstuk 6 Grafieken en formules
Vergelijkingen oplossen
Informatieavond OBS De Werkschuit
Kenmerken van de huurmarkt in Vlaanderen
Kassabon controleren en tellen
Bart en Lisa Oefenen rekenen E4.
Wij oefenen voor Cito Rekenen-Wiskunde E5 Deel 1
Familie Tupker Oefenen rekenen E5.
Inkoopprijs, verkoopprijs,winst, verlies
Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.
Vergelijkingen oplossen
Centrummaten en Boxplot
Algemene Ondernemersvaardigheden
Agenda  Les  wkn  hs 2 1 omzet en afzet  bestuderen tb 32 tm 36 maken 2.1 tm 2.5 (wb tm 60)
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
€ 160 Nu 25 % korting ! 25 % van 160 = 160 – 40 = X € 120.
Vraagstuk: korting ( type 1)
Algemene Ondernemersvaardigheden
Toepassingen 5L week 3: ‘Kinderen in de wereld’ In een klas zijn 10 jongens en 15 meisjes. De verhouding van de aantallen is 10 tegen 15, maar we kunnen.
Toepassingen 5L week 2: ‘Vakantieherinneringen’ Ik bereken het gemiddelde: 1.Ik tel alle waarden op. 2.Ik deel dat door het totaal aantal waarden. 3.Het.
Toepassingen 5L week 15: ‘Sportief spelen’ gespaard bedrag berekenen intrest – kapitaal – tijd procent van een getal breuk van een getal spaarperiode berekenen.
Toepassingen 5L week 13: ‘Herhaling’ 5L week 13: ‘Herhaling’
Toepassingen 5L week 10: ‘Koopjes’ KORTING 100,00 euro afslag een vermindering van 10 % 1/10 korting Betaal 15,00 euro minder! het tweede artikel aan de.
Toepassingen 5L week 18: ‘tv venster op de wereld’ procent winst ongelijke verdeling tijdstip en tijdsduur korting gemiddelde prijsberekening 5L week 18:
Toepassingen 5L week 16: ‘Op tocht door vrijetijdsland’ ongelijke verdeling op basis van verschil of som van de delen op basis van verhouding tussen de.
Verhaalsommen groep 8. Peter doet mee aan de 10 km hardlopen. De baan is 400 m per ronde. Hoeveel ronden moet Peter lopen? a)15c) 20 b) 25d) 30.
Rekenquiz. Vraag 1. Decimale getallen Zet de decimale getallen van groot naar klein. Welk getal komt er in het rode vak? 7,431,684,295,051,667,493,49.
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
Rekenen.
Jeroen zaagt de plank precies doormidden.
Hoofdstuk 26 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 26 Rekenen met procenten.
Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten.
Transcript van de presentatie:

Toepassingen 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ In de Stationsstraat zijn een basisschool en een secundaire school in één gebouw gehuisvest. Er werken 105 leerkrachten. Samen zijn er dit schooljaar precies 1000 leerlingen. 1/4 ervan zijn kleuters en 2/5 ervan zitten op de lagere afdeling. Hoeveel kleuters telt de basisschool? De kleuters krijgen een grote zandbak in een hoek van de speelplaats. De speelplaats is 40 m lang en 24 m breed. De nieuwe zandbak neemt 1/5 van de lengte en 1/6 van de breedte van de speelplaats in. De directeur wil rond de zandbak paaltjes zetten. Hoeveel paaltjes moet hij bestellen als er 12 paaltjes in 1 m gaan?

Eerste probleem: hoeveel kinderen. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ Eerste probleem: hoeveel kinderen. Hoeveel leerlingen telt de basisschool? V. 1000 lln. / ¼ kleuterafdeling / 2/5 lagere school G. niet van toepassing T. ¼ van 1000 = 1000 : 4 = 250 2/5 van 1000 = 2 x (1000 : 5) = 400 250 + 400 = 650 B. Er zijn in het totaal 650 kinderen in de basisschool. A.

Hoeveel paaltjes zijn er nodig? V. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ Tweede probleem: hoeveel paaltjes moet hij bestellen als er 12 paaltjes in 1 m gaan. Hoe groot is de zandbak? Hoeveel paaltjes zijn er nodig? V. speelplaats: 40 m lang / 24 m breed zandbak: 1/5 van de lengte / 1/6 van de breedte 12 paaltjes per m G. T. 40 : 5 = 8 24 : 6 = 4 2 x (8 + 4) = 24 24 x 12 = 288 B. Er zijn in totaal 288 paaltjes nodig. A.

Hoeveel leerlingen zaten er vorig jaar in de klas van Hanna? 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ 1. Lees en los op. Hanna zit in het vijfde leerjaar samen met 19 andere leerlingen. Vorig jaar waren er nog 1/10 meer in haar klas. Hoeveel leerlingen zaten er vorig jaar in de klas van Hanna?

Hoeveel leerlingen zitten nu in de klas van Hanna? 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ Hoeveel leerlingen zitten nu in de klas van Hanna? Hoeveel leerlingen zaten vorig jaar in de klas van Hanna? V. Hanna / 19 andere leerlingen / vorig jaar 1/10meer G. niet van toepassing T. 1 + 19 = 20 1/10 van 20 = 20 : 10 = 2 20 + 2 = 22 B. Vorig jaar zaten 22 leerlingen in de klas van Hanna. A.

De normale prijs ervoor is 380,00 euro. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ 2. Lees en los op. De directeur heeft voor onze klas een nieuwe magnetische kaart van België gekocht. De normale prijs ervoor is 380,00 euro. De directeur kreeg een korting van ¼. Hoeveel betaalde de directeur voor die magnetische kaart?

Hoeveel betaalde de directeur voor die magnetische kaart? V. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ Hoeveel betaalde de directeur voor die magnetische kaart? V. normale prijs: 380,00 euro / korting van 1/4 G. nieuwe prijs = normale prijs – korting T. korting: 380,00 : 4 = (400 : 4) – (20 : 4) = 95,00 nieuwe prijs: 380,00 – 95,00 = 380,00 – 100,00 + 5,00 = 285,00 B. De directeur betaalde 285,00 euro. A.

3/5 van een klas van 25 leerlingen zijn meisjes. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ 3. Lees en los op. 3/5 van een klas van 25 leerlingen zijn meisjes. Hoeveel jongens zitten er in die klas?

Hoeveel jongens zitten er in die klas? V. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ Hoeveel jongens zitten er in die klas? V. 25 leerlingen / 3/5 meisjes G. T. 25 : 5 = 5 5/5 – 3/5 = 2/5 2 x 5 = 10 B. Er zitten 10 jongens in de klas. A.

4. Lees en los op. Noteer de antwoorden op 2 manieren. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ 4. Lees en los op. Noteer de antwoorden op 2 manieren. Zeger, Marie en Harald zijn nogal gegroeid. Zeger meet nu anderhalve meter. Marie is 11 cm kleiner dan Zeger en Harald is 6 cm groter dan Marie. Hoe groot zijn de drie kinderen?

Hoe groot zijn de drie kinderen? V. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ Hoe groot zijn de drie kinderen? V. Zeger meet anderhalve meter / Marie 11 cm kleiner dan Zeger / Harald 6 cm groter dan Marie G. T. 150 – 11 = 139 139 + 6 = 145 B. Zeger meet 1,5 m of 150 cm. Marie meet 1,39 m of 139 cm. Harald meet 1,45 m of 145 cm. A.

Hoeveel kosten die nieuwe kledingstukken dan samen? 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ 5. Lees en los op. Kato zit in het nieuw! Ze heeft een jeansvestje van 26,90 euro. Ze heeft ook een T-shirt van 13,60 euro en een 7/8 broek van 29,50 in katoen. Hoeveel kosten die nieuwe kledingstukken dan samen?

Hoeveel kosten die kledingstukken dan samen? V. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ Hoeveel kosten die kledingstukken dan samen? V. vestje: 26,90 euro T-shirt: 13,60 euro 7/8 broek: 29,50 euro G. We tellen alle prijzen op ... T. B. De drie nieuwe kledingstukken kosten samen 70,00 euro. A.

5L week 1: ‘Een nieuwe start’ 6. Lees en los op. Mama heeft een kaart van ‘trouwe klant’. Ze moet daardoor voor de drie kledingstukken van Kato 1/20 minder betalen op het totale bedrag. Mama betaalt met een biljet van 100,00 euro. Hoeveel krijgt mama terug?

Hoeveel krijgt mama terug? V. 5L week 1: ‘Een nieuwe start’ Hoeveel krijgt mama terug? V. mama geeft 100,00 euro / totaal : 70,00 euro / 1/20 korting G. T. nieuwe prijs = normale prijs – korting 1/20 van 70,00 = 70,00 : 20 = 7,00 : 2 = 3,50 70,00 – 3,50 = 66,50 100,00 – 66,50 = 33,50 B. Mama krijgt 33,50 euro terug A.