6.1 Wat wordt de prijs? Winkeliers mogen zelf weten voor welke prijs ze hun producten verkopen. Hoe berekenen ze die prijs? Wat hebben vraag en aanbod.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
Advertisements

14 februari 2014 Ondernemersplan - Financieel plan.
Kopen en verkopen les 74.
Kopen en werken Hoofdstuk 5: Een eigen bedrijf
H 27: Kostprijs bij homogene productie.
Overheidsinterventie 2
Hoofdstuk 5: Werken voor de winst
Verkoopresultaat Niveau 3 Kerntaak 5 Blz. 63.
H1.3 prijsberekening detailhandel 23 november 2012
BTW berekeningen verkoopprijs exclusief BTW = 100%
Hoe komen producten tot stand?
H 22: Brutowinstopslagmethode
Brutowinstopslagmethode
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
6.2 Maak je winst? Wat is het verschil tussen omzet en afzet?
Algemene Ondernemersvaardigheden
Agenda  Les  wkn  hs 2 1 omzet en afzet  bestuderen tb 32 tm 36 maken 2.1 tm 2.5 (wb tm 60)
Hoofdstuk 2.
Vraagstuk: korting ( type 1)
Stap 3; Constant of Variabel?
Exploitatiebegroting Deel 2
H.5 Winst en toegevoegde waarde
5.1 Hoeveel kost dat? Afzet is het aantal producten dat een bedrijf verkoopt. Vermenigvuldig je de afzet met de verkoopprijs (excl. btw) dan weet je wat.
Economie H1 Omzet en winst Manager Handel.
Bedrijfseconomie H3 Omzet en marge Junior accountmanager.
Kosten en break-even Filiaalmanager
Verkoopcijfers H1 Omzet en winst Eerste verkoper.
Hoe komt de verkoopprijs van een ijsje tot stand?
Balans per (na afschrijving en winstverdeling)
Basisboek Marketing Hoofdstuk 9 Prijs.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
Aantekeningen hfst 6.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Marktaandeel Ex-BTW en In-BTW Arbeidsproductiviteit Belangrijk PROGRAMMA:
expertles handelskanalen en inkoop-/verkoopprijs
Rekenvaardigheid Procenten. Absoluut, relatief, cumulatief Absolute getallen: aantal stuks of eenheden Relatieve getallen: als deel van een groter geheel.
Rekenvaardigheid Procenten. Absoluut, relatief, cumulatief Absolute getallen: aantal stuks of eenheden Relatieve getallen: als deel van een groter geheel.
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Hoofdstuk 6 Productie.
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA). Wat kost internet ? Vroeger moest je internetkosten betalen per minuut. Dat ging via een vorm van bellen. Joep.
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
omzet, inkoopwaarde, bedrijfskosten en nettoresultaat
T4 ECONOMIE Hst 5 aan de slag!.
Omzet-kosten-winst HAVO 3
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
3.1 PRODUCTIE.
Beste Havo 4..
verwarring begrippen omzet of winst
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Welkom havo 3..
Vmbo 2 economie Goede producten?
Beste Havo 4..
De brutowinstmethode  .
Welkom Havo/vwo 3..
Examenopgave Havo M&O opgave 3
Les 2; Prijsopbouw AoC-Oost J. Kamphuis
Welkom Havo/vwo 3..
Vmbo 2 economie Goede producten?
Mens & Maatschappij Leerjaar 2
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Belasting toegevoegde waarde
Rekenen MZ4.
Hoofdstuk De exploitatiebegroting (exploitatiebudget)
Verkoopcijfers Hoofdstuk 1 Handel.
Vakman ondernemer – Financieel plan
Financieel 1.
Overheidsinterventie 2
BASISREKENVAARDIGHEDEN
BASISREKENVAARDIGHEDEN
Rekenvaardigheid Winst en BTW.
Transcript van de presentatie:

6.1 Wat wordt de prijs? Winkeliers mogen zelf weten voor welke prijs ze hun producten verkopen. Hoe berekenen ze die prijs? Wat hebben vraag en aanbod te maken met de prijs? In deze paragraaf krijg je antwoord op deze vragen. 1

6.1 Wat wordt de prijs? Verkoopprijs: de prijs die de consument moet betalen voor een product. Inkoopprijs: de prijs die de winkelier moet betalen voor een product. Bedrijfskosten: zijn alle kosten die een ondernemer betaalt om zijn bedrijf te runnen. 2

6.1 Wat wordt de prijs? Bedrijfskosten: zijn alle kosten die een ondernemer betaalt om zijn bedrijf te runnen. Zoals: machines kosten van een gebouw personeelskosten vervoerskosten Deze kosten worden doorberekend in de prijs van het product. 3

6.1 Wat wordt de prijs? De verkoopprijs bereken je door bij de inkoopprijs een bedrag op te tellen. Het bedrag dat je hierbij optelt noem je de brutowinstmarge. Van deze brutowinstmarge betaal je de bedrijfskosten. Wat overblijft is de winst. 4

6.1 Wat wordt de prijs? Btw betekent Belasting toegevoegde waarde (omzetbelasting): De winkelier moet de btw optellen bij de verkoopprijs. Dan weet je de consumentenprijs (prijs inclusief btw). De winkelier moet deze btw betalen aan de belastingdienst. 5

6.1 Wat wordt de prijs? Bij het vaststellen van de prijs speelt de markt een grote rol. Als je het bij economie over de markt hebt, bedoel je daarmee het geheel van vraag en aanbod. De klanten die het product willen kopen, bepalen de vraag. Het aanbod bestaat uit de producten die te koop worden aangeboden. 6

6.1 Wat wordt de prijs? Als de vraag naar de producten afneemt, zal de prijs ook dalen. Als de vraag toeneemt, stijgt de prijs. Als het aanbod van de producten toeneemt, zal de prijs dalen. Als het aanbod afneemt, zal de prijs stijgen. 7

6.1 Wat wordt de prijs? Berekeningen: verkoopprijs Formule: Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge Voorbeeld: De inkoopprijs van een broek is € 30. De brutowinstmarge is 140 % van de inkoopprijs. 8

6.1 Wat wordt de prijs? Hiervoor gebruiken we de verhoudingstabel :100 X 140 bedrag € 30,00 € 0,30 € 42,00 percentage 100 % 1 % 140 % X 140 :100 9

6.1 Wat wordt de prijs? Berekeningen: verkoopprijs Voorbeeld: De inkoopprijs van een broek is € 30. De brutowinstmarge is 140 % van de inkoopprijs. De verkoopprijs wordt dan € 30 + € 42 = € 72 10

6.1 Wat wordt de prijs? Berekeningen: consumentenprijs Formule: consumentenprijs = verkoopprijs + btw Voorbeeld: De verkoopprijs van een jas is € 117. De btw is 19 %. 11

6.1 Wat wordt de prijs? Begrippen verkoopprijs inkoopprijs bedrijfskosten brutowinstmarge consumentenprijs btw vraag en aanbod 12