Tweede zondag van de veertigdagentijd 24 februari 2013 “Kwaad met goed vergelden” 1 Samuël 24 David is op de vlucht voor Saul en heeft in een spelonk het leven van Saul gespaard. Toen zei Saul: “Jij, David,staat meer in je recht dan ik, want jij hebt kwaad met goed vergolden”.
Als gezalfde koning neemt David niet het recht in eigen handen. Hij vergeldt geen kwaad met kwaad.
Het stukje afgesne- den slip van de konings- mantel van Saul is het teken dat Sauls macht gebroken is en dat David zijn koning- schap waardig is.
David weet dat het “nieuwe leven” komt, hij neemt het recht niet in eigen handen. David wacht; dat is het koning- schap naar Gods hart.
De distels zijn de verwijzing naar de verleiding om menselijk gezien kwaad met kwaad te vergelden.