Rekenen met voedingsstoffen
De hoeveelheden van de voedingsstoffen in een tabel, gaan altijd over 100 gram eetbaar product. Eetbaar product= dat wat je kan eten. Bijvoorbeeld bij een sinaasappel is dat de sinaasappel zonder de schil
Vraag: Je eet een boterham met kaas van 50 gram. Hoeveel eiwitten krijg je binnen. Oplossing: in 100 gram brood met kaas zit 9.6 gram eiwit. In 50 gram zit dus de helft. De helft van 9.6 gram is 4.8 gram. In je rekenmachine type je: 0.5*9.6 óf: ½ * 9.6 Je kunt het ook uitrekenen met de stappen op de volgende dia: 1e manier Stap 1: 50/100 =0.5 Stap 2: 0.5* 9.6= 4.8 gram Of 2e manier Stap 1: 9.6/100=0.096 Stap 2: 0.096*50=4.8 gram 2. Je eet nu een zuivelontbijt van 75 gram. Hoeveel eiwitten krijg je binnen? Dit is lastiger uit te rekenen. Kijk eerst hoeveel eiwit er zit in 100 gram. Dat is hier: 3.5 gram. Vervolgens gebruik je de formule hieronder. 1e manier Stap 1: 75/100 =0.75 Stap 2: 0.75* 3.5= 2.6 gram Of 2e manier Stap 1: 3.5/100=0.035 Stap 2: 0.035*75=2.6 gram
Leer deze stappen uit je hoofd: Stap 1: gewicht van het voedingsmiddel (gram) : 100 gram= Stap 2: uitkomst stap 1 * hoeveelheid voedingsstof in 100 gram Of : Stap 1 : hoeveelheid voedingsstof: 100gram = .. (je weet nu hoeveel voedingsstof er in 1 gram zit Stap 2 : uitkomst stap 1 * hoeveelheid voedingsmiddel