Economie Lesbrief: Welvaart VWO 4 Samenvatting Welvaart hoofdstuk 5 Datum: januari 2011
Vorige les: wat is een rechtvaardige inkomensverdeling? Verschillen tussen beroepen Verschillen binnen een beroep Te verklaren door: Opleiding Verantwoordelijkheid Schaarste (vraag en aanbod) Arbeidsomstandigheden Te verklaren door Leeftijd Functieverschillen (bijv. 1e graads vs. 2e graads docent) Werktijden Het bedrijf waar je werkt
Bijna iedereen heeft een mening over inkomens-verschillen De overheid Economen Voor grote verschillen: inkomensverschillen hebben een prikkelende werking op niet-werkenden of mensen met lage inkomens Tegen grote verschillen: te grote inkomensverschillen leiden tot criminaliteit en slechte volksgezondheid Streeft naar een rechtvaardige verdeling Nivelleren van de inkomens Vraag: hoever moeten we hiermee gaan? SP VVD
Belangrijk: wat zijn de feiten? Bepaald door de markt . . . Primaire inkomensverdeling De verdeling van de primaire inkomens (loon + rente + huur + pacht + winst) over personen Allemaal bruto! 1 Secundaire inkomensverdeling 2 Tertiaire inkomensverdeling 3 Beïnvloed door de overheid . . . De verdeling van de secundaire inkomens Secundair inkomen = primair inkomen – directe belastingen en premies + uitkeringen De verdeling van de tertiaire inkomens Tertiair inkomen = secundair inkomen – indirecte belastingen en heffingen + prijsverlagende subsidies
De primaire inkomensverdeling (blz. 84) 1 2 3 4 5 6 7 Inkomens-klasse (x € 1.000) Aantal personen per klasse (x 1.000) Inkomen per klasse (x 1 miljoen) Personen per klasse in procenten van het totaal Inkomen per klasse in procenten van het totaal Percentage personen gecumuleerd Percentage inkomen gecumuleerd 0-10 1.020 4.000 17% 2% 10-20 1.200 20.000 20% 10% 37% 12% 20-30 1.800 44.000 30% 22% 67% 34% 30-50 50.000 25% 87% 59% 50 en meer 780 82.000 13% 41% 100% Totaal 6.000 200.000
Deze week: inkomensverdeling
Inkomensverdeling: de Lorenzcurve 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 Aandeel van het inkomen in procenten van het totale inkomen Aandeel van de personen in procenten van het totale aantal personen . 20% van de mensen die het meest verdienen, verdienen 20% van de primaire inkomens 20% van de mensen die het minst verdienen, verdienen 20% van de primaire inkomens .
Inkomensverdeling: de Lorenzcurve 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 Aandeel van het inkomen in procenten van het totale inkomen Aandeel van de personen in procenten van het totale aantal personen . 20% van de mensen die het meest verdienen, verdienen 60% van de primaire inkomens 20% van de mensen die het minst verdienen, verdienen 1% van de primaire inkomens .
Twee situaties: wat gebeurt er met de inkomens-verdeling? Procentuele stijging inkomen Situatie 2: Absolute stijging inkomen Oud Nieuw A 10.000 11.000 B 100.000 110.000 Inkomens-verhouding 10 Oud Nieuw A 10.000 20.000 B 100.000 110.000 Inkomens-verhouding 10 5,5 De Lorenzcurve verandert niet De Lorenzcurve wordt minder scheef (= nivelleren)
De overheid: “de grote herverdeler van inkomens” Ontvangsten Directe belastingen Indirecte belastingen Niet-belastingen Sociale premies Uitgaven Overheidsbestedingen Overdrachten (denk aan sociale uitkeringen)
De overheid beïnvloedt de inkomensverdeling op twee manieren 1. Persoonsgebonden 2. Consumptiegebonden Overheidsontvangsten Inkomensheffing Box 1 Box 3 Sociale premies Indirecte belastingen, b.v. BTW Accijns Niet-belastingen Overheidsuitgaven Sociale uitkeringen, b.v. voor Volksverzekeringen Werknemersverz. Subsidies, b.v. Zonnepanelen Schone auto’s
Er ontstaan twee nieuwe inkomensverdelingen Primair inkomen Secundair inkomen Inkomensheffing Box 1 Box 3 Sociale premies – Indirecte belastingen, b.v. BTW Accijns Niet-belastingen – Sociale uitkeringen, b.v. voor Volksverzekeringen Werknemersverz. + Subsidies, b.v. Zonnepanelen Schone auto’s + = Secundair inkomen = Tertiair inkomen
Inkomensbeleid van de overheid Gericht op nivelleren van inkomens 1. Belastingstelsel Progressie in de tarieven Heffingskortingen 2. Sociale zekerheid Sociale uitkeringen Vooral voor lagere inkomensgroepen 3. Minimumloon Voor werknemers van 23 jaar of ouder Minimumjeugdloon voor jongeren 4. Huur- en zorgtoeslag Tegemoetkoming in huurkosten / zorgkosten Inkomensafhankelijk